Tussentijdse opvolging van Zuid-Hollands statenlid dat met voorkeursstem is gekozen

Vrijdag 26 januari 2018 In de Zuid-Hollandse provinciale staten bestaat de fractie van D66 uit 7 personen. Eind deze maand neemt Said Kasmi afscheid: hij is lijsttrekker geworden voor de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Een statenlid mag tussentijds ontslag nemen; op een ontslagname kan niet worden teruggekomen (1).

Voorkeursstem Bij de provinciale verkiezingen van 2015 worden de bovenste zeven kandidaten op de (officiële) kandidatenlijst van D66 tot statenlid gekozen. Enkele van hen worden gekozen met voorkeursstem. Een kandidaat met voorkeursstem, wordt altijd eerder statenlid dan een kandidaat zonder voorkeursstem, ongeacht hun plaatsen op de lijst. Dat is wettelijk zo geregeld (2) . Voorbeeld: de kandidaat met voorkeursstem die op plaats 25 staat, kan statenlid worden, terwijl de kanidaat op plaats 3 zonder voorkeursstem dat niet kan worden. Een kandidaat kan met voorkeursstem gekozen worden als meer mensen op hem stemmen dan ¼ van de kiesdeler (3). In 2015 is de kiesdeler voor Zuid-Holland 5.482 stemmen (4). Wie dus meer dan 5.482 stemmen kreeg, werd eerder statenlid dan de hoger geplaatste kandidaten op de lijst die dit aantal stemmen niet hadden gekregen.

Voorkeursstem niet nodig Van de eerste zeven kandidaten op de D66-lijst, zijn in 2015 vijf met voorkeursstem gekozen. Kasmi is een van hen: op hem hebben 8.110 mensen gestemd. Dat zijn er zelfs 2.500 meer dan nodig om met voorkeursstem te worden gekozen (5). D66 heeft zeven zetels gekregen en de vijf kandidaten die met voorkeursstem zijn gekozen staan bij de bovenste zeven: zij zouden dus allemaal ook zonder voorkeursstem zijn gekozen (6). Geen van de andere 41 kandidaten zijn met voorkeursstem gekozen (7).

Tussentijdse opvolging Het is wettelijk geregeld wie een statenlid opvolgt dat tussentijds vertrekt. In principe moet hij worden opgevolgd door de hoogste kandidaat op de kandidatenlijst die nog geen statenlid is (8). Als die kandidaat niet wil, moet de eerstvolgende op de lijst worden gevraagd, enzovoort (9). De hoogst genoteerde persoon op de lijst van D66 is de nummer 8: Ton van Rijnberk. Hij gaat Kasmi dan ook opvolgen en in de provinciale staten vergadering van 31 januari worden beëdigd (agendapunt 1c).

Tussentijdse opvolging 2016 De fractie van D66 is al eerder gewijzigd: eind 2016 heeft lijsttrekker Geertjan Wenneker afscheid genomen. Zijn opvolger was de nummer 9 op de lijst: Juliet van Oudenhoven-Rijskamp. Van Rijnberk heeft een hogere plek op de lijst. Dus zal hem destijds als eerste zijn gevraagd om de vacature te vervullen.

NOTEN

1: artikel X 1 Kieswet

2: artikel P 15 Kieswet

3: artikel P 15 Kieswet

4: Proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van provinciale staten, vastgesteld door Centraal Stembureau in Zuid-Holland op 23 maart 2015

5: Proces-verbaal 23 maart 2015

6: artikel P 15 Kieswet

7: Proces-verbaal 23 maart 2015

8: artikel W 1 Kieswet

9: artikel W 2 Kieswet

Regeling Projecten Zuid-Holland: provinciale staten meer betrokken bij uitgeven geld

Vrijdag 19 januari 2018. In de commissie Verkeer en Milieu van afgelopen woensdag staan op de agenda drie onderwerpen ter bespreking (1). Agendapunt 5a gaat over groot onderhoud en verbetering verkeersveiligheid van de N215. De N215 is een provinciale weg op Goeree-Overflakkee.

Regeling Projecten Zuid-Holland. In de toelichting bij het agendapunt wordt verwezen naar de Regeling Projecten Zuid-Holland. Dat is een provinciale regeling uit 2008. Provinciale staten (2) hebben de regeling vastgesteld in hun vergadering van 26 maart 2008. Statenleden Heemskerk (CDA) en Hillebrand (PvdA) hebben de regeling voorgesteld. Hun initiatiefvoorstel is in die vergadering unaniem aangenomen. CDA en PvdA waren destijds coalitiepartijen. De regeling is een belangrijke uitbreiding van de regeling die twee jaar eerder was gemaakt: de Regeling Grote Projecten.

