Is vergoeding voor Statenleden en commissieleden goed genoeg?

VRIJDAG 7 DECEMBER 2018 Op woensdag 20 maart worden de provinciale verkiezingen gehouden. Het zijn de verkiezingen voor de provinciale staten. De verschillende partijen zijn momenteel druk bezig met de samenstelling van hun kandidatenlijsten of hebben ze al officieel vastgesteld. Wat zal er in financiële zin tegenover staan voor de kandidaat die Statenlid of commissielid wordt in Zuid-Holland en Gelderland?

1163 Statenleden zullen voor hun werkzaamheden recht hebben op een maandelijkse vergoeding van €1.163,75. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Het is een bruto bedrag: er gaat dus nog belasting vanaf.

 20%  Deze vergoeding is in beginsel onafhankelijk van het aanwezig zijn bij vergaderingen. Een provincie mag hiervan afwijken en 1/5 deel van de vergoeding afhankelijk maken van aanwezig zijn bij vergaderingen;dat moet dan wel gebeuren in een verordening. Zuid-Holland noch Gelderland hebben dat gedaan.

 70+Fractievoorzitters hebben recht op een hogere maandelijkse vergoeding, toelage genaamd. De toelage ligt tussen de 70 en 150 euro; voorzitters van grotere fracties zitten dichter bij de 150 euro.

170 Statenleden hebben bovendien recht op een maandelijkse onkostenvergoeding voor de aan hun functie verbonden kosten van €170,17; hiervoor zijn geen declaraties nodig.

112 Commissieleden die geen Statenlid zijn, hebben geen recht op de maandelijkse vergoeding voor werkzaamheden en evenmin op de maandelijkse onkostenvergoeding. Zij hebben wel recht op een vergoeding per vergadering die ze daadwerkelijk hebben bijgewoond. De vergoeding daarvoor bedraagt € 112,25, dat is exclusief jaarlijkse indexering maar ook weer een bruto bedrag.

112+: PS of GS?  Provinciale Staten mogen per verordening regelen dat sommige commissieleden die geen Statenlid zijn onder bepaalde omstandigheden een hogere vergoeding krijgen. Provinciale Staten van Gelderland hebben deze bevoegdheid in een verordening aan gedeputeerde staten overgedragen. Ik vraag mij af of het niet zo is dat alleen Provinciale Staten zelf per verordening zo’n hogere vergoeding mogen regelen. In het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers staat in artikel 2.4.2 immers alleen dat provinciale staten dat mogen regelen. Nu gaat deze algemene maatregel van bestuur pas gelden vanaf 28 maart 2019. Echter, in de huidige algemene maatregel van bestuur, het Rechtspositiebesluit staten-en commissieleden, staat in artikel 13 hetzelfde. Volgens de Provinciewet mogen provinciale staten een bevoegdheid niet overdragen als de aard van die bevoegdheid zich daartegen verzet. Ik zou zeggen dat dit het geval is met de bevoegdheid om een hogere vergoeding te regelen voor leden van Statencommissies die geen Statenlid zijn.

In Zuid-Holland moeten alle commissieleden Statenlid zijn. Statenleden mogen voor hun commissielidmaatschap geen extra vergoeding krijgen; dat is zo in de Provinciewet geregeld.

Andere kosten Zowel commissieleden als Statenleden hebben recht op een reiskostenvergoeding en een verblijfskostenvergoeding. Een provincie mag in principe geen andere of hogere vergoedingen geven.

 Geen vetpot De vergoedingen voor Staten- en commissieleden zijn dusniet bepaald riant, en, gelet op de tijdsinvestering en verantwoordelijkheid, eerder aan de lage kant, vind ik. En dan is het ook nog grotendeels een bruto bedrag. Waarom niet de belasting erop geschrapt?

BRONNEN:

Artikel 93 van de Provinciewet luidt(gedeeltelijk): Lid 1. De leden van provinciale staten ontvangen een bij verordening van provinciale staten vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Lid 4. De verordeningen, bedoeld in het eerste lid, worden vastgesteld overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

Artikel 94 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De leden van een door provinciale staten of gedeputeerde staten ingestelde commissie ontvangen, voor zover zij geen lid zijn van provinciale staten of gedeputeerde staten, een bij provinciale verordening vast te stellen vergoeding: a. voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie en b. van reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de provincie. Lid 3. Ten aanzien van een vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld. Ten aanzien van de overige vergoedingen, bedoeld in dit artikel, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld.

Artikel 96 luidt: Lid 1. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen de leden van provinciale staten, en vaneen door provinciale staten of gedeputeerde staten ingestelde commissie als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkoming en ten laste van de provincie. Lid 2. Voordelen ten laste van de provincie, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, genieten zij slechts voor zover dat is bepaald bij of krachtens de wet dan wel bij verordening van provinciale staten.De verordening behoeft de goedkeuring van Onze Minister.

Artikel2.1.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers(gaat pas in vanaf 28 maart volgend jaar) luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Een statenlid ontvangt met ingang van de dag van zijn beëdiging gedurende zijn lidmaatschap van provinciale staten een vergoeding voor de werkzaamheden van €1.163,75 per maand. Lid 3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid,wordt per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer CAO-lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen, geldend voor de maand september van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan die datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer geldend voor de maand september van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Lid 4. Provinciale staten kunnen bij verordening bepalen dat ten hoogste 20% van de vergoeding voor de werkzaamheden wordt uitgekeerd, berekend naar het aantal gehouden vergaderingen. In dat geval geschiedt de uitkering aan het statenlid op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen.

Artikel 5.3 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Lid 2. In afwijking van het eerste lid,treden de hoofdstukken 2 en 4 en de artikelen 5:1, eerste en tweede lid, en 5:2, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en tiende lid, inwerking met ingang van 28 maart 2019.

 Artikel 2.1.5 luidt (gedeeltelijk): De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, wordt voor de fractievoorzitters voor de duur van de uitoefening van het fractievoorzitterschap verhoogd met een toelage van €70 per maand,vermeerderd met €10 voor elk statenlid dat de fractie telt, de fractievoorzitter zelf niet meegerekend. De toelage bedraagt ten hoogste €150 per maand.

