Verkiezingen in Engeland en Frankrijk

VRIJDAG 28 JUNI 2024 Aanstaande zondag zijn er in Frankrijk parlementaire verkiezingen en aanstaande donderdag is dat in het Verenigd Koninkrijk het geval. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen van parlementaire verkiezingen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk?

150 EN MEER Eerst even het aantal Kamerleden. Dat verschilt per land. De Nederlandse Tweede Kamer heeft 150 Kamerleden, zie artikel 51 van de Grondwet. Het Britse House of Commons heeft er 650. De Franse Assemblée nationale heeft er 577, zie artikel LO119 van de Code électoral.De Code électoral is de kieswet van Frankrijk.

4 of 5 De Nederlandse Tweede Kamer heeft een zittingsduur van vier jaar, tenzij er vervroegde verkiezingen worden gehouden, zie artikel 52 van de Grondwet. Bij het House of Commons en de Assemblée nationale is dat vijf jaar, zie artikel 4 van de Dissolution and Calling of Parliament Act 2022 en zie artikel LO121 van de Code électoral.

18 Wie mogen hun stem uitbrengen? Dat is in alle landen hetzelfde: 18 jaar en de Nederlandse, Britse of Franse nationaliteit hebben, zie artikel 54 van de Grondwet, artikel 1 van de Representation of the People Act 1983 en artikel L2 van de Code électoral. In het Verenigd Koninkrijk is niet altijd de Britse nationaliteit vereist.

KRING Tweede Kamerleden worden gekozen in kieskringen, zie artikel E1 van de Kieswet. Er zijn 20 kieskringen, waarvan 19 in Nederland. Per kieskring worden meerdere Kamerleden gekozen. Wie zich kandidaat stelt in de ene kieskring, mag dat ook doen in een of meer andere kieskringen.

CONSTITUENCY Dat is anders in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk. Britse Kamerleden worden gekozen in kiesdistricten (constituencies). Er zijn 650 kiesdistricten. Per kiesdistrict wordt één Kamerlid gekozen. Wie zich kandidaat stelt voor het Kamerlidmaatschap, mag dat in slechts één kiesdistrict doen.

CONSCRIPTION Ook Franse Kamerleden worden gekozen in kiesdistricten (conscriptions), zie artikel L124 van de Code électoral. Frankrijk heeft ongeveer 550 kiesdistricten. Net als in het Verenigd Koninkrijk wordt per kiesdistrict slechts één Kamerlid gekozen. En ook hier geldt: wie zich kandidaat stelt voor het Kamerlidmaatschap, mag dat in slechts één kiesdistrict doen, zie artikel L156.

LIJSTEN Kandidaten voor de Tweede Kamer staan op een kandidatenlijst waarboven (bijna altijd) de naam van een of meer politieke partijen staat, zie artikel G2 van de Kieswet. Er staat bijvoorbeeld VVD, GroenLinks-PvdA of NSC. Op zo’n kandidatenlijsten staan altijd meerdere kandidaten. Dat kunnen er wel 80 zijn, zie artikel H6 van de Kieswet.

KANDIDATEN Dat is anders in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk. Britse kandidaten staan niet op een kandidatenlijst. Natuurlijk stellen de meeste kandidaten zich meestal wél verkiesbaar namens een politieke partij. Bijvoorbeeld namens Conservative Party, Labour Party of Lib Dems. Er zijn geen kandidatenlijsten, want elke partij heeft slechts één kandidaat per kiesdistrict.

KANDIDATEN Ook de Franse kandidaten staan niet op een kandidatenlijst. Ook zij stellen zich meestal wél verkiesbaar namens een politieke partij of een alliantie van partijen. Bijvoorbeeld namens de (radicaalrechtse) partij Rassemblement national, de (linkse) alliantie Nouveau Front populaire of de (centrum) alliantie van regeringspartijen Ensemble. Ook hier geldt: er zijn geen kandidatenlijsten, want elke partij of alliantie heeft slechts één kandidaat per kiesdistrict.

½ PROCENT De Tweede Kamerkandidaat die in alle kieskringen gezamenlijk een (ruime) 1/2 % van alle stemmen krijgt die in het hele land zijn uitgebracht heeft in elk geval een Kamerzetel gewonnen – dat is namelijk de kiesdeler – maar onder omstandigheden kan ook een nog veel lager percentage voldoende zijn, zie de artikelen van Hoofdstuk P van de Kieswet.

FPTP Dat is anders in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk. De Britse kandidaat die in zijn kiesdistrict de meeste van de uitgebrachte stemmen krijgt heeft gewonnen. Dit is het First Past The Post, afgekort tot FPTP. Eén verkiezingsdag oftewel ronde voldoet dan ook altijd in het Verenigd Koninkrijk.  

1 TOUR In Frankrijk is het anders dan in ons land, maar ook anders dan in het Verenigd Koninkrijk. De Franse kandidaat die in zijn kiesdistrict meer dan de helft van alle uitgebrachte stemmen krijgt heeft gewonnen, mits het aantal op hem uitgebrachte stemmen bovendien 25% of meer is dan het aantal kiesgerechtigden in het kiesdistrict, zie artikel L126 van de Code électoral. Als hij niet zoveel stemmen krijgt is een tweede ronde nodig. Die wordt een week later gehouden, dit keer is dat op zondag 6 juli. Die 25% van de kiesgerechtigden is in de praktijk een heus obstakel, want net als in Nederland gaat ook in Frankrijk lang niet elke kiesgerechtigde stemmen.

2 TOURS Het gebeurt niet vaak dat een kandidaat in de eerst ronde voor de Franse parlementsverkiezingen voldoende stemmen haalt (in het Frans ‘tour’ genaamd). In het overgrote deel van de kiesdistricten zal er dan ook een tweede ronde worden gehouden. Aan de tweede ronde mogen alleen de kandidaten meedoen op wie in de eerste ronde tenminste zoveel stemmen zijn uitgebracht als 12,5% van het aantal kiesgerechtigden in het kiesdistrict. Als dat maar één kandidaat is, dan mag de kandidaat die na hem de meeste stemmen heeft gekregen toch ook meedoen. Als geen enkele kandidaat aan die 12,5% voldoet, dan mogen diezelfde twee kandidaten toch meedoen. Andere kandidaten uit de eerste ronde mogen niet meer meedoen. Zie artikel 162 van de Code électoral.