Inhoud De Regeling Projecten Zuid-Holland bestaat uit twee hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk is de al bestaande Regeling Grote projecten. Het tweede hoofdstuk is de uitbreiding; het gaat over projecten binnen het Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MPI). De nieuwe regeling bestaat eigenlijk uit twee verschillende regelingen die in één document zijn samengebracht, zonder onderlinge afstemming. Het eerste hoofdstuk schept vooral extra informatieverplichtingen van gedeputeerde staten aan provinciale staten bij grote projecten; provinciale staten beslissen wat een groot project is. Het tweede hoofdstuk schept voor projecten binnen het MPI niet alleen extra informatieverplichtingen van gedeputeerde staten aan provinciale staten maar ook extra beslismomenten voor provinciale staten. Er zijn jaarlijks honderden MPI projecten. De extra beslismomenten en informatieverplichtingen gelden echter niet voor alle MPI projecten. Het hangt af van het budget dat met een project is gemoeid. Initiatiefnemer Marco Heemskerk zegt daarover in de statenvergadering van 26 maart 2008 het volgende: ”Wij hebben heel duidelijk een ondergrens aangesteld voor de projecten, waarover wij in de verschillende fases zouden moeten beslissen. Wij hebben die grens bij 10 miljoen euro neergelegd. Er komen dan 23 projecten van het huidige MPI in aanmerking daarvoor. Als wij kijken naar de projecten waarover gerapporteerd moet worden, dus vanaf 1 miljoen euro, dan betreft het 139 projecten. Dat is ongeveer 50% van het totale aantal projecten.”

Soort regeling. Het gaat hier om een regeling die alleen werking heeft voor gedeputeerde staten. De regeling heeft dus geen externe werking. Daardoor is het geen algemeen verbindend voorschrift. En dus hoeft het niet te worden gepubliceerd in het Provinciaal Blad (3). Dat is dan ook niet gedaan, en ik moest daarom even zoeken om de regeling te vinden.

Project N215 Groot onderhoud en verbetering verkeersveiligheid Goeree-Overflakkee Terug naar het heden. Op de agenda staat dit project. Het is een project binnen het MPI waarmee een bedrag van 23 miljoen euro is gemoeid. Dat is meer dan 10 miljoen euro en dus is er volgens de Regeling Projecten Zuid-Holland een extra beslismoment voor PS. Daarom vragen gedeputeerde staten aan provinciale staten om te besluiten dat er wordt gestart met de realisatiefase van dit project en dat hiervoor een uitvoeringskrediet van ongeveer 23 miljoen euro wordt vastgesteld. Het gevraagde besluit is een uitvoeringsbesluit. De vergadering van provinciale staten waarin dit wordt geagendeerd, is 31 januari aanstaande.

NOTEN

1: zie meer over commissies in het algemeen mijn eerdere blog Commissies  en zie meer over bespreekstukken mijn eerdere blog De agenda van provinciale staten van Zuid-Holland

2: zie meer over provinciale staten mijn eerdere blog Provinciale staten

3: artikel 136 Provinciewet. Zie meer over het Provinciaal Blad mijn eerdere blog  Nieuwe verordening precariobelasting Zuid-Holland geagendeerd

Provincie Zuid-Holland en de buschauffeurs

Vrijdag 12 januari 2018. Vorige week donderdag staakten de buschauffeurs in het hele land, ook in Zuid-Holland. Dat gebeurde onder andere vanwege het hoge werktempo. Als een buschauffeur op zijn ritten vertraging oploopt, gaat die tijd af van zijn lunchpauze en plaspauzes. Een belangrijke rol in het openbaar vervoer per bus is weggelegd voor provincies.

Concessie van de provincie De buschauffeurs zijn weliswaar in dienst van particuliere ondernemingen (zoals Connexxion en Arriva) maar deze vervoerders hebben om busdiensten te rijden een vergunning nodig van de provincie . Dat is zo geregeld in de Wet Personenvervoer 2000 (1). Die vergunning heet in deze wet concessie.

Medebewindstaak voor gedeputeerde staten Het zijn gedeputeerde staten (1a) die besluiten aan welke vervoerder de concessie wordt verleend. Deze wettelijke taak van GS is een voorbeeld van medebewind (2). De gekozen vervoerder is de concessiehouder; gedeputeerde staten zijn de concessieverlener, en daarmee de OV-autoriteit. OV staat hier voor openbaar vervoer.