 Artikel2.1.6 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Een statenlid ontvangt met ingang van de dag van zijn beëdiging gedurende zijn lidmaatschap van provinciale staten een onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten van €170,17 per maand.Lid 3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt per 1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde consumentenprijsindex, geldend voor de maand september van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan die datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer geldend voor de maand september van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 2.1.7 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Een statenlid heeft ten laste van de provincie aanspraak op vergoeding van: a. reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van provinciale staten en commissies, en b. reis- en verblijfkosten voor reizen zowel binnen de provincie als daarbuiten, gemaakt voor de uitoefening van de functie.

 vergaderingen van de commissie toegekend van €112,25 per vergadering. Lid 2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt per1 januari van elk jaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de procentuele wijziging van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer CAO-lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen, geldend voor de maand september van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan die datum ten opzichte van hetzelfde indexcijfer geldend voor de maand september van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 2.4.2 luidt (gedeeltelijk): Provinciale staten kunnen bij verordening bepalen dat de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie naar boven afwijkt van het bedrag, genoemd in artikel 2.4.1, eerste lid, ten aanzien van: a. een commissielid dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken; en b. een commissielid ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 2.4.3 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Een commissielid heeft ten laste van de provincie aanspraak op vergoeding van: a. reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie, en b. reis- en verblijfkosten voor reizen binnen de provincie gemaakt voor de uitoefening van de functie.

Artikel2.1 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 luidt (gedeeltelijk): In dit hoofdstuk ende daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. statenlid: lid van provinciale staten; c. fractievoorzitter: statenlid waarvan door de voorzitter is vastgesteld dat dit lid fractievoorzitter is dan wel enig lid van een fractie; d. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 80, 81 en 82 van de Provinciewet, dat niet tevens statenlid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

Artikel 6 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Fracties kunnen fractievolgers benoemen. Provinciale Staten besluiten over het maximaal aantal te benoemen fractievolgers. Lid 2. Een fractievolger dient tijdens de laatste verkiezingen voor Provinciale Staten geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de partij, die hij als fractievolger vertegenwoordigt. Op hem zijn de artikelen 10, 11, 12,13 en 15 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing. Lid 3.Een fractievolger kan zijn fractie vertegenwoordigen in commissies als bedoeld in hoofdstukken 8 en 9.

Artikel 1 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten van Zuid-Holland, e.a. luidt(gedeeltelijk): Commissielid: een lid van Provinciale Staten dat als lid van een commissie fungeert.

Artikel 65 luidt: Reservering t.b.v. Fractievertegenwoordigers

Artikel31 Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007 luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden,zoals dit bedrag jaarlijks ingevolge artikel 13 voornoemd wordt herzien. Indien een fractievolger, als bedoeld in art. 6 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017, op dezelfde dag meerdere vergaderingen van één of meerdere commissies bijwoont, bestaat de vergoeding voor alle vergaderingen tezamen uit twee maal het hiervoor genoemde bedrag. Lid 4. Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van: a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en b. een lid van een commissie ten aanzien van wie de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden(vervalt op 28 maart 2019) luidt (gedeeltelijk): Aan een lid van een commissie wordt ten laste van de provincie een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie toegekend van €112,25 per vergadering. Artikel 14 luidt (gedeeltelijk): Ten aanzien van: a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voordeelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en b. een lid vaneen commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid, kunnen provinciale staten bij verordening bepalen dat de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie naar boven afwijkt van het bedrag, genoemd in artikel 13.

Artikel152 Provinciewet luidt (gedeeltelijk):Provinciale staten kunnen aan gedeputeerde staten bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

Briefgeheim

DONDERDAG 6 DECEMBER 2018 In de krant stond deze week een kort bericht over het briefgeheim. Het Openbaar Ministerie wil het briefgeheim afschaffen voor zover het gaat om postpakketten waarin de aanwezigheid van drugs wordt vermoed. Het Openbaar Ministerie, vaak afgekort tot OM, dat zijn zeg maar de officieren van justitie. Officieren van justitie geven leiding aan de politie als die zich bezighoudt met de opsporing van strafbare feiten. Hoe is het briefgeheim nu geregeld?

Briefgeheim Het briefgeheim houdt in dat ook de overheid brieven en postpakketten niet mag openen. Uiteraard mag de overheid dat weer wel doen in het geval dat ze de geadresseerde is. In de andere gevallen mag ook de politie de post niet openen.

Mensenrecht Het briefgeheim is één van de grondrechten die in onze Grondwet staan. Het staat in artikel 13 van de Grondwet. Daarin staat dat de politie een postpakket alleen mag openen met een ”last” van de rechter, en die rechter mag zo’n last alleen geven in de gevallen die in de wet staan. Dit grondrecht of mensenrecht staat al sinds 1848 in de Grondwet. Ruim anderhalve eeuw dus!

Officier van justitie De officier van justitie mag een pakket wel in beslag nemen, in bepaalde gevallen. Dat betekent dat de postvervoerder het pakket aan hem moet afgeven. Dat betekent echter nog niet dat justitie of politie het pakket ook zouden mogen openen.

Rechter-commissaris Zij mogen het pakket pas openen nadat de rechter daartoe een last heeft gegeven. De rechter die over deze lasten gaat, heet de rechter-commissaris.

Wetboek van Strafvordering De rechter-commissaris mag niet zomaar een last geven. Dat mag immers alleen in de gevallen die in de wet staan. Die wet is het Wetboek van Strafvordering; ik ga er even van uit dat dit de enige wet is waarin deze gevallen staan. In dit wetboek zijn de gevallen genoemd waarin de rechter-commissaris een last mag geven. In andere gevallen mag die last niet worden gegeven.

Strikt genomen zegt het wetboek niets over de gevallen waarin de rechter-commissaris een last mag geven. Het spreekt namelijk alleen over de gevallen waarin de officier van justitie een postpakket in beslag mag nemen. Ik neem echter aan dat de rechter-commissaris steeds toetst of zich zo’n geval heeft voorgedaan, en vervolgens weigert om een last te geven als blijkt dat zich zo’n geval niet heeft voorgedaan. Deze gevallen zijn bijvoorbeeld – eenvoudig en niet helemaal juist geformuleerd – postpakketten die klaarblijkelijk iets te maken met het plegen van strafbare feiten of met mensen die ervan worden verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd.