BRONNEN Naast de bovenstaande wetten, is geraadpleegd L.F.M. Besselink e.a., Het staatsrecht van 7 Europese landen, Wolters Kluwer: 2018, website Parliament.uk (house of commons).

Mr. Leon

Volgende week is er weer een nieuwe bijdrage.

In de ministerraad van het kabinet-Schoof

WOENSDAG 19 JUNI 2024 Er lijkt weinig meer in de weg te staan aan de officiële (koninklijke) benoeming van het kabinet-Schoof. Een nieuw kabinet betekent ook een nieuwe ministerraad. Hoe zien de politieke verhoudingen eruit in de nieuwe ministerraad?

HOMOGENITEIT Om te beginnen eerst de vraag: wat doet de ministerraad eigenlijk? De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid, artikel 45 Grondwet. Dat klinkt vrij vaag maar betekent o.a. dat in de ministerraad wordt beraadslaagd en besloten over alle wetsvoorstellen voordat een minister ze bij de Tweede Kamer indient, en eventueel nog een keer terwijl ze al in het parlement worden behandeld, artikel 4 Reglement van orde voor de ministerraad. Ook wordt in de ministerraad beraadslaagd en besloten over bijvoorbeeld verdragen en benoeming/ontslag van hoge ambtenaren, hoge rechters en burgemeesters van de grotere gemeenten. En over bijvoorbeeld het Nederlands standpunt dat in de vergaderingen van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie zal worden ingenomen. De ministerraad is dus heel belangrijk! Er zijn echter ook heel wat besluiten die een minister zelfstandig kan nemen en niet eerst hoeft voor te leggen aan de ministerraad.

MINISTERS Neemt het hele kabinet deel aan de beraadslagingen en het nemen van besluiten in de ministerraad? De ministers wél: de ministerraad bestaat uit de minister-president en de andere ministers, artikel 45 Grondwet. In de vergaderingen van de ministerraad mogen zij het woord nemen en hebben ze stemrecht bij het nemen van besluiten, artikel 11 reglement. In beginsel wordt er tenminste elke vrijdag vergaderd, artikel 8 reglement.

STAATSSECRETARISSEN Staatssecretarissen mogen soms deelnemen aan de vergaderingen van de ministerraad. Maar dan alleen om te adviseren. Ze hebben nooit stemrecht bij het nemen van besluiten, artikel 3 reglement. Ministerraad en kabinet is dus niet hetzelfde!

5/4/4/2/1 Voor de politieke verhoudingen in de ministerraad is het dus belangrijk hoe de ministersposten zijn verdeeld over de vier coalitiepartijen. Het aanstaande kabinet-Schoof bestaat uit zestien ministers (en 13 staatssecretarissen). Er komen vijf PVV-ministers, vier VVD-ministers en vier NSC-ministers, en twee BBB-ministers. De minister-president of te wel premier (Dick Schoof) is partijloos. Gezamenlijk hebben VVD en NSC dus één minister meer dan PVV en BBB.

HELFT PLUS 1 In de ministerraad worden besluiten zoveel mogelijk unaniem genomen zodat alle ministers kunnen instemmen met het voorgestelde besluit, artikel 11 reglement. Maar het kan gebeuren dat er geen eensgezindheid is. Als dat er niet is, wordt er gestemd over het voorstel. Daarbij heeft elke minister één stem. Ook de minister-president. Voor het nemen van een besluit is de gewone meerderheid (de helft plus een) voldoende. Dat is de helft plus een van de stemmen van de ministers die in de vergadering aanwezig zijn. Er geldt bij stemming ook een quorumeis: minstens de helft van de ministers moet present zijn; in het kabinet-Schoof is de quorumeis dus acht ministers. Als er elf ministers aanwezig zijn, dan is voor het aannemen van een voorgesteld besluit voldoende dat zes ministers vóór stemmen.   

1 = 2 Bij het staken van de stemmen volgt er uitstel en wordt in de volgende vergadering opnieuw gestemd. Als uitstel niet mogelijk is of als alle (zestien) ministers aanwezig zijn, is de stem van de minister-president doorslaggevend, artikel 11 reglement. Volgens het Handboek voor bewindspersonen dienen ministers de hele vrijdag beschikbaar te zijn voor het bijwonen van de ministerraadsvergaderingen. In een voltallige vergadering heeft de minister-president bij het staken der stemmen de doorslaggevende stem. In zo’n geval staken de stemmen bijvoorbeeld als de vier VVD-ministers en de vier NSC-ministers anders stemmen dan de vijf PVV-ministers, de twee BBB-ministers en de premier. Dan zal dus worden besloten in overeenstemming met wat de ministers van PVV, BBB en premier hebben gestemd.      

HOMOGENITEIT De minister die tegen een aangenomen voorstel heeft gestemd, mag in geen geval in strijd handelen met dat besluit, artikel 12 reglement. Dat geldt ook voor de staatssecretarissen. Als bijvoorbeeld de vier NSC-ministers zich niet kunnen vinden in een besluit van de ministerraad, dan moeten zij zich er toch bij neerleggen. Ze mogen dan zelfs niet naar buiten toe laten blijken dat ze het er niet mee eens zijn, artikel 26 reglement.

BRONNEN Naast de genoemde artikelen en het Handboek voor bewindspersonen (2022) is geraadpleegd P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgende week weer een nieuwe bijdrage!

Emmanuel Macron wil snel nieuwe verkiezingen

WOENSDAG 12 JUNI 2024 Afgelopen zondag heeft Emmanuel Macron – de president van Frankrijk – besloten tot het houden van vervroegde verkiezingen voor de Assemblée nationale. Dat is hun Tweede Kamer. De verkiezingen vinden al eind deze maand plaats, namelijk op zondag 30 juni. Waarom op zo’n korte termijn?