Concessiegebieden in Zuid-Holland Met uitzondering van Den Haag en Rotterdam en omgeving is Zuid-Holland verdeeld in drie concessiegebieden over land: Zuid-Holland Noord, Drechtsteden/Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (DAV) en Hoekschewaard/Goeree-Overflakkee. Gedeputeerde staten mogen in een concessiegebied slechts één vervoerder concessiehouder maken (3). Die vervoerder bezit in dat gebied dus een wettelijk monopolie; daarin rijdt op alle buslijnen dezelfde vervoerder. In de eerste twee gebieden is dat Arriva; in de laatste Connexxion. De concessies zijn voor meerdere jaren verleend.

DAV-concessie Binnenkort loopt de concessie voor DAV af. Hij is in 2007 verleend en loopt tot eind dit jaar. Gedeputeerde staten (GS) hebben nog geen keuze gemaakt uit de drie vervoerders die zich afgelopen zomer hebben ingeschreven voor de race: EBS, Qbuzz en de huidige concessiehouder Arriva.

Programma van Eisen De concessiehouder zal in elk geval het programma van eisen moeten naleven (4). Het programma van eisen (PvE) is vastgesteld door GS. Vaststelling van een PvE is een wettelijke taak voor GS (5); ook hier dus medebewind voor GS. GS van Zuid-Holland hebben het PvE in maart vorig jaar vastgesteld.

Zuid-Hollandse taak voor provinciale staten In de wet is er voor provinciale staten (5a) geen rol weggelegd bij vergunningverlening of vaststelling PvE. Natuurlijk moeten GS aan provinciale staten ook over de uitvoering van medebewindstaken verantwoording afleggen en vragen van individuele statenleden beantwoorden (6). In Zuid-Holland hebben provinciale staten echter van GS afgedwongen dat het PvE wordt gebaseerd op een beleidskader dat provinciale staten hebben vastgesteld. Het beleidskader voor de DAV-concessie is in november 2016 vastgesteld. Provinciale staten konden op die manier toch invloed uitoefenen op het busvervoer. Ik heb in beleidskader of PvE niets kunnen vinden over werktempo en het lijkt erop dat regeling van zo’n onderwerp in PvE of in concessievoorschriften wel degelijk juridisch mogelijk is (7).

Noten:

1: artikelen 19 lid 1 en 22 lid 2 Wet Personenvervoer 2000 (WPV)

1a: zie mijn blog over gedeputeerde staten Gedeputeerde staten

2: artikel. 124 lid 2 Grondwet

3: artikel 1 definitie concessie WPV

4: artikel 34 lid 1 WPV

5: art 44 lid 1 WPV

5a: zie mijn blog over provinciale staten Provinciale staten

6: artikel 176 Provinciewet. Zie ook mijn blog over de verhouding gedeputeerde staten en provinciale staten in het algemeen Gedeputeerde staten

7: artikelen 44 en 32.

Moties in provinciale staten zuid-holland: modalshift groene hart

Vrijdag 5 januari 2018. In de vergadering van provinciale staten van 20 december is de motie Modalshift Groene Hart (hieronder afgekort tot Modalshift) ingediend. Zij gaat over de vernieuwing van de Steekterbrug in Alphen aan den Rijn en verzoekt gedeputeerde staten ”erop toe te zien dat bij de aansluiting van de centrumring of andere lokale infrastructuur op de nieuwe Steekterbrug de capaciteitstoename kan worden ingezet om het openbaar vervoer en fietsverkeer te stimuleren en accommoderen”.

Motie versus amendement Een motie is een verklaring over een onderwerp waarmee een opdracht of oordeel wordt uitgesproken (1). In Modalshift wordt een opdracht uitgesproken, en wel voor gedeputeerde staten. Een motie is iets anders dan een amendement. Een amendement is een voorstel tot wijziging van een ontwerpbesluit naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen (2).

Indiening Er is slechts één Statenlid nodig om een motie in te dienen (3). Modalshift is ingediend door GroenLinks Statenlid Berend Potjer. Een motie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend bij de voorzitter van provinciale staten; andere Statenleden kunnen indiening ondersteunen door haar mede te ondertekenen (4). Modalshift is mede ondertekend door (Statenleden van) PvdA, D66, SP en CDA.

Na indiening Na indiening wordt een motie behandeld in provinciale staten. Na afloop van deze beraadslaging wordt de motie in stemming gebracht, tenzij de indiener haar intrekt (5) of vraagt om aanhouding van de stemming tot een volgende vergadering (6). Modalshift is in stemming gebracht.