BRONNEN:

Artikel 13 eerste lid van de huidige Grondwet luidt: Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter.

Artikel 154 van de Grondwet van 1848 luidde: Het geheim der aan de post of andere openbare instelling van vervoer toevertrouwde brieven is onschendbaar, behalve op last des regters, in de gevallen in de wet omschreven.

Artikel 100 Wetboek van Strafvordering luidt (gedeeltelijk): In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67 eerste lid kan de officier van justitie ter inbeslagneming de uitlevering tegen ontvangstbewijs bevelen van de pakketten, brieven, stukken en andere berichten, welke aan een postvervoerbedrijf (…) dan wel aan een andere instelling van vervoer zijn toevertrouwd; een en ander voor zover zij klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn of op hem betrekking hebben, of wel indien zij klaarblijkelijk het voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan gediend hebben. Ieder die ten behoeve van dat vervoer zoodanige zaken onder zich heeft of krijgt, geeft dienaangaande aan den officier van justitie of aan den hulpofficier op diens vordering de door dezen gewenschte inlichtingen.

Artikel 101 luidt (gedeeltelijk): De officier van justitie geeft inbeslaggenomen pakketten, brieven, stukken en andere berichten, welke aan een postvervoerbedrijf (..) dan wel aan een andere instelling van vervoer waren toevertrouwd en welker inbeslagneming niet wordt gehandhaafd onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug. Tot de kennisneming van de inhoud der overige zaken, voor zover deze gesloten zijn, gaat de officier van justitie niet over dan na daartoe door de rechter-commissaris te zijn gemachtigd. De machtiging kan zowel mondeling als schriftelijk worden gevorderd en verleend. Wordt de machtiging geweigerd, dan geeft de officier van justitie de inbeslaggenomen zaken onverwijld aan de vervoerder ter verzending terug.

Waterschapstaken en uitgaven: deel 3

WOENSDAG 5 DECEMBER 2018 Over enkele maanden zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks staat hier een bijdrage over waterschappen of hun verkiezingen. Net als de afgelopen twee weken gaat ook de bijdrage van deze week over de begroting van het hoogheemraadschap Delfland en daarmee over het takenpakket. Hij stond vorige maand op de agenda van algemeen bestuur.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van land- en tuinbouwgronden en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Bovendien bestaat het uit vertegenwoordigers van de bezitters van natuurterreinen. Het is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de gemeenteraad in de gemeente. In het Zuid-Hollandse Delfland bestaat het uit dertig leden.

Samenstelling In Delfland bestaat het uit 21 vertegenwoordigers van de ingezetenen, vier vertegenwoordigers van bezitters van de land- en tuinbouwgronden, vier vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en ten slotte één vertegenwoordiger van de bezitters van natuurterreinen.

VV In Delfland heet het algemeen bestuur verenigde vergadering, afgekort tot VV. Jaarlijks moeten er volgens het Reglement van Orde voor de verenigde vergadering en de commissies van het hoogheemraadschap van Delfland minstens vier VV’s worden gehouden. Ik tel er dit jaar negen, er is dus zo’n beetje maandelijks vergaderd.

Begroting De begroting van 2019 heeft ruim 220 miljoen euro aan uitgaven.

Emissieloze Kas Het waterschap werkt aan gezond, schoon en zoet water: een jaarlijkse uitgavenpost van bijna 4 miljoen euro. Zoet water wordt gebruikt als drinkwater maar ook bijvoorbeeld als zwemwater, in natuurgebieden. Daarvoor moet het water gezond en schoon zijn. Daarom zet het waterschap onder andere in op lagere emissies door de glastuinbouw van bestrijdingsmiddelen en nitraten en op preventie van blauw alg en bacteriën, dat laatste in zwemwater. Gewerkt wordt bijvoorbeeld aan het project Emissieloze Kas.

Vissenbossen Het waterschap werkt ook aan het zogenaamde watersysteem, waaraan jaarlijks bijna 40 miljoen euro wordt uitgegeven. Zorgen voor genoeg en niet te veel water op de juiste plekken, waterpeilbeheer. Dat betekent regelmatig baggeren van sloten. Delfland heeft duizenden kilometers aan sloten en watergangen. Het betekent ook regelmatig onderhoud van gemalen en inlaten. Delfland heeft bijna twee honderd gemalen. Verder is er ook de zorg voor natuur rondom de wateren, zoals met natte ecologische zones (NEZ’s), vissenbossen (!) en vismigratiemaatregelen.

Commissies (Niet alleen het algemene bestuur vergadert in Delfland vrijwel maandelijks, er zijn hier net zo vaak commissievergaderingen. Een commissie bestaat uit een select gezelschap afkomstig uit de verenigde vergadering, van elke fractie minstens één. Een commissie geeft onder andere advies aan de VV. Afvalwaterzuivering en hergebruik van slib staat in de commissie gezond, schoon en gezuiverd water op de agenda, commissie GSG. De andere hierboven genoemde onderwerpen worden in de commissie stedelijk water en watersysteem besproken, commissie SWW. Commissievergaderingen moeten volgens het reglement minstens twee weken voor elke VV worden gehouden. Commissievergaderingen zijn net als VV’s in principe openbaar. De commissie SWW heeft gisteren vergaderd. Op de agenda stond calamiteitenberging in het Westland, reparatie van een Rotterdams gemaal (wegens betonrot) en een groot aantal (water)peilbesluiten.

BRONNEN:

Artikel 12 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel 2 luidt (gedeeltelijk): De bevoegdheid tot regeling van (de) samenstelling van hun bestuur en tot de verdere reglementering van waterschappen behoort aan provinciale staten. De uitoefening van deze bevoegdheid geschiedt bij provinciale verordening.