DISSOLUTION Het zijn vervroegde verkiezingen, want de huidige Assemblée nationale is krap twee jaar geleden gekozen en had dus eigenlijk nog drie jaar te gaan, zie artikel LO121 van de Franse Kieswet (Code électoral). Waarom nu al vervroegde verkiezingen willen houden?

COUP DE TONNERRE Dat vereist enige achtergrondkennis van de Franse politiek. Afgelopen zondag waren de Europese verkiezingen in Frankrijk. Kort na het sluiten van de stembureaus heeft Macron zijn besluit bekendgemaakt. Uit de exitpolls bleek dat zijn partij slechts 14% van de stemmen had gekregen, terwijl de grote rivaal bij die verkiezingen ruim 31% van de stemmen had gekregen. Dat kwam aan als een donderslag bij heldere hemel. Macron’s partij heet Renaissance, die van de grote rivaal heet Rassemblement national.

MINORITAIRE De Franse regering is sinds de verkiezingen van twee jaar geleden een minderheidsregering. Macron’s eigen partij heeft samen met de twee coalitiepartijen bij lange na geen meerderheid. Er zijn drie grote oppositiepartijen die samen wél een meerderheid hebben. De grootste oppositiepartij is het radicaal-rechtse Rassemblement national, van Marine Le Pen.

OPPOSITION De andere twee oppositiepartijen zijn het linkse NUPES en de centrumrechtse Republikeinen. Deze drie oppositiepartijen zijn dus zeer verschillend. Voor een parlementaire meerderheid is de steun van één oppositiepartij voldoende. In de afgelopen twee jaar is echter gebleken dat die steun er vaak niet was zodat er geen meerderheid bestond voor de plannen en voorstellen van de regering. Een enkele keer konden de oppositiepartijen door onderlinge afstemming bijna zelfs een motie van wantrouwen tegen de regering aangenomen krijgen.

DISCRÈTEMENT Macron heeft zijn besluit om vervroegde verkiezingen te houden maandenlang voorbereid. Slechts een handjevol mensen waren daarbij betrokken en van op de hoogte. Voor veel ministers was het besluit een verrassing, net als voor de coalitiepartijen. De avond van de Europese verkiezingen was bedacht als een van de mogelijke momenten van bekendmaking, namelijk als de resultaten van die verkiezing heel erg zouden tegenvallen (en dat was het geval). Oké, maar waarom dan nog in dezelfde maand verkiezingen willen houden?

20 JOURS AU MOINS Dat heeft te maken met de grondwet en met dé nationale feestdag in Frankrijk. In artikel 12 van de Franse grondwet (‘Constitution’) staat namelijk dat verkiezingen moeten worden gehouden tussen de twintig en veertig dagen nadat het besluit is bekendgemaakt. De verkiezingsdag is vastgesteld op zondag 30 juni. In Frankrijk worden verkiezingen trouwens altijd op zondag gehouden, zie artikel L55 van de Franse Kieswet. 30 juni is de 21e dag en is dus in overeenstemming met artikel 12 van de grondwet. Het was grondwettelijk echter ook twee weken later mogelijk geweest. Waarom is niet van deze mogelijkheid gebruik gemaakt?

14 JUILLET Omdat het twee weken later zondag 14 juli is. Op die dag kan het niet, want dat is de nationale feestdag van Frankrijk. ‘Quatorze Juillet’ is de dag waarop de bestorming van de Bastille-gevangenis van 1789 wordt herdacht waarmee de Franse Revolutie begon. Oké, maar waarom dan niet in elk geval één week later verkiezingen gehouden, op zondag 7 juli?

DIMANCHE SUIVANT Omdat er voor de nationale parlementaire verkiezingen in Frankrijk altijd twee achtereenvolgende zondagen moeten worden gereserveerd, zie artikelen L56 en L123 van de Franse Kieswet. Als 7 juli de eerste verkiezingszondag zou zijn, dan is 14 juli dus de tweede. En die viel af. Maar waarom eigenlijk niet de zondag na 14 juli als eerste verkiezingszondag (21 juli)?  

40 JOURS AU PLUS Omdat volgens artikel 12 van de grondwet beide zondagen binnen de 40 dagen termijn moeten liggen. De laatste dag van die termijn is 19 juli. Zondag 21 juli is daarom te laat, zondag 28 juli dus sowieso.

NEDERLAND? Ook in Nederland zijn vervroegde verkiezingen van de Tweede Kamer mogelijk. Die zijn o.a. vorig jaar gehouden. Hoe is het hier eigenlijk geregeld?

REGERING In Nederland is het de regering die kan besluiten tot het houden van vervroegde Tweede Kamerverkiezingen, zie artikel 64 lid 1 Grondwet. Zoals het in Frankrijk de president is, zo is het in ons land de regering die hiertoe kan besluiten. Net als in Frankrijk is daarvoor ook in ons land geen toestemming of goedkeuring nodig van de volksvertegenwoordiging.

3 MAANDEN In Nederland moet de nieuw gekozen Tweede Kamer binnen drie maanden na het besluit samenkomen, zie artikel 64 lid 2 Grondwet. In de tussentijd zullen er dus verkiezingen moeten zijn gehouden. Zoals gezegd is de huidige Tweede Kamer na vervroegde verkiezingen gekozen. De regering (Rutte IV) heeft begin september vorig jaar besloten om vervroegde verkiezingen te houden. Dat was nog geen twee jaar na de reguliere verkiezingen. Verkiezingen waren in november, en begin december kwam de huidige Tweede Kamer voor het eerst samen. In ons land staat er dus voor het houden van verkiezingen geen minimumtermijn in de grondwet en is de maximumtermijn heel wat langer dan in Frankrijk.