Coalitie stemt verdeeld Bij de stemming kan de motie worden aangenomen (7) of verworpen. Een motie is aangenomen als de meerderheid van de aanwezige Statenleden voor heeft gestemd (8). Als een motie in stemming wordt gebracht en de meerderheid niet voor stemt, dan is de motie verworpen. Wat Modalshift betreft, hebben voor gestemd de fractieleden van PVV, D66, CDA, PvdA, SP, GL, PvdD, 50PLUS. Groep Ellen en Verkoelen Groep Leefbaar Zuid-Holland, in totaal 39 Statenleden (van de 55); tegen hebben gestemd de fractieleden van VVD en SGP-CU, in totaal 16 Statenleden (9). De motie is dus aangenomen. Opvallend is dat de coalitie verdeeld heeft gestemd: CDA, D66 en SP hebben voorgestemd, terwijl VVD tegen heeft gestemd (10). Er zijn die dag vijf moties door een oppositiepartij ingediend; Modalshift is de enige die is aangenomen. De andere moties zijn verworpen of ingetrokken. Bij de verworpen moties stemde geen enkele coalitiepartij voor.

Vreemd aan de orde van de dag Er zijn twee soorten moties: moties over een onderwerp dat op de agenda staat (11a) en moties over een niet geagendeerd onderwerp. De laatstbedoelde motie wordt vreemd aan de orde van de dag genoemd (11b). Zo’n motie is actueel en urgent (12). Modalshift is een motie vreemd aan de orde van de dag, want het onderwerp stond niet op de agenda. Een motie vreemd aan de orde van de dag wordt pas na behandeling van alle geagendeerde onderwerpen behandeld (13).

Aangenomen motie bindt GS niet Gedeputeerde staten zijn niet verplicht om een aangenomen motie uit te voeren, tenzij ze hebben gezegd dat ze de motie overnemen. Zij mogen een motie naast zich neerleggen. Zij hoeven dus ook Modalshift niet uit te voeren; zij hoeven er dus niet op toe te zien dat bij de aansluiting van de centrumring of andere lokale infrastructuur op de nieuwe Steekterbrug de capaciteitstoename kan worden ingezet om het openbaar vervoer en fietsverkeer te stimuleren en accommoderen. Provinciale staten beoordelen of een motie al dan niet is uitgevoerd. De indiener kan daarover advies geven. Een uitgevoerde motie wordt ook wel afgedane motie genoemd (14).

Noten

1:artikel 1 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (RvO)
2:artikel 1 RvO
3:artikel 54 lid 1 RvO en 54a lid 1 RvO
4:artikel 54 lid 3 RvO
5:artikel 54 lid 7 RvO
6:artikel 54 leden 9 en 10 RvO
7::artikel 54 lid 11 RvO
8:artikel 30 lid 1 Provinciewet
9:zie blog 17 november Provinciale staten
10:zie blog 24 november Gedeputeerde staten
11a:artikel 54 RvO
11b:artikel 54a RvO
12:artikel 54a lid 1 RvO
13:artikel 54a lid 2 RvO
14:artikel 54 lid 11 RvO

Nieuwe verordening precariobelasting Zuid-Holland

Vrijdag 22 december 2017. Provinciale staten van Zuid-Holland hebben afgelopen woensdag 20 december hun maandelijkse vergadering gehouden. Op de agenda stond onder andere het voorstel voor de Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018, bij agendapunt 3 onderdeel e. Het voorstel is om de huidige verordening hier en daar gewijzigd vast te stellen en te laten gelden vanaf 1 januari.

Precariobelasting is een belasting die de provincie heft voor het hebben van voorwerpen die zich op, onder of boven provinciale grond bevinden (1), zoals een ligplaats voor een boot op het water, een standplaats voor een bloemenkiosk op het trottoir, een reclamebord boven de straat of een ondergrondse leiding (2).

Wie er besluit. Provinciale staten zijn degenen die mogen besluiten over het voorstel (3). Gedeputeerde staten hebben het voorstel gemaakt, omdat zij de beslissingen van provinciale staten moeten voorbereiden (4). Portefeuillehouder is gedeputeerde Jeannette Baljeu (VVD).

Zonder beraadslaging of stemming. Het voorstel stond op de agenda onder de hamerstukken en dus hebben provinciale staten er niet over beraadslaagd. Er is ook niet gestemd over het voorstel, omdat er geen stemming gevraagd is. In dat geval stelt de voorzitter – dat is de commissaris (5) – dat het voorstel is aangenomen (6), zoals ook afgelopen woensdag gebeurde. Eén fractie heeft een stemverklaring afgelegd: de fractie van de PVV zegt daarin dat zij tegen het voorstel is, omdat zij tegenstander is van (elke) provinciale precariobelasting. De provincie is niet verplicht om precariobelasting te heffen. Alle andere fracties steunen het voorstel echter.