Artikel 9 Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland (2015) luidt (gedeeltelijk): 1. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden. Van deze leden vertegenwoordigen: a. eenentwintig leden de categorie ingezetenen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter a van de Waterschapswet; b. vier leden de categorie ongebouwd als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter b van de Waterschapswet; c. één lid de categorie natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter c van de Waterschapswet; d. vier leden de categorie bedrijven als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter d van de Waterschapswet. Lid 2. a. De leden bedoeld in het eerste lid, onder b worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord, genoemd in het Besluit vaststellingregio’s. Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt benoemd door de Vereniging van Bos en Natuurterreineigenaren (de laatste zin treedt pas in werking vanaf 2019).

Artikel 6 Reglement voor Waterschap Rivierenland luidt: Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Hiervan vertegenwoordigen: a. tweeëntwintig leden de categorie ingezetenen; b. vier leden de categorie ongebouwd; c. één lid de categorie natuurterreinen; d. drie leden de categorie bedrijven.

Reglement van Orde voor de verenigde vergadering en de commissies van het hoogheemraadschap van Delfland, artikelen 1.1, 4.1,4.19, 5.2, 5.3, 5.9 en 5.20:

https://www.hhdelfland.nl/over-ons/ReglementvanOrdevoordeVV.pdf

Agenda van de verenigde vergadering van 22 november 2018, inclusief vergaderstukken (o.a. begroting):

https://www.ibabsonline.eu/Agenda.aspx?site=delfland&agendaid=d5ada7cf-a0ab-4311-9716-f3a847f23c58&FoundIDs=&year=2018

Three is a crowd, maar niet genoeg voor verkiezingen!

DINSDAG 4 DECEMBER 2018 In de Eerste Kamer staat vanmiddag het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement op de agenda van de commissie Binnenlandse Zaken. Waar gaat het over?

28 juni 2018 De Europese Raad heeft op 28 juni van dit jaar besloten dat Nederland drie extra zetels krijgt in het nieuwe Europees Parlement, nadat Groot-Brittannië zich uit de Europese Unie heeft teruggetrokken. In de laatste week van mei volgend jaar zijn er de verkiezingen voor het Europees Parlement; in Nederland is dat op 23 mei. Het is natuurlijk nog niet zeker of Groot-Brittannië zich terugtrekt, en als if so is evenmin duidelijk when. Er is weliswaar een schema; volgens schema gebeurt de terugtrekking op 29 maart volgend jaar, maar het is dus de vraag of hij volgens schema zal verlopen.

29 maart 2019 Als het allemaal volgens schema verloopt, dan is de terugtrekking een feit vóór de verkiezingen van het Europees Parlement. In dat geval zal de kiesdeler voor Nederland kleiner worden. De kiesdeler is het aantal stemmen op een kandidatenlijst (stemcijfer) dat gegarandeerd een zetel oplevert voor die lijst. Als op een lijst zoveel (geldige) stemmen zijn uitgebracht dat twee keer de kiesdeler is gehaald, dan worden aan die lijst gegarandeerd twee zetels toegedeeld, enzovoorts. Nederland gaat met de drie extra zetels van 26 naar 29 zetels. Een toename dus van ongeveer 10% en dus wordt de kiesdeler ook ongeveer 10% kleiner. Een kandidatenlijst heeft straks dus 10% minder stemmen nodig voor een gegarandeerde zetel, een 10% lager stemcijfer dus.

23 mei 2019 Als het allemaal niet volgens schema verloopt, dan is de terugtrekking nog geen feit vóór de verkiezingen van het Europees Parlement (23 mei volgend jaar). Als de terugtrekking tot ergens na die datum wordt uitgesteld, dan is er een probleem. Het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees parlement wil voor dat probleem een oplossing bieden. Vanmiddag behandelt de Eerste Kamer commissie dit wetsvoorstel. De Tweede Kamer heeft het al aangenomen, met ruime meerderheid. Het wetsvoorstel zoekt aansluiting bij de (bestaande) wettelijke regeling voor de restzetelverdeling, zoals die geldt bij diverse verkiezingen. Een restzetel is een (extra) zetel voor een kandidatenlijst die niet (voor die extra zetel) de kiesdeler heeft gehaald. De wettelijke regeling voor de restzetelverdeling staat in de Kieswet. De restzetel(s) gaan volgens die wet naar de lijsten met het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel. Diezelfde regeling wordt nu dus in het wetsvoorstel voorgesteld voor de verdeling van de drie extra zetels in het Europees Parlement. Strikt genomen zijn het evenwel geen restzetels. De regering heeft ook andere opties overwogen, zoals het houden van aparte verkiezingen voor de drie extra zetels.

BRONNEN:

Artikel 3 van het Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van 28 juni 2018 inzake de samenstelling van het Europees Parlement luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Voor de zittingsperiode 2019-2024 wordt het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement als volgt vastgesteld: Nederland 29.

Lid 2. Indien evenwel het Verenigd Koninkrijk aan het begin van de zittingsperiode 2019-2024 nog steeds een lidstaat van de Unie is, is het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers dat het ambt aanvaardt het aantal dat bepaald is in artikel 3 van Besluit 2013/312/EU van de Europese Raad (2), totdat de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie rechtsgeldig wordt. Zodra de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie rechtsgeldig wordt, is het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers in het Europees Parlement het aantal als bepaald in lid 1 van dit artikel.

Artikel 1 van het wetsvoorstel Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (wetsvoorstel nummer 35016) luidt: Deze wet geldt indien de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie plaatsvindt in de periode tussen 23 mei 2019 en de dag van de eerste zitting van het Europees parlement in de periode 2024–2029.

Artikel 3 van het wetsvoorstel luidt (gedeeltelijk): Lid 2. De extra zetels vallen toe aan de lijst of lijsten die, na toewijzing van de laatst toegewezen restzetel bij de vaststelling van de uitslag van de verkiezing van de leden van het Europees parlement in mei 2019, bij voortgezette toepassing van de artikelen P 7, P 10 tot en met P 18, P 19, eerste tot en met het vierde lid, P 19a en Y 23a van de Kieswet achtereenvolgens als eerste in aanmerking komen voor de toewijzing van de extra zetels.

Artikel 6 van het wetsvoorstel luidt: Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Deze wet vervalt met ingang van 1 september 2024.

Artikel P 6 van de Kieswet luidt: Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer van een lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.