BRONNEN Naast bovenstaande artikelen zijn geraadpleegd de online versie van afgelopen maandag en dinsdag gepubliceerde artikelen in dagblad Le Monde; P.P.T. Bovend’Eert & H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, Wolters Kluwer: 2017; P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018; het Besluit van 8 september 2023, houdende de ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (gepubliceerd in het Staatsblad 2023, 302); Wikipedia (Franse nationale feestdag).

Mr. Leon

Volgende week vrijdag 21 juni weer een nieuwe bijdrage!

Wanneer is er ‘echt’ het kabinet-Schoof?

VRIJDAG 7 JUNI 2024 Het einde van de kabinetsformatie komt in zicht. De fractieleiders van de formerende partijen zijn al dagenlang druk met het verdelen van de ministersposten en hebben zo goed als zeker hun namenlijstje al een tijdje klaarliggen, aldus dagblad NRC afgelopen woensdag. Als iemand die gevraagd wordt om minister te worden daarmee instemt en vervolgens door screening en hoorzitting in de Tweede Kamer heen komt, is zij of hij dan ‘echt’ minister geworden?

BESLUIT Nee. Om minister te worden, moet je namelijk ook nog worden benoemd. Voor die benoeming is een schriftelijk besluit nodig. Is het de Tweede Kamer die dit besluit neemt? 

KONINKLIJK BESLUIT Nee. Ministers worden bij koninklijk besluit benoemd, zie artikel 43 Grondwet. Een koninklijk besluit wordt ondertekend door de Koning, zie artikel 47 Grondwet. Is de handtekening van de Koning voldoende?

MEDEONDERTEKENING Nee. Er is ook een contraseign nodig, dat wil zeggen een medeondertekening. Die medeondertekening komt hier van de nieuwe minister-president, zie artikel 48 Grondwet. Naar alle waarschijnlijkheid wordt Dick Schoof de nieuwe minister-president of te wel premier. Ook zijn handtekening moet dus onder het koninklijk besluit staan waarmee ministers worden benoemd. Is daarmee de minister ‘echt’ minister geworden? Ja.

BEËDIGING? Beëdiging van de nieuwe ministers is namelijk niet nodig om ‘echt’ minister te worden. Beëdiging is het ten overstaan van de Koning afleggen van een eed, dan wel een verklaring en belofte, van zuivering en het trouw zweren of beloven aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van het ministersambt, zie artikel 49 Grondwet.

BORDESSCÈNE? Na beëdiging vindt op dezelfde dag de bordesscène plaats. Dat is de presentatie van alle ministers met in hun midden de Koning op de trappen van (waarschijnlijk) Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Hiervan wordt altijd een officiële foto gemaakt die de dag erna in alle dagbladen staat. Het is niet nodig om aanwezig te zijn bij de bordesscène om ‘echt’ minister te worden.

REGERINGSVERKLARING? Daarvoor is ook de regeringsverklaring niet nodig. De regeringsverklaring is de presentatie van het nieuwe kabinet in het parlement en bij die presentatie worden de hoofdlijnen van het regeringsbeleid voor de komende kabinetsperiode uiteengezet.

EN DE PREMIER? Het koninklijk besluit van benoeming dat is ondertekend door Koning en nieuwe minister-president voldoet dus voor de benoeming van een minister. Maar wat is nodig voor de benoeming van de nieuwe minister-president of te wel premier?

DIE OOK PER KB Ook daarvoor is nodig en voldoende een koninklijk besluit dat is ondertekend door de Koning en de minister-president, zie artikelen 47 en 48 Grondwet. Wordt hier met de minister-president de zittende premier bedoeld? De zittende minister-president is sinds twaalf jaar Mark Rutte. Nee, het is niet de zittende premier. In artikel 48 Grondwet wordt met de minister-president bedoeld de beoogde minister-president. Het is dus de beoogde premier die zijn eigen benoemingsbesluit medeondertekent! 

RUTTE I Toen Mark Rutte tweeënhalf jaar geleden minister-president werd van het kabinet Rutte IV, was het Rutte die zijn eigen benoemingsbesluit medeondertekende. Mark Rutte was toen echter al minister-president, namelijk van het kabinet Rutte III. Dat is het verschil met Dick Schoof straks: hij zal bij de medeondertekening van zijn eigen benoemingsbesluit nog geen minister-president zijn. Dat wordt hij pas door die medeondertekening. Diezelfde situatie deed zich bij Mark Rutte in 2010 voor. Rutte werd toen minister-president van het kabinet Rutte I. Hij medeondertekende zijn eigen benoemingsbesluit, terwijl hij bij het plaatsen van zijn handtekening nog geen premier was.           

BRONNEN Naast bovenstaande grondwetsartikelen zijn geraadpleegd P.P.T. Bovend’Eert & H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, Wolters Kluwer: 2017; P.P.T. Bovend’Eert e.a., Tekst & Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer: 2018.

Mr. Leon

Volgende week vrijdag 14 juni weer een nieuwe bijdrage!

Waar stem ik eigenlijk op bij de Europese verkiezingen?

VRIJDAG 31 MEI 2024 Aanstaande donderdag zijn de Europese verkiezingen. Dat zijn de verkiezingen van het Europees Parlement. Wie in ons land mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen, mag dat ook bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP). Het EP is het parlement van de Europese Unie. Waarop stem je eigenlijk als je daarvoor gaat stemmen?

WAAROM STEMMEN? Maar allereerst: waarom zou je eigenlijk stemmen voor het EP? Uit mijn laatste twee blogs bleek immers dat het EP (veel) minder op het Europese niveau bepaalt wie deel uitmaakt van de regering en wat de inhoud is van de wetten dan het Nederlandse parlement dat doet op het nationale niveau. Helemaal waar, maar het EP is zeker niet zonder invloed. Bovendien worden voor de andere organen van de EU geen verkiezingen gehouden waarvoor je als gewone burger je stem kan uitbrengen!

31 VAN DE 720 Je brengt je stem uit voor het Europees Parlement. Dat gaat straks 720 leden tellen. Maar de kiezers in Nederland kunnen daarvan slechts 31 aanwijzen, zie het Besluit van de Europese Raad van 22 september 2023 inzake de samenstelling van het EP. Die 31 zijn er trouwens twee meer geworden dan nu nog het geval is.