Pas gelding na bekendmaking. De Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018 is een verordening die is bedoeld om voor burgers te gelden, zoals ondernemers. Dus heeft de verordening externe werking en is het een algemeen verbindend voorschrift. Een algemeen verbindend voorschrift van de provincie kan pas gaan gelden nadat het is bekendgemaakt in het Provinciaal Blad (7); dit blad is ook digitaal te lezen. De commissaris en de griffier moeten alle stukken ondertekenen die van provinciale staten uitgaan (8), inclusief het stuk waarmee het besluit van provinciale staten wordt ingeschreven in het Provinciaal Blad. In de verordening staat dat zij gaat gelden vanaf 1 januari 2018 (9). Inschrijving in het provinciaal blad zal dus moeten gebeuren tussen 21 december (dag na vaststelling) en 1 januari.

Noten

1:artikel 222c Provinciewet

2:Tarieventabel bij Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018

3:artikel 220 Provinciewet

4:artikel 158 Provinciewet

5:artikel 9 Provinciewet

6:artikel 39 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland

7:artikel 136 Provinciewet

8:artikel 32a Provinciewet

9:artikel 17 Verordening precariobelasting Zuid-Holland 2018

De agenda van provinciale staten van Zuid-Holland

Vrijdag 15 december 2017. Woensdag 20 december vergadert provinciale staten van Zuid-Holland. De Statenleden hebben twee weken eerder een uitnodiging ontvangen van de commissaris van de Koning. Daarbij zaten ook de agenda en vergaderstukken; vanaf dat moment kan iedereen ze inzien (1), bijvoorbeeld op de website van de provincie (2).

Conceptagenda De agenda is hier de conceptagenda. Hij wordt pas definitief aan het begin van de vergadering. Dan wordt de agenda namelijk vastgesteld door provinciale staten; meestal is dat bij agendapunt 1, de regeling van werkzaamheden (3).

Agendacommissie De conceptagenda wordt opgesteld door de Agendacommissie (4). Daarin hebben zitting de commissaris, de vier commissievoorzitters en de voorzitter van de Commissie voor Onderzoek van de Rekening. Voorzitter is de commissaris. De griffier maakt er ook deel van uit, maar als er gestemd wordt, mag hij niet meestemmen (5). Bij een stemming beslist de meerderheid van de aanwezigen; bij het staken der stemmen beslist de commissaris (6). De vergaderingen zijn in beginsel openbaar (7). Er wordt ook een verslag van gemaakt dat iedereen op de website van de provincie zou kunnen inzien (8), maar ik heb er nog geen kunnen vinden.

Toevoegen van agendapunten. Elk Statenlid kan voorstellen een agendapunt toe te voegen aan de conceptagenda (9). Hij moet zijn voorstel wel toelichten (10). Voor de vergadering van 20 december stellen statenleden van GroenLinks en 50PLUS voor om de (ontwerp) Nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2018-2021 toe te voegen aan de agenda. Provinciale staten zullen beslissen of het agendapunt daadwerkelijk wordt toegevoegd; die beslissing nemen ze bij agendapunt 1.

Bespreekstukken en hamerstukken. De Agendacommissie maakt niet alleen een concept van de agendapunten maar ook of bij een agendapunt sprake is van bespreekstuk of hamerstuk (11). Bij een bespreekstuk nemen provinciale staten pas een besluit na beraadslagingen. Bij een hamerstuk nemen zij een een besluit zonder beraadslagingen. De bespreekstukken staan bij agendapunt 2; de hamerstukken bij agendapunt 3.

Noten

1:artikel 19 Provinciewet

2:artikel 11 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (afgekort: RvO)

3:artikel 12 RvO

4:artikel 104 RvO

5:artikel 103 RvO

6:artikel 112 RvO

7:artikel 109 RvO

8:artikel 113 RvO

9:artikel 143a Provinciewet

10:artikel 13 RvO

11:artikel 104 RvO.

Hoorzitting over locaties voor windturbines in Rotterdam e.o.

Vrijdag 8 december 2017. De commissie kan besluiten om een afzonderlijke hoorzitting over een onderwerp te houden (1), bijvoorbeeld omdat over dat onderwerp heel veel insprekers worden verwacht. De commissie Ruimte en Leefomgeving (R&L) heeft op 15 en 22 november een hoorzitting gehouden over locaties in de Rotterdamse regio waar plaatsing van windmolens mogelijk moet worden.