Artikel P 7 luidt (gedeeltelijk): De overblijvende zetels, die restzetels worden genoemd, worden, indien het aantal te verdelen zetels negentien of meer bedraagt, achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten die na toewijzing van de zetel het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel hebben. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

Gemeentelijk havenbedrijf

MAANDAG 3 DECEMBER 2018 De Port of Zwolle ziet graag dat de Lorentszsluis in de Afsluitdijk wordt verbreed, aldus een groot krantenartikel van afgelopen vrijdag. De sluis is nu 14 meter breed en zou minstens 25 meter breed moeten worden. Schepen uit noordelijke richting die het IJsselmeer op willen, moeten allemaal door dit sluizencomplex. De havens van Kampen, Zwolle en Meppel zouden er wel bij varen, bij die verbreding. De Port of Zwolle is het gezamenlijk havenschap van de gemeentelijke havens van Kampen, Zwolle en Meppel. Wat is eigenlijk een havenschap in juridische zin?

Vereniging Het gezamenlijk havenschap Port of Zwolle is een vereniging. Er zijn drie leden. De leden zijn allen gemeenten. Het zijn de Overijsselse gemeenten Zwolle en Kampen en de Drentse gemeente Meppel. Het is een vereniging, en dus moet er in elk geval een bestuur zijn en een (jaarlijkse) algemene ledenvergadering. De gemeenteraden zouden via de gemeentelijke lidmaatschappen invloed kunnen uitoefenen op het gezamenlijk havenschap.

Coöperatie Port of Zwolle is geen vereniging zoals de fanfare of voetbalclub. Het is een bijzondere vereniging: een coöperatie. Een coöperatie is een vereniging die ”voorziet in stoffelijke behoeften” van de leden. Port of Zwolle wil het vestigingsklimaat voor het havengebonden bedrijfsleven in de drie gemeenten verbeteren. Hun (goederen)havens zijn bereikbaar via het IJsselmeer.

U.A. De leden van een coöperatie zijn in beginsel aansprakelijk voor haar schulden. Als een coöperatie haar schulden niet meer kan betalen, moeten haar leden uiteindelijk bij springen. Die leden moeten de schulden dan uit eigen portemonnee voldoen. In beginsel althans. Want daarop bestaan namelijk enkele uitzonderingen, zoals wanneer een coöperatie aan het slot van haar naam de letters ”U.A.” voert. Die letters staan voor ”uitsluiting van aansprakelijkheid”. In dat geval zijn de leden niet aansprakelijkheid voor de schulden van de coöperatie. De Port of Zwolle voert als naam ”Port of Zwolle Coöperatie U.A.”. De gemeenten Zwolle, Meppel en Kampen zijn dus niet aansprakelijk voor de coöperatieschulden. Voor de juridische volledigheid: een coöperatie moet zo’n naam met de letters U.A. erin niet alleen daadwerkelijk gebruiken maar ook mógen gebruiken; in de coöperatiestatuten staat of het mag.

Port of Rotterdam Het Havenbedrijf van Rotterdam is geen vereniging maar een naamloze vennootschap, een N.V. In plaats van leden zijn er aandeelhouders. Havenbedrijf Rotterdam heeft twee aandeelhouders: de gemeente Rotterdam en het Rijk. Aandeelhouders van een naamloze vennootschap zijn nimmer aansprakelijk voor de schulden. Een N.V. moet in elk geval een bestuur hebben. Het Havenbedrijf van Rotterdam is een grote vennootschap en moet daarom ook een raad van commissarissen hebben. Een grote coöperatie moet dat trouwens ook hebben. De gemeenteraad van Rotterdam zou via het gemeentelijk aandeelhouderschap invloed kunnen uitoefenen op het havenbedrijf.

BRONNEN:

Artikel 53 van het Tweede Boek van het Burgerlijk Wetboek luidt (gedeeltelijk): De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien.

Artikel 53a luidt (gedeeltelijk): De bepalingen van de vorige titel zijn, met uitzondering van de artikelen 26 lid 3 en 44 lid 2, op de coöperatie van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken. (Die vorige titel bestaat uit de artikelen 26 tot en met 52!)

Artikel 26 lid 1 luidt (gedeeltelijk): De vereniging is een rechtspersoon met leden.

Artikel 37 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur wordt uit de leden benoemd. De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd. De benoeming geschiedt door de algemene vergadering. De statuten kunnen de wijze van benoeming echter ook anders regelen, mits elk lid middellijk of onmiddellijk aan de stemming over de benoeming der bestuurders kan deelnemen. De statuten kunnen bepalen, dat een of meer der bestuursleden, mits minder dan de helft, door andere personen dan de leden worden benoemd.

Artikel 48 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid.

Artikel 55 luidt (gedeeltelijk): Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon voor een tekort aansprakelijk.

Artikel 56 luidt (gedeeltelijk): Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam.

Artikel 64 luidt (gedeeltelijk): De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal. Een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandeel behoort te worden gestort in de verliezen van de vennootschap bij te dragen.

Artikel 129 luidt (gedeeltelijk): Het bestuur (is) belast met het besturen van de vennootschap.

Artikel 158 luidt (gedeeltelijk): De vennootschap heeft een raad van commissarissen.

Artikel 63f luidt (gedeeltelijk): De grote coöperatie (heeft) een raad van commissarissen.

Energietransitie met brandhout in waterval?

DONDERDAG 29 NOVEMBER 2018 In de krant van gisteren staat een groot artikel over energiemaatschappij Vattenfall. Deze onderneming gaat in Diemen (bij Amsterdam) een grote houtverbrandingsinstallatie bouwen. De verbranding van pellets gaat straks in 90 duizend woningen zorgen voor warme woonkamers, in Amsterdam en Almere. Dat gebeurt volgens het bedrijf in het kader van de energietransitie. Deskundigen die in het krantenartikel aan het woord komen, twijfelen er echter aan of de stook van korrels van geperst hout wel zo goed is voor het klimaat. Hoe dan ook: deze bijdrage gaat erover wie of wat Vattenfall is?