BUITENLANDSE KIEZER Die ‘je’ in ‘je brengt je stem uit’, zijn dat alleen maar de mensen die in ons land mogen stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen? Nee, want ook iemand met een nationaliteit van een ander EU-land maar die wél in ons land woont mag hier zijn stem uitbrengen op een van de ‘Nederlandse’ kandidaten, zie artikel Y3 van de Kieswet. Nederlanders die in een ander land van de EU wonen, mogen trouwens alleen maar hun stem uitbrengen op een ‘Nederlandse’ kandidaat als ze officieel verklaren dat ze niet gaan stemmen op een kandidaat in hun woonland, zie artikel Y6.

BUITENLANDSE KANDIDAAT Hebben de kiezers in alle landen dezelfde kandidatenlijsten en kandidaten waaruit ze kunnen kiezen? Nee. Integendeel zelfs: die zijn namelijk in elk land totaal verschillend. Elk land heeft namelijk zijn eigen kandidatenlijsten en zijn eigen kandidaten waarop de kiezer aldaar zijn stem kan uitbrengen. Iemand mag zich namelijk slechts in één land verkiesbaar stellen. Je kunt in ons land dus geen stem uitbrengen op iemand die bijvoorbeeld óók in Duitsland of België kandidaat is. De kandidaten waarop in een land kan worden gestemd, hoeven trouwens niet in dat land te wonen of de nationaliteit van dat land te hebben. Uit de kandidatenlijsten voor Nederland blijkt trouwens dat het overgrote deel van de kandidaten wél in ons land woont en is het aannemelijk dat ze ook de Nederlandse nationaliteit bezitten. 

VOORKEURSTEM In sommige landen kun je alleen maar je stem uitbrengen op een kandidatenlijst. In andere landen kun je stemmen op een individuele kandidaat die op een kandidatenlijst staat: je brengt dan een voorkeurstem uit.Ieder land mag dat zelf bepalen, zie de Europese Akte. In Nederland kun je stemmen op een individuele kandidaat. In ons land valt een kandidatenlijst trouwens bijna altijd samen met de lijst van één partij. Een kandidatenlijst is hier dus de lijst van één partij. In Nederland bepalen de kiezers dus niet alleen welke partijen hoeveel zetels krijgen, maar dankzij hun voorkeurstem ook voor welke kandidaten van die partijen dat het geval is, zie artikel Y23a Kieswet.

LEEFTIJD De kiezer moet in ons land 18 jaar of ouder zijn.Een land mag zelf bepalen wat de minimumleeftijd is voor kiezers, zie weer de Europese Akte. In ons land is dat bepaald op 18 jaar, zie artikel Y4 Kieswet. Het had ook een hogere of een lagere leeftijd mogen zijn. 

KIESDREMPEL Als er genoeg anderen op dezelfde kandidatenlijst als jij hebben gestemd, krijgt die lijst een zetel in het EP. Wat is genoeg? In ons land is dat als er van alle hier uitgebrachte stemmen 1/31e deel op die lijst zijn uitgebracht, want er zijn 31 zetels te ‘vergeven’ en voor ons land geldt geen kiesdrempel. In sommige andere landen geldt er echter wel een kiesdrempel, hetzij omdat zo’n land dat zelf wil, hetzij omdat het van de EU moet. Voor de grote landen geldt er namelijk een verplichting tot een kiesdrempel, zie de Europese Akte. 

BRONNEN Waar hierboven sprake is van de Europese Akte is bedoeld de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen; Brussel, 20 september 1976(inclusief wijzigingen). Geraadpleegd is ook F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Boom Juridisch: 2022.

Mr. Leon

Volgend blog: volgende week vrijdag 7 juni.

In hoeverre is het Europees Parlement een wetgever?

VRIJDAG 24 MEI 2024 Over anderhalve week zijn er Europese verkiezingen. Dat zijn de verkiezingen van het Europees Parlement. Wie in ons land mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen, mag dat ook bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP). Het EP is het parlement van de Europese Unie. Is het Europees Parlement een wetgever van de EU zoals de Tweede en Eerste Kamer dat zijn van Nederland?

VERORDENINGEN Hoe heten de wetten van de EU? Ze heten verordeningen of richtlijnen. In de laatste jaren werden jaarlijks enkele tientallen nieuwe verordeningen en richtlijnen gemaakt en ongeveer even veel bestaande verordeningen en richtlijnen gewijzigd. Een van de laatste verordeningen is anderhalve week geleden tot stand gekomen. In deze verordening staan regels voor de asielprocedure. Het is de verordening van 14 mei ‘tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie’.

NOOIT Vaststelling van Nederlandse wetten gebeurt door regering en parlement gezamenlijk, zie artikel 81 Grondwet. Een Nederlandse wet kan niet worden vastgesteld als het parlement dat niet wil. Geen enkele wet kan daarom worden vastgesteld tegen de wil van het parlement.  

SOMS WEL Dat is anders in de EU. Er zijn Europese verordeningen en richtlijnen die kunnen worden vastgesteld tegen de wil van het Europees Parlement, bijvoorbeeld als ze gaan over samenwerking tussen de polities van de lidstaten, zie artikel 87 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (of te wel het in 2007 gewijzigd Verdrag van Rome, uit 1957). Het is echter wél zo dat in veruit de meeste gevallen een Europese verordening of richtlijn niet kan worden vastgesteld tegen de wil van het Europees Parlement. In die gevallen gebeurt de vaststelling volgens de gewone wetgevingsprocedure, zie artikel 294 lid 1 van het verdrag.

EXPLICIET Niet alleen kan in Nederland geen enkele wet tot stand komen tegen de wil van het Nederlands parlement, maar bovendien moet dat parlement hier elke wet expliciet aannemen. Dat is anders voor Europese wetten: een verordening of richtlijn kan tot stand komen doordat het Europees Parlement ze niet op tijd verwerpt, zie artikel 294 lid 7 sub a van het verdrag.