In plaats van inspreken bij commissievergadering

Na een hoorzitting mag niemand meer bij de commissievergadering waarop dat onderwerp is geagendeerd inspreken (2), zoals voorzitter Marischa Kip (CDA) ook meedeelde aan het begin van de hoorzitting. Een hoorzitting komt namelijk in plaats van het inspreken bij een commissievergadering.

Een burger of een organisatie mag bij een commissievergadering het woord voeren zolang het maar gaat over een onderwerp dat op de agenda staat (3) en gebeurt op het juiste moment (4). Natuurlijk moet hij dat vooraf kenbaar maken, bij de commissiegriffier (5) en mag hij pas het woord nemen nadat de voorzitter hem het woord heeft gegeven (6). Per inspreker is de spreektijd maximaal 5 minuten en voor alle insprekers gezamenlijk niet meer dan een half uur (7).

Hoorzitting over voorstel gedeputeerde staten

Het dagelijks bestuur van de provincie (gedeputeerde staten) heeft in het voorjaar een voorstel gedaan voor 17 locaties voor windmolens. Daarop hebben bijna 400 burgers, organisaties en enkele gemeenten zienswijzen ingediend. Verwacht mocht worden dat velen hun zienswijze in de commissie mondeling wilden toelichten, zodat er veel meer dan een half uur vergadertijd mee zou zijn gemoeid. Daarom is besloten tot het houden van een afzonderlijke hoorzitting. Hoorzittingen zijn openbaar (8) .

Gedeputeerde mag er niet bij zijn

Bij een hoorzitting zijn commissieleden van verschillende fracties aanwezig. Bijna alle fracties waren aanwezig bij de hoorzitting over de windmolenlocaties. De verantwoordelijke gedeputeerde was niet aanwezig: een hoorzitting is geen commissievergadering en daarom is een gedeputeerde zonder uitnodiging daarbij niet welkom (9).

Bijna 70 insprekers

Gelukkig wilden niet alle 400 inspreken op de hoorzitting! Bijna 70 van hen gelukkig wel. Dat heeft geleid tot twee hoorzittingen, op 15 en 22 november. Zij duurden samen bijna 17 uur, inclusief welverdiende pauzes. De commissie heeft vooraf de spreektijd per inspreker vastgesteld (10). De voorzitter mag een inspreker bij langer spreken afkappen (11).

Vragen voor bijna de helft van hen

Een commissielid kan een inspreker vragen stellen (12). Dat gebeurde bij ongeveer de helft van de insprekers. Nadrukkelijk is het niet de bedoeling dat commissieleden met insprekers of met elkaar in debat treden (13). De grens hiertussen is niet altijd even scherp te trekken.

Na de hoorzitting

De commissie heeft op 29 november vergaderd over het voorstel van gedeputeerde staten. Uiteraard was de verantwoordelijke gedeputeerde daarbij wel aanwezig. De commissie moet de besluitvorming van provinciale staten voorbereiden (14), bijvoorbeeld door te adviseren over het voorstel van gedeputeerde staten. Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik niet weet wat de uitkomst was van de commissievergadering. Provinciale staten zullen in de vergadering van 20 december een besluit nemen, althans het staat voor dan op de agenda.

Juridische noten

1: artikel 86 lid 1 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (hieronder afgekort tot RvO)

2: artikel 86 lid 1 RvO

3: artikel 79 lid 1 RvO

4: artikel 79 lid 4 RvO

5: artikel 79 lid 4 RvO

6: artikel 77 lid 3 RvO

7: artikel 79 lid 5 RvO

8: artikel 86 lid 4 RvO

9: artikel 80 lid 5 juncto artikel 21 lid 2 Provinciewet

10: artikel 86 lid 5 RvO

11: artikel 86 lid 6 RvO

12: artikel 86 lid 2 RvO

13: artikel 86 lid 2 RvO

14: artikel 80 lid 1 Provinciewet

De commissies van de provincie Zuid-Holland

Vrijdag 1 december 2017. Provinciale staten kunnen statencommissies instellen die besluitvorming van provinciale staten kunnen voorbereiden en die met gedeputeerde staten of de commissaris kunnen overleggen (1). In Zuid-Holland zijn vier statencommissies ingesteld: Bestuur en Middelen (BenM), Duurzame Ontwikkeling (geen officiële afkorting), Ruimte en Leefomgeving (RenL) en Verkeer en Milieu (VenM).

Bij de samenstelling van een statencommissie moeten provinciale staten, voor zover het de benoeming betreft van leden van provinciale staten, zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in provinciale staten vertegenwoordigde groeperingen (2). In Zuid-Holland zijn alle statenleden automatisch lid van elke statencommissie (3).