Aktiebolag Vattenfall is een Zweedse onderneming. Het hoofdkantoor staat in de buurt van hoofdstad Stockholm. De rechtsvorm van de onderneming is de Zweedse Aktiebolag, afgekort tot AB. Een Aktiebolag is vergelijkbaar met de Nederlandse Naamloze Vennootschap (de NV).

Veel aandelen Aandeelhouders zijn dus de eigenaren. Een aandeelhouder kan één of meer aandelen hebben. Vattenfall moet volgens haar statuten minstens 80 miljoen (!) aandelen hebben uitgegeven.

Eén aandeelhouder Vattenfall heeft dan wel minstens 80 miljoen aandelen uit staan, maar alle aandelen zijn volgens de website in handen van één persoon: Zweden (de Zweedse staat). De rechten die aan al deze aandelen zijn verbonden worden uitgeoefend door de regering.

Aandeelhoudersvergadering Vattenfall heeft een Zweedse rechtsvorm en het Zweedse recht is dus toepasselijk. In Zweden kiest de aandeelhoudersvergadering de leden van de Raad van Bestuur en de voorzitter in functie. De aandeelhoudersvergadering kan instructies geven; die instructies zijn bindend voor de Raad van Bestuur. Parlementariërs mogen aandeelhoudersvergaderingen bijwonen en er het woord voeren.

Raad van Bestuur De Raad van Bestuur kiest op haar beurt de directie, waaronder de president directeur (de CEO). De directie gaat onder leiding van de CEO over de dagelijkse gang van zaken. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor hoe dat gebeurt.

NUON Vattenfall AB heeft dochterondernemingen. Eén van die dochters is NUON of voluit: NV NUON Energy. NUON is actief in Nederland. NUON heeft een Nederlandse rechtsvorm: het is een Naamloze Vennootschap (NV), het Nederlands recht is toepasselijk. NUON heeft dus aandelen uitgegeven, maar die zijn allemaal in handen van moeder Vattenfall AB. Vattenfall is dus 100% eigenaar van NUON. Er is maar met andere woorden maar één aandeelhouder: Vattenfall.

Aandeelhoudersvergadering De aandeelhoudersvergadering (met Vattenfall als enige aandeelhouder) kiest de Raad van Bestuur van NUON. De Raad van Bestuur bestaat onder andere uit een CEO (de voorzitter) en een CFO (de financiële man of vrouw). Zij worden in functie gekozen door de aandeelhoudersvergadering. Er zijn allerlei besluiten die de Raad van Bestuur niet zonder goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering mag nemen. Een directie komt in de statuten van NUON niet voor. Wel een Raad van Commissarissen die toezicht houdt op het Bestuur: ook die wordt gekozen door de aandeelhoudersvergadering, maar het is wel zo dat het Nederlandse vennootschapsrecht de keuzemogelijkheden beperkt.

Vattenfall is het Zweedse woord voor waterval.

BRONNEN:

Statuten van Vattenfall AB (de moeder):

https://corporate.vattenfall.com/globalassets/corporate/about_vattenfall/corporate_governance/articles_of_association.pdf

Annual report state owned companies (2014), zie met name de eerste bladzijden:

https://www.government.se/4adb0a/contentassets/0126b664c843479d8696d1be546fe4b6/annual-report-state-owned-companies-2014

Zweedse Corporate Governance Code (2016), zie met name onderdelen 2, 3 en 4:

http://www.corporategovernanceboard.se/UserFiles/Archive/496/The_Swedish_Corporate_Governance_Code_1_December_2016.pdf

Zweedse wet voor kapitaalvennootschappen (NV’s), vertaald in het Engels, zie met name hoofdstuk 7 en 8:

http://law.au.dk/fileadmin/www.asb.dk/omasb/institutter/erhvervsjuridiskinstitut-skjultforgoogle/EMCA/NationalCompaniesActsMemberStates/Sweden/THE_SWEDISH_COMPANIES_ACT.pdf

Statuten van NUON (2015), zie met name artikelen 1, 2, 4, 16, 17, 19, 22, 23:

https://www.nuon.com/globalassets/nederland/bedrijf/corporate_governance/aoa-nuon_energy-01-07-2015-eng4.pdf

Waterschapstaken en uitgaven: deel 2

WOENSDAG 28 NOVEMBER 2018 Over enkele maanden zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks staat hier een bijdrage over waterschappen of hun verkiezingen. Net als vorige week gaat de bijdrage van deze week over de begroting van het hoogheemraadschap Delfland. Hij staat deze maand op de agenda.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van land- en tuinbouwgronden en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Bovendien bestaat het uit vertegenwoordigers van de bezitters van natuurterreinen. Het is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de gemeenteraad in de gemeente. In Delfland (Zuid-Holland) bestaat het uit 30 leden.

Samenstelling In Delfland bestaat het uit 21 vertegenwoordigers van de ingezetenen, vier vertegenwoordigers van bezitters van de land- en tuinbouwgronden, vier vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en ten slotte één vertegenwoordiger van de bezitters van natuurterreinen.

VV In Delfland heet het algemeen bestuur verenigde vergadering, afgekort tot VV. Jaarlijks moeten er volgens het Reglement van Orde voor de verenigde vergadering en de commissies van het hoogheemraadschap van Delfland minstens vier VV’s worden gehouden. Ik tel er dit jaar negen, er is dus zo’n beetje maandelijks vergaderd.

Begroting De begroting van 2019 heeft ruim 220 miljoen euro aan uitgaven.

Afvalwater De grootste uitgavenpost is afvalwaterketen en zuiveren (87 miljoen).

AWZI Afvalwater wordt bijvoorbeeld geloosd door de tuinbouwbedrijven in het Westland. Het waterschap gaat het afvalwater zuiveren, dat wil zeggen ontdoen van onder andere gewasbeschermingsmiddelen, stikstoffen en fosfaten. Daartoe wordt het afvalwater vervoerd naar een AWZI, een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Na zuivering blijven de afvalstoffen achter in slib. Dat slib wordt vervolgens verwerkt: het wordt verwerkt tot biogas, een energiebron. Dat leidt vooral tot hergebruik van fosfaten. Het waterschap werkt bij dit alles samen met andere organisaties; dat gebeurt onder andere in de vorm van uitbestedingen en publiek-private samenwerking. Het overgrote deel van de 87 miljoen euro wordt uitgegeven aan samenwerking, namelijk zo’n 70 miljoen euro.

