VRIJDAG 21 DECEMBER 2018 Over enkele maanden zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks staat hier een bijdrage over het waterschap of zijn verkiezing. De laatste drie bijdragen gingen over de (begrote) uitgaven en taken van (het Zuid-Hollandse) Delfland. De bijdrage van deze week gaat over de inkomsten van Delfland en (het grotendeels) Gelderse Rivierenland.
Belastingen en heffingen De inkomsten van een waterschap komen grotendeels uit eigen belastingen en heffingen. Het algemeen bestuur van het waterschap legt die belastingen en heffingen op aan degenen die zij vertegenwoordigt: no representation without taxation!
Algemeen bestuur Het algemeen bestuur bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van land- en tuinbouwgronden en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Bovendien bestaat het uit vertegenwoordigers van de bezitters van natuurterreinen. In de waterschappen Delfland en Rivierenland telt het algemeen bestuur 30 leden. Het algemeen bestuur van een waterschap – in Delfland Verenigde Vergadering geheten – is enigszins vergelijkbaar met de gemeenteraad.
In Delfland en Rivierenland Het algemeen bestuur in Delfland bestaat uit 21 vertegenwoordigers van de ingezetenen, vier vertegenwoordigers van bezitters van de land- en tuinbouwgronden, vier vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en ten slotte één vertegenwoordiger van de bezitters van natuurterreinen. Het algemeen bestuur in Rivierenland bestaat uit 22 vertegenwoordigers van de ingezetenen, vier vertegenwoordigers van de bezitters van de land- en tuinbouwgronden, drie vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en ten slotte één vertegenwoordiger van de bezitters van natuurterreinen.
Verordeningen Het algemeen bestuur legt de regels voor de belastingen en de heffingen vast in een of meer verordeningen. Het mag die bevoegdheid niet overdragen aan bijvoorbeeld het dagelijks bestuur. Delfland en Rivierenland hebben – als ik het goed zie – voor elke heffing een aparte (waterschaps)verordening gemaakt.
Waterschapswet Er zijn wettelijke grenzen aan de regels die het waterschap voor belastingen en heffingen mag vaststellen. Zo mogen er alleen heffingen worden geheven ter bestrijding van de kosten voor het watersysteem, de afvalwaterzuivering en het wegenbeheer. Mijn bijdragen van 5 december en 28 november gingen over de taken/uitgaven voor afvalwaterzuivering respectievelijk watersysteem in Delfland. Zie: https://staatsrechtpraktijk.nl/?p=546 en https://staatsrechtpraktijk.nl/?p=537
Mogen én moeten Op grond van de Waterschapswet mogen waterschappen niet alleen een heffing vaststellen ter bestrijding van de kosten voor het watersysteem en voor de afvalwaterzuivering, maar moeten ze dat ook doen.
Mogen zonder moeten De heffing voor het wegenbeheer is echter niet verplicht op grond van de Waterschapswet. Delfland heeft bij mijn weten geen heffing voor wegenbeheer. Rivierenland heeft dat echter wel.
Toch weer wel moeten En waterschap Rivierenland moet ook zo’n wegenbeheerheffing opleggen. Weliswaar niet op grond van de Waterschapswet, maar wel op grond van een provinciale verordening. Provinciale Staten stellen bij verordening een reglement vast voor elk waterschap dat in hun provincie ligt. Ze leggen daarin bijvoorbeeld vast uit hoeveel leden het algemeen bestuur bestaat en uit hoeveel leden een categorie vertegenwoordigers bestaat, zie hierboven. Ze kunnen daarin echter veel meer regelen, zoals het waterschap verplichten om een wegenheffing in te voeren. Gelderland heeft dat gedaan voor Rivierenland; Zuid-Holland heeft dat dus niet gedaan voor Delfland.
BRONNEN:
Belastingen en verordeningen:
Artikel 83 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur niet overdragen de bevoegdheid tot: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de rekening; d. het heffen van belastingen of rechten; e. het vaststellen van verordeningen (..).
Artikel 110 luidt (gedeeltelijk): Het algemeen bestuur besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een waterschapsbelasting door het vaststellen van een belastingverordening.
Waterschapswet:
Artikel 113 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Behalve (….) worden door het waterschap geen andere belastingen (..) geheven dan de (..) de heffingen, bedoeld in de artikelen 117, 122a en 122d.
Mogen én moeten:
Artikel 117 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de zorg voor het watersysteem wordt onder de naam watersysteemheffing een heffing geheven (..).
Artikel 122d luidt (gedeeltelijk): Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater, wordt onder de naam zuiveringsheffing een heffing ingesteld ter zake van afvoeren.
Mogen zonder moeten:
Artikel 122a Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak ter zake van het wegenbeheer kan, binnen het gebied waar deze taak wordt uitgevoerd, onder de naam wegenheffing een heffing worden geheven.
Toch weer wel moeten:
Artikel 2 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): De bevoegdheid tot het opheffen en het instellen van waterschappen, tot regeling van hun gebied, taken, inrichting, samenstelling van hun bestuur en tot de verdere reglementering van waterschappen behoort aan provinciale staten (..). De uitoefening van deze bevoegdheid geschiedt bij provinciale verordening.
Artikel 6 luidt (gedeeltelijk): Het opheffen of instellen van een waterschap dan wel het vaststellen van een reglement van een waterschap, waarvan het gebied in twee of meer provincies is gelegen, geschiedt bij gemeenschappelijk besluit van provinciale staten van de desbetreffende provincies. Hetzelfde geldt voor het wijzigen van dat reglement, tenzij deze colleges bij reglement het vaststellen van wijzigingen die naar hun oordeel van beperkte strekking zijn opdragen aan één van hen.
Artikel 27 van het Besluit van Provinciale Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent Waterschap Rivierenland Reglement voor Waterschap Rivierenland luidt (gedeeltelijk): Provinciale Staten van Gelderland zijn bevoegd tot wijziging van dit reglement, tenzij het desbetreffende besluit een regeling bevat van de in artikel 5, eerste lid, van de wet genoemde onderwerpen.
Artikel 20 luidt (gedeeltelijk): Heffing wegentaak. In het op de kaart bedoeld in artikel 2, tweede lid, van dit reglement gearceerd aangegeven gebied, wordt ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan het wegenbeheer, door het waterschap onder de naam wegenheffing een heffing geheven (..).