353 Bovendien is voor een geldige verwerping nodig dat de helft plus een van alle Europarlementariërs tegen stemmen, zie artikel 294 lid 7 sub b van het verdrag. Er zijn 705 Europarlementariërs, dus de helft plus een is 353. Dit aantal kan hoger zijn dan de helft plus een van alle aanwezige Europarlementariërs.

INITIATIEF Het Nederlandse parlement bestaat uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer heeft het recht van initiatief, zie artikel 82 Grondwet. Dat betekent dat een individueel Kamerlid het recht heeft om zelf een wetsvoorstel te schrijven en dat vervolgens via de Kamervoorzitter in te dienen. Nadat het door de Tweede Kamer is aangenomen gaat zo’n wetsvoorstel, net als een wetsvoorstel van de regering, naar de Eerste Kamer.

COMMISSIE Het Europees Parlement heeft geen recht van initiatief. Alleen de Europese Commissie heeft het recht om een wetsvoorstel in te dienen bij het Europees Parlement, zie artikel 294 lid 2 VWEU. Alleen de Europese Commissie heeft dus het recht van initiatief. Naast de Europese Commissie is ook de Raad van de EU betrokken bij de vaststelling van Europese wetten. Zie verder over Commissie en Raad het blog van twee weken geleden: Bepaalt het Europees Parlement wie deel uitmaakt van de Europese regering?

CONCLUSIE Er zijn meer verschillen, maar reeds deze verschillen maken dat het Europees Parlement als wetgever een zwakkere positie heeft dan het Nederlandse parlement. Het EP is dus ‘minder’ wetgever dan het Nederlands parlement.

BRONNEN Behalve de hierboven genoemde verdragsartikelen en Grondwetsartikelen zijn geraadpleegd F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Boom Juridisch: 2022 en eur-lex.europa.eu (geraadpleegd op 23 mei).

Mr. Leon

Volgend blog volgende week vrijdag 31 mei.

Bepaalt het Europees Parlement wie deel uitmaakt van de Europese regering?

VRIJDAG 10 MEI 2024 Over enkele weken zijn er Europese verkiezingen. Dat zijn de verkiezingen van het Europees Parlement. Wie in ons land mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen, mag dat ook bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het Europees Parlement is het parlement van de EU. Bepaalt het parlement wie deel uitmaakt van de regering van de EU?

REGERING EU Wat is eigenlijk de regering van de EU? De EU (Europese Unie) heeft naast het Europees Parlement nog 6 andere instellingen. Dat zijn de Europese Raad, de Raad van de EU, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de EU, de Europese Centrale Bank en de Rekenkamer, zie artikel 13 Verdrag betreffende de Europese Unie (of te wel Verdrag van Maastricht, uit 1992). Alleen de eerste drie hebben taken en bevoegdheden die normaliter bij die van een regering horen.  

EUROPESE RAAD De Europese Raad bestaat uit de voorzitter van de Europese Commissie en de regeringsleiders of staatshoofden van de lidstaten, zie artikel 15 lid 2 Verdrag van Maastricht. Enkele voorbeelden van regeringsleiders en staatshoofden: voor Nederland is dat de minister-president, voor Duitsland is het de Bondskanselier en voor Frankrijk is het de ene keer de president en de andere keer de premier. De Europese Raad heeft een vaste voorzitter die zelf geen regeringsleider is. 

RAAD VAN DE EU De Raad van de EU bestaat uit ministers van de lidstaten. Iedere lidstaat heeft één minister in de Raad van de EU, zie artikel 16 lid 2 Verdrag van Maastricht. Dat is niet steeds dezelfde minister. Als het over justitie gaat, is het de minister van Justitie. Als het over financiën gaat, is het de minister van Financiën. Als het over landbouw gaat, is het de minister van Landbouw. Enzovoorts. 

EUROPESE COMMISSIE De Europese Commissie bestaat uit een voorzitter, (gewone) commissarissen en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, zie artikel 17 lid 5 Verdrag van Maastricht. De voorzitter van de Commissie – tegenwoordig Ursula von der Leyen – is het belangrijkst, want die heeft de meeste bevoegdheden, zie bijvoorbeeld artikel 17 lid 6 van het verdrag. Wie bepaalt wie voorzitter wordt? Dat doen de Europese Raad en het Europees Parlement gezamenlijk, zie artikel 17 lid 7. Wie bepaalt wie de andere (26) commissarissen zijn (uit elke lidstaat één commissaris)? Dat doen de lidstaten, de Raad van de EU, het Europees Parlement, de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie gezamenlijk, zie weer artikel 17 lid 7. De Nederlandse commissaris is Wopke Hoekstra.

VETO Het Europees Parlement gaat er dus slechts gedeeltelijk over wie in de regering zit van de EU. Ze gaat er immers niet over wie in de Europese Raad of in de Raad van de EU zit. Daar gaan alleen de lidstaten zelf over. Wat de Europese Commissie betreft, bezit het Europees Parlement een vetorecht. Ze kan voorkomen dat kandidaat X voorzitter wordt of (gewone) commissaris wordt. Ze heeft echter niet de bevoegdheid om kandidaat Y tot voorzitter of (gewone) commissaris te maken. Daar heeft ze de medewerking voor nodig van een of meer andere instellingen.       

ONTSLAG? JA Kan het Europees Parlement de voorzitter van de Commissie of een gewone commissaris ontslaan? Ja en nee. Ja, want ze kan de Commissie naar huis sturen, namelijk door een motie van afkeuring aan te nemen, zie artikel 17 lid 8 Verdrag van Maastricht.