Watersysteem Een andere uitgavenpost is het watersysteem (35 miljoen).

Wateroverlast Het waterschap let er in dit verband op dat het water in sloten en andere watergangen niet zo hoog komt te staan dat het tot overstromingen leidt. Daarom is onderhoud nodig van de watergangen, bijvoorbeeld door baggeren. En zijn er ook gemalen nodig, die het water van een laag gelegen sloot naar een hogere pompen.

Grondwaterstand Het waterschap let er in dit verband ook op dat het grondwater niet te laag staat. Het brengt de (mogelijke) gevolgen van bodemdaling in kaart en hoe daarmee kan worden omgegaan.

Vaarwegen Een andere taak in dit verband is dat het waterschap eraan werkt om recreatievaart mogelijk te maken op watergangen, althans waar dat verantwoord is.

Commissies (Niet alleen het algemene bestuur vergadert in Delfland vrijwel maandelijks, er zijn hier net zo vaak commissievergaderingen. Een commissie bestaat uit een select gezelschap afkomstig uit de verenigde vergadering, van elke fractie minstens één. Een commissie geeft onder andere advies aan de VV. Afvalwaterzuivering en hergebruik van slib staat in de commissie gezond, schoon en gezuiverd water op de agenda, commissie GSG. De andere hierboven genoemde onderwerpen worden in de commissie stedelijk water en watersysteem besproken, commissie SWW. Commissievergaderingen moeten volgens het reglement minstens twee weken voor elke VV worden gehouden. Commissievergaderingen zijn net als VV’s in principe openbaar.

BRONNEN:

Artikel 12 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel 2 luidt (gedeeltelijk): De bevoegdheid tot regeling van (de) samenstelling van hun bestuur en tot de verdere reglementering van waterschappen behoort aan provinciale staten. De uitoefening van deze bevoegdheid geschiedt bij provinciale verordening.

Artikel 9 Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland (2015) luidt (gedeeltelijk): 1. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden. Van deze leden vertegenwoordigen: a. eenentwintig leden de categorie ingezetenen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter a van de Waterschapswet; b. vier leden de categorie ongebouwd als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter b van de Waterschapswet; c. één lid de categorie natuurterreinen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter c van de Waterschapswet; d. vier leden de categorie bedrijven als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder de letter d van de Waterschapswet. Lid 2. a. De leden bedoeld in het eerste lid, onder b worden benoemd door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord, genoemd in het Besluit vaststellingregio’s. Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt benoemd door de Vereniging van Bos en Natuurterreineigenaren (de laatste zin treedt pas in werking vanaf 2019).

Artikel 6 Reglement voor Waterschap Rivierenland luidt: Het algemeen bestuur bestaat uit dertig leden. Hiervan vertegenwoordigen: a. tweeëntwintig leden de categorie ingezetenen; b. vier leden de categorie ongebouwd; c. één lid de categorie natuurterreinen; d. drie leden de categorie bedrijven.

Reglement van Orde voor de verenigde vergadering en de commissies van het hoogheemraadschap van Delfland, artikelen 1.1, 4.1,4.19, 5.2, 5.3, 5.9 en 5.20:

https://www.hhdelfland.nl/over-ons/ReglementvanOrdevoordeVV.pdf

Agenda van de verenigde vergadering van 22 november 2018, inclusief vergaderstukken (o.a. begroting):

https://www.ibabsonline.eu/Agenda.aspx?site=delfland&agendaid=d5ada7cf-a0ab-4311-9716-f3a847f23c58&FoundIDs=&year=2018

Het belang van een vlag voor een schip: de Aquarius van Artsen Zonder Grenzen

DINSDAG 27 NOVEMBER 2018 De Aquarius is een schip van (onder andere) Artsen Zonder Grenzen. Het schip heeft in de afgelopen jaren veel bootmigranten afkomstig uit Syrie en andere Afrikaanse landen gered in de Middellandse Zee. Velen van hen zijn vervolgens in Griekenland, Malta en Italie aan land gebracht, zodat zij in die landen asiel konden aanvragen. De huidige Italiaanse regering was daar – een understatement – niet blij mee. Trouwens, vorige week heeft de Italiaanse justitie opdracht gegeven om beslag te leggen op het schip vanwege het (gestelde) dumpen van illegaal (ziekenhuis) afval in Italiaanse havens. Uitvoering van die beslaglegging kan bijvoorbeeld gebeuren zodra het schip weer een Italiaanse haven aandoet. Die kans is niet zo groot: het ligt sinds bijna twee maanden aangemeerd in Marseille, een Franse havenstad. Het kan daar niet weg omdat het niet langer een vlag heeft waaronder het mag varen.

Hoe zit dat precies met de vlag waaronder een schip vaart?

Vlaggenstaat Een schip vaart onder de vlag van een staat; het kan ook onder de vlaggen van verschillende staten varen. Die staat moet daarvoor toestemming hebben gegeven. Een schip dat vaart onder de vlag van een staat is gebonden aan recht en regelgeving van die staat. Er worden (nog) geen eisen gesteld aan de feitelijke band tussen (belanghebbenden bij het) schip en de keuze van de vlaggenstaat. Een staat mag dus elk schip toestemming geven om onder haar vlag te varen.

Vlag De vlag geeft het schip het recht om te varen op de volle zee (High Seas).

Middellandse Zee Aquarius heeft (boot)migranten gered op de Middellandse Zee. De Middellandse Zee is de zee gelegen tussen Europa en Afrika. EU-landen als Spanje, Frankrijk, Italie en Griekenland grenzen eraan net als de Noord-Afrikaanse landen Marokko, Tunesie en Libie. Malta is een eiland in de Middellandse Zee, en tevens EU-land.

Volle zee De Aquarius voerde reddingsacties uit op volle zee. De Middellandse Zee bestaat uit territoriale wateren en internationale wateren. Internationale wateren kunnen meer of minder dicht bij land liggen. De volle zee in de Middellandse Zee maakt deel uit van de verder weg gelegen internationale wateren.