Een vergadering gaat pas door als minstens 28 statenleden zijn vertegenwoordigd (4). Een fractie is met hooguit drie statenleden aanwezig in een vergadering (5). Slechts een van hen voert het woord over een onderwerp (6). Dat gebeurt pas nadat de commissievoorzitter spreker het woord heeft gegeven (7). Een onderwerp wordt in beginsel in twee termijnen behandeld (8). De woordvoerder voert in elke termijn slechts een keer het woord (9).

Commissievoorzitters

Commissievoorzitter moet statenlid zijn (10). In Zuid-Holland benoemen provinciale staten de commissievoorzitters (11). Benoemd werden statenleden van VVD, CDA, Pvda en D66. Slechts een van de vier is dus van een oppositiepartij (PvdA).

De commissievoorzitter mag ter vergadering ook zelf het woord voeren over een onderwerp (12).

Gedeputeerden

De commissie mag een gedeputeerde uitnodigen om ter vergadering aanwezig te zijn (13). In Zuid-Holland gebeurt dat door vermelding van diens naam bij een agendapunt (14). Hij of zij moet dan komen of een andere gedeputeerde in de plaats sturen (15). Een gedeputeerde mag ook zonder uitnodiging aanwezig zijn en het woord voeren (16), uiteraard pas nadat de commissievoorzitter hem of haar het woord heeft verleend (17).

Publiek

De vergadering van een commissie is openbaar (18), zodat publiek aanwezig mag zijn op de daarvoor aangewezen plaatsen (19). Er wordt eens per maand in het Provinciehuis in Den Haag vergaderd, terwijl de vergadering ook thuis op internet via webcast is te volgen.

1: artikel 80 lid 1 Provinciewet

2: artikel 80 lid 3 Provinciewet

3: artikel 64 lid 1 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland

4: artikel 73 lid 1 van het Reglement van Orde

5: artikel 64 lid 2 van het Reglement van Orde

6: artikel 64 lid 4 van het Reglement van Orde

7: artikel 77 lid 3 van het Reglement van Orde

8: artikel 78 lid 1van het Reglement van Orde

9: artikel 78 lid 3 van het Reglement van Orde

10: artikel 80 lid 4 Provinciewet

11: artikel 69 lid 2 van het Reglement van Orde

12: artikel 80 lid 5 juncto artikel 21 lid 1 Provinciewet

13: artikel 80 lid 5 juncto artikel 21 lid 3 Provinciewet

14: artikel 66 lid 2 Reglement van Orde

15: artikel 66 lid 3 Reglement van Orde

16: artikel 80 lid 5 juncto artikel 21 lid 2 Provinciewet

17: artikel 77 lid 3 Reglement van Orde

18: artikel 80 lid 5 juncto artikel 23 lid1 Provinciewet

19: artikel 80c lid 1 Reglement van Orde

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Vrijdag 24 november 2017. Het dagelijks bestuur van een provincie heet gedeputeerde staten. Het bestaat uit de commissaris van de Koning en maximaal zeven anderen; die anderen heten gedeputeerden. In Zuid-Holland zijn er vijf gedeputeerden. Zij moeten de Nederlandse nationaliteit hebben en in Zuid-Holland wonen. Als ze lid zijn van provinciale staten – dat is het parlement van de provincie (zie ook mijn blog van 17 november) – moeten ze dat lidmaatschap beëindigen. Ze mogen evenmin gemeenteraadslid, wethouder of burgemeester zijn.

Commissaris van de Koning

De regering benoemt de commissaris van de Koning voor zes jaar en volgt daarbij in principe de aanbeveling van provinciale staten. Jaap Smit is in 2013 als commissaris in Zuid-Holland benoemd; zijn eerste termijn loopt dus tot 2019. De vorige provinciale staten hebben daarvoor een aanbeveling gedaan. De commissaris is de voorzitter van gedeputeerde staten. De vergaderingen zijn niet openbaar. Alle stukken die van gedeputeerde staten uitgaan moeten worden ondertekend door de commissaris en de secretaris.

Coalitieakkoord 2015

Elke nieuwe provinciale staten kiest en benoemt de gedeputeerden. Daaraan gaan onderhandelingen tussen de verschillende fracties in provinciale staten vooraf. Bij die onderhandelingen gaat het er vooral om tot afspraken te komen over het nieuwe beleid, en minder over wie de gedeputeerden worden. Er moet een coalitieakkoord tot stand komen tussen fracties die samen de meerderheid hebben in provinciale staten. In Zuid-Holland hebben VVD, CDA, D66 en SP elkaar gevonden in een coalitieakkoord met de naam Slimmer, schoner en sterker. Deze vier fracties bezitten 29 van de 55 zetels. Dat is dus een meerderheid, maar ondanks dat er vier partijen meedoen is het geen heel grote meerderheid! De fracties hebben niet lang over dit coalitieakkoord hoeven onderhandelen: provinciale verkiezingen waren op 18 maart 2015 en het akkoord was in mei al helemaal klaar, inclusief de keuze van de gedeputeerden die het gaan uitvoeren.