JA, MAAR Daarvoor is een gewone parlementaire meerderheid echter niet genoeg, maar is een versterkte meerderheid nodig. Een gewone meerderheid is de helft plus één van de uitgebrachte stemmen. Er is echter twee derde van de uitgebrachte stemmen nodig (en dat moeten er bovendien minstens 353 zijn), zie artikel 234 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (of te wel het in 2007 gewijzigd Verdrag van Rome, uit 1957). Aannemelijk is dat bij zoiets belangrijks als het ontslag van de Europese Commissie alle parlementariërs hun stem willen uitbrengen. In dat geval zijn er 470 stemmen nodig. Bij de huidige politieke verhoudingen in het Europees Parlement betekent dit dat zelfs het eensgezind stemmen voor zo’n motie van afkeuring door de drie fracties uit het politieke midden (tevens de drie grootste) S&D (o.a. PvdA), EVP (o.a. CDA) en RENEW (o.a. VVD en D66) niet voldoende is om de motie aan te nemen.     

ONTSLAG? NEE Wat het Europees Parlement niet kan – zelfs niet met een versterkte meerderheid – is slechts een of enkele commissarissen ontslaan. Ze kan namelijk alleen de hele Europese Commissie ontslaan, zie weer artikel 234 Verdrag van Rome.

TWEEDE KAMER  Voor zover hier relevant bestaat de regering in Nederland uit de bewindspersonen: de minister-president, de (andere) ministers en de staatssecretarissen. De gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen in de Tweede Kamer bepaalt wie in Nederland bewindspersoon wordt. Het is ook de gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen in de Tweede Kamer die een bewindspersoon, enkele bewindspersonen of het hele kabinet naar huis kan sturen. Ook de andere kamer – de Eerste Kamer – kan dat trouwens doen.     

CONCLUSIE Het Europees Parlement bepaalt dus in (veel) mindere mate dan de Nederlandse Tweede Kamer wie deel uitmaakt van de regering en wie daarvan deel mag blijven uitmaken.

BRONNEN Behalve de hierboven genoemde verdragsbepalingen zijn geraadpleegd F. Amtenbrink & H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Boom Juridisch: 2022; www.europarl.europa.eu en wikipedia (Europees Parlement & Commissie von der Leyen).

Mr. Leon

Volgend blog op vrijdag 17 mei maar dan op http://privaatrechtpraktijk.nl

Arbeid adelt, een lintje ook?

VRIJDAG 3 MEI 2024 Vorige week zaterdag was het Koningsdag en in die week hebben 3372 mensen een Koninklijke onderscheiding ontvangen vanwege hun bijzondere verdiensten voor de samenleving: ze kregen een lintje. Wat is zo’n lintje en is de ontvanger van een lintje daardoor van adel geworden?

LINTJE Het lintje is van textiel in de kleuren blauw, wit en oranje. Daaraan is een metalen kruis vastgemaakt. Lintje met kruis moet links op de borst ter hoogte van de oksel worden gedragen. Dragen mag trouwens alleen bij speciale gelegenheden. Een lintje zonder metalen kruis (zogenaamd draaginsigne) mag in principe op alle dagen worden gedragen.

KB Een lintje is een Koninklijke onderscheiding. De onderscheiding is koninklijk, omdat het besluit waarbij iemand deze onderscheiding krijgt een Koninklijk Besluit is. Een Koninklijk Besluit – afgekort tot KB – is een besluit dat door de Koning en een of meer ministers is ondertekend, zie artikel 47 Grondwet. Elke verlening van zo’n onderscheiding wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

ORANJE-NASSAU Lintjes zijn er in verschillende orden. Zo kan men bijvoorbeeld een lintje ontvangen in de Orde van de Nederlandse Leeuw of een lintje in de Orde van Oranje-Nassau, zie Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Wet instelling van de Orde van Oranje-Nassau. Een snelle blik op de speciale editie van de Staatscourant van vrijdag 26 april maakt duidelijk dat veruit de meeste mensen een lintje in de Orde van Oranje-Nassau hebben ontvangen.

OFFICIER Lintjes zijn er in verschillende graden. In de Orde van Nassau-Nassau zijn er zes graden: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier, Ridder en Lid, zie artikel 6 van het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau. De eerstgenoemde (Ridder Grootkruis) is de hoogste graad en de laatstgenoemde (Lid) is de laagste. Een snelle blik op de Staatscourant van vorige week vrijdag maakt duidelijk dat de meeste mensen de graad van Lid, Ridder of Officier hebben ontvangen. Uitreiking van een lintje gebeurt vaak door de burgemeester, zie artikel 16 van het Reglement.

VERDIENSTELIJK Zo’n lintje wordt verleend aan iemand die ‘zich jegens de maatschappij op bijzondere wijze verdienstelijk heeft gemaakt’, zie artikel 1 Wet instelling van de Orde van Oranje-Nassau. Dat is iemand die ‘zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen of anderen heeft gestimuleerd dan wel een of meer opvallende prestaties heeft geleverd of werkzaamheden heeft verricht die voor de samenleving een bijzondere waarde hebben’, zie artikel 2 van het Reglement. In bovengenoemde editie van de Staatscourant wordt globaal vermeld waarom iemand een lintje heeft ontvangen, zoals ‘voor verdiensten op het terrein van waterhuishouding’. Lang zittende volksvertegenwoordigers (Kamerleden, Statenleden en gemeenteraadsleden) ontvangen automatisch een lintje, al is dat wel pas na afloop van hun politieke carrière, zie artikel 14 van het Reglement.  

MISDRIJF Het lintje vervalt als de ontvanger onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar, zie artikel 11 Wet instelling Orde van Oranje-Nassau.

ADELLIJK? Zijn nu al die duizenden ontvangers van een lintje van de Orde van Oranje-Nassau van adel geworden?

BARON Van adel, adellijk of tot de adeldom horend zijn mensen die een adellijke titel of een adellijk predicaat mogen voeren, zie de Wet op het adeldom en de daarop gebaseerde regelgeving. De Nederlandse adellijke titels zijn prins, hertogin, markies, gravin, burggraaf, barones en ridder. De ridders in de Orde van Oranje-Nassau zijn geen ridder in de zin van de Wet op het Adeldom! Er zijn ook mensen die geen adellijke titel hebben, maar toch van adel zijn: zij mogen het predicaat jonkheer of jonkvrouw voeren.