Gibraltar Als ik het goed begrepen heb, was Duitsland de eerste vlaggenstaat van de Aquarius. Later is dat Gibraltar geworden. De laatste vlaggenstaat was Panama (Midden-Amerika). Panama is het nog niet zo lang geleden geworden, namelijk eind augustus (2018). Gibraltar is een schiereiland in de Middellandse Zee, het zit vast aan Spanje. Gibraltar is een gebied dat valt onder de soevereiniteit van Groot-Brittanie. Dat laatste wordt door Spanje overigens betwist, zoals in de afgelopen dagen weer eens duidelijk werd bij de brexit-onderhandelingen. Gibraltar valt onder de souvereiniteit van Groot-Brittannie, maar zonder deel uit te maken van dat land. De Britse betrokkenheid voor de overzeese gebiedsdelen mag echter niet worden onderschat, zoals in 1992 bleek bij een ander overzees gebiedsdeel: de Falklandeilanden (bij Argentinie). Hoe dan ook: een schip kan varen onder de vlag van Gibraltar (een rood kasteel met gele sleutel).

Panama heeft haar toestemming na een maand al weer ingetrokken, namelijk in september van dit jaar. Sinds die tijd kan de Aquarius geen reddingsacties meer uitvoeren; ze ligt nu in de haven van het Franse Marseille. Het schip zal eerst een nieuwe vlaggenstaat moeten vinden. Tot op heden is er nog geen land gevonden dat daartoe bereid is.

BRONNEN:

Artikel 86 van de United Nations Convention On The Law Of The Seas (UNCLOS) of Zeerechtverdrag luidt: The provisions of this Part apply to all parts of the sea that are not included in the exclusive economic zone, in the territorial sea or in the internal waters of a State, or in the archipelagic waters of an archipelagic State. This article does not entail any abridgement of the freedoms enjoyed by all States in the exclusive economic zone in accordance with article 58.

Article 90 luidt: Every State, whether coastal or land-locked, has the right to sail ships flying its flag on the high seas.

Article 91 luidt: Every State shall fix the conditions for the grant of its nationality to ships, for the registration of ships in its territory, and for the right to fly its flag. Ships have the nationality of the State whose flag they are entitled to fly. There must exist a genuine link between the State and the ship. Every State shall issue to ships to which it has granted the right to fly its flag documents to that effect.

Article 92 luidt: Ships shall sail under the flag of one State only and, save in exceptional cases expressly provided for in international treaties or in this Convention, shall be subject to its exclusive jurisdiction on the high seas. A ship may not change its flag during a voyage or while in a port of call, save in the case of a real transfer of ownership or change of registry. A ship which sails under the flags of two or more States, using them according to convenience, may not claim any of the nationalities in question with respect to any other State, and may be assimilated to a ship without nationality.

Article 98 luidt (gedeeltelijk): Duty to render assistance. Every State shall require the master of a ship flying its flag, in so far as he can do so without serious danger to the ship, the crew or the passengers:(a) to render assistance to any person found at sea in danger of being lost;(b) to proceed with all possible speed to the rescue of persons in distress, if informed of their need of assistance, in so far as such action may reasonably be expected of him;

Onderonsje over de kilogram?

MAANDAG 26 NOVEMBER 2018 Het wereldwijde standaardgewicht voor de kilogram – Le Grand K – gaat zijn functie verliezen. Dit standaardgewicht is een voorwerp dat je kunt aanraken en dat sinds de negentiende eeuw in Parijs wordt bewaard, omgeven met veiligheids- en onderhoudsmaatregelen. Het mág dan ook beslist niet worden aangeraakt. Wie het sinds eind negentiende eeuw had over een kilogram (1000 gram), werd geacht daarmee te bedoelen een gewicht dat overeenkwam met Le Grand K in Parijs. Dat gaat veranderen. Wie het straks heeft over een kilogram, wordt geacht daarmee het volgende te bedoelen: The kilogram is defined by taking the fixed numerical value of the Planck constant h to be 6.626070 x 0,00000000000000000000000000000000001 when expressed in the unit J s (..). De standaard kilogram is straks dus niet meer een fysiek voorwerp maar een natuurconstante. Wie heeft daartoe besloten?

BIPM Zeventien landen hebben in 1875 het Bureau international des poids et mesures (BIPM) in het leven geroepen door daarover een verdrag te sluiten: het Convention du mètre. België, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Verenigde Staten behoren tot de oprichters. BIPM is een (internationale) publieke organisatie die is gevestigd in Parijs. Elk land mag zich erbij aansluiten. Inmiddels zijn er zestig landen lid van geworden. Daartoe behoren China, Japan, Montenegro, Indonesië en – niet te vergeten – Nederland. Elke lidstaat moet contributie betalen. De hoogte van contributie kan per land verschillen, omdat daarvoor de bevolkingsomvang een belangrijke factor is.

CPGM Het BIPM heeft de nieuwe definitie van een kilogram voorbereid. Het besluit tot de invoering van een nieuwe definitie voor een kilogram is genomen door de Conférence générale des poids et mesures (CPGM). De CPGM is een soort van baas van het BIPM en is ook in het verdrag geregeld geregeld. Het bestaat (hoofdzakelijk) uit afgevaardigden van de regeringen van de aangesloten landen. Elk land stuurt één afgevaardigde. Elke afgevaardigde heeft één stem. Half november hebben zij een week lang met elkaar vergaderd.

Paris Zo’n vergadering moet minstens tienjaarlijks worden gehouden. Onlangs is de 26e bijeenkomst gehouden; de voorlaatste was in 2014. Voorzitter van een CPGM vergadering is altijd de Président de l’Académie des Sciences de Paris. Vergaderingen moeten altijd in Parijs worden gehouden.

Résolution Het besluit voor een andere definitie van de kilogram is genomen in de vorm van een Résolution. Het is mij niet bekend of het een anoniem besluit was. In dezelfde vergaderweek zijn trouwens ook de definities van andere grootheden veranderd, zoals de ampère, de mol en de kelvin. Ook daartoe is door de CPGM besloten in de vorm van een