Voortgezette coalitie

Het zal er zeker mee te maken hebben gehad dat deze coalitie een voortzetting is van de vorige. Ook toen werd de coalitie gevormd door VVD, CDA, D66 en SP. Deze partijen bezaten in de vorige periode 28 van de 55 zetels; dat is een zetel minder dan nu. Er is wel meer ”onderling geschoven” met zetels: de VVD heeft twee zetels verloren terwijl D66 er twee en CDA er een heeft gewonnen. De verdeling van gedeputeerden over de partijen is dezelfde: twee voor VVD en voor de andere partijen elk een. Rik Janssen (SP) en Han Weber (D66) waren ook in de vorige coalitie gedeputeerden.

Vertrouwen

Gedeputeerden moeten het (politieke) vertrouwen hebben van provinciale staten. Niet alleen bij hun benoeming maar ook daarna. Anders moeten ze aftreden. Ze kunnen niet aanblijven zonder het vertrouwen van de meerderheid van provinciale staten. Provinciale staten kunnen ook het vertrouwen opzeggen in één van de gedeputeerden terwijl ze vertrouwen behouden in de andere gedeputeerden.

Juridische bronnen: Provinciewet artikelen 34, 35a, 35b en 10, 35c, 36, 49, 54, 59a, 61

Provinciale Staten van Zuid-Holland

Vrijdag 17 november 2017. Het provinciebestuur bestaat uit een volksvertegenwoordiging en een dagelijks bestuur. Die volksvertegenwoordiging heet Provinciale Staten. Provinciale staten wordt gekozen door alle meerderjarige Nederlanders die in de provincie wonen (en die van hun stemrecht gebruik maken).

De laatste verkiezingen voor Provinciale Staten waren in 2015. De volgende zijn in 2019. Er zijn 55 Statenleden. Het aantal Statenleden verschilt per provincie (artikel 8 lid 1 Provinciewet). Zeeland heeft met minder dan 400.000 inwoners 39 Statenleden. Zuid-Holland is de provincie met de meeste inwoners. Alle provincies met meer dan 2 miljoen inwoners hebben 55 Statenleden, zodat niet alleen Zuid-Holland (3,6 miljoen) maar ook bijvoorbeeld Noord-Holland (2,7 miljoen) 55 Statenleden heeft.

Die 55 Zuid-Hollandse Statenleden zijn verdeeld over elf fracties en groepen. De VVD is met tien leden de grootste fractie. Daarna volgen PVV en D66 met zeven leden, CDA is met zes leden net zo groot als de gecombineerde fractie van CU en SGP, PvdA en SP hebben elk vijf leden, GroenLinks drie leden, Partij voor de Dieren en 50PLUS elk twee leden en ten slotte zijn er nog de Groep Ellen Verkoelen en Groep Leefbaar Zuid-Holland met elk een lid.

De VVD is in de afgelopen dertig jaar als grootste partij bij de helft van alle Zuid-Hollandse provinciale verkiezingen uit de stembus gekomen. Groep Leefbaar Zuid-Holland is een afscheiding van PVV; Groep Ellen Verkoelen is een afscheiding van CDA.

Statenleden die zich na de verkiezingen afscheiden van een fractie worden beschouwd als een groep (artikel 5a Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, afgekort RvO).

Er wordt in de regel eens per maand op een woensdag vergaderd. De vergaderingen worden gehouden op het Provinciehuis in Den Haag. Zij zijn openbaar (artikel 23 lid 1 Provinciewet) en kunnen ook thuis gevolgd worden via de webcast.

Statenleden hebben een vaste plaats in de vergaderzaal (artikel 15 RvO).

Naarmate een fractie/groep groter is heeft zij recht op meer spreektijd in de vergadering (artikel 20 lid 3 RvO). Een groep krijgt minder spreektijd dan een fractie van dezelfde omvang (artikel 20 lid 3 RvO).

Voorzitter van de vergadering is de commissaris van de Koning (artikel 9 Provinciewet), de heer Jaap Smit. Hij is benoemd door de regering, maar de regering volgt in beginsel de aanbeveling van Provinciale Staten (artikel 61 Provinciewet).