WET OP DE ADELDOM Hoe wordt iemand van adel? Adeldom is erfelijk. De vader geeft het door aan zijn kinderen. Hoe werd de eerste van de adellijke voorvaderen adellijk? Adeldom wordt verleend bij Koninklijk Besluit, zie artikel 1 Wet op de adeldom. Zoals hierboven is gezegd wordt ook een lintje verleend bij Koninklijk Besluit, Dat beide bij Koninklijk Besluit worden verleend, zegt op zichzelf echter weinig, want er zijn zoveel besluiten die per KB worden genomen. Zo gebeurt ook de benoeming van een burgemeester per KB, maar daardoor wordt die persoon niet van adel (en ontvangt trouwens evenmin een lintje).

VERHEFFING? Verlenen van adeldom gebeurt door verheffing, inlijving of erkenning, zie artikel 2 Wet op de adeldom. Verheffing is uitsluitend mogelijk voor leden van het Koninklijk Huis; inlijving is uitsluitend mogelijk voor mensen die al tot een buitenlandse adel behoren; erkenning is uitsluitend mogelijk voor mensen die bewijzen dat ze al vóór 1795 tot de ‘inheemse adel’ behoorden. Geen verheffing, inlijving of erkenning dus door ontvangst van een lintje in de Orde van Oranje-Nassau! De ontvanger van een lintje gaat dus niet bij de Nederlandse adel horen. Evenmin mogen zijn (of haar) kinderen het lintje dragen, ook niet na overlijden van de ontvanger van het lintje. Het lintje met daaraan het metalen kruis moet na overlijden zelfs worden teruggegeven, want het is in bruikleen van het Rijk.

Mr. Leon

Volgend blog verschijnt volgende week vrijdag 10 mei.

Speaker of the House en de voorzitter van de Tweede Kamer

VRIJDAG 26 APRIL 2024 Afgelopen zaterdag heeft het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten een maatregelenpakket aangenomen voor militaire en financiële steun aan Oekraïne. Een zeer ruime meerderheid stemde vóór. De stemming werd al maanden geleden verwacht. Het lijkt erop dat de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden het echter pas afgelopen zaterdag in stemming wilde brengen. Hij wordt Speaker of the House genoemd. Beschikt de voorzitter van de Nederlandse Tweede Kamer ook over zulke bevoegdheden? 

PLENAIR Net als in ons land worden in Amerika voorstellen eerst in een parlementaire commissie behandeld en volgt daarna de plenaire behandeling ervan en de stemming erover. Het bepalen van de dag waarop een voorstel plenair wordt behandeld en in stemming wordt gebracht is een voorbeeld van de regeling van werkzaamheden.

REGELING VAN WERKZAAMHEDEN De regeling van werkzaamheden is in Nederland een bevoegdheid van de Tweede Kamer zelf. Dus niet van haar voorzitter. Het zijn de 150 Tweede Kamerleden die bij meerderheid besluiten over de regeling van werkzaamheden, zie artikel 8.8.1. Reglement van Orde (van de Tweede Kamer).

VOORSTELLEN De Tweede Kamervergadering waarop de regeling van werkzaamheden aan de orde is vindt in het algemeen eenmaal in de week plaats. De voorzitter doet dan wél voorstellen, maar dat mogen individuele Kamerleden ook doen, zie artikel 8.8.1.   

ONDERVOORZITTERS Voordat de voorzitter zijn voorstellen doet, voert hij vaak eerst overleg in het Presidium. Het Presidium bestaat uit hem en alle ondervoorzitters van de Tweede Kamer, zie artikel 3.5 Reglement van Orde. Er zijn zes ondervoorzitters, afkomstig uit zes verschillende fracties (vooral de grotere).

CONCLUSIE In ons land beschikt de voorzitter van de Tweede Kamer dus niet over de bevoegdheid om te beslissen over wanneer voorstellen plenair worden behandeld en in stemming worden gebracht.

BENOEMING De Speaker in de VS wordt trouwens net als de voorzitter van de Tweede Kamer in Nederland benoemd door de Kamerleden, zie artikel 61 van onze Grondwet en Section 2 van de Constitution of the United States. Een Kamermeerderheid beslist daarover. In ons land worden ook de andere leden van het Presidium – de ondervoorzitters – door en uit de Tweede Kamer benoemd, zie artikelen 3.6 van het Reglement van Orde.

KAMERLID Zoals hierboven bleek heeft de Speaker meer bevoegdheden. Maar er zijn meer verschillen. Ik noem er hier twee. Ten eerste eist onze grondwet dat de voorzitter een Kamerlid is, in Amerika is dat niet het geval. Tot nu toe was echter elke Speaker een Kamerlid.

PARTIJLEIDER Ten tweede wordt in Amerika degene die tot Speaker is benoemd ook ‘leader of the body’s majority party’. De majority party is zijn eigen partij. Huidige Speaker Mike Johnson is dus ook leader of the body’s Republican party geworden. Weliswaar is een ander Republikeins Kamerlid – Steve Scalise –  ‘House Majority Leader’, maar dat wordt gezien als de ‘second highest position in House Republican leadership’, zo staat het op de website van het Huis van Afgevaardigden. In Nederland daarentegen is de Kamervoorzitter niet de leider van zijn partij in die Kamer. Een Kamervoorzitter volgt in de praktijk bij stemmingen juist wat zijn fractie stemt.    

BRONNEN Behalve de hierboven genoemde bronnen zijn geraadpleegd: NRC van afgelopen maandag; Eric Janse de Jonge, Amerikaans staatsrecht, 2012 (Wolf Legal Publishers), bladzijde 121; P.P.T. Bovend’Eert en H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlands parlement, 2017 (Wolters Kluwer), bladzijden 192 en 193; Wikipedia (zoekwoord: Speaker of the United States House of Representatives).

Mr. Leon

Volgend blog verschijnt volgende week vrijdag 3 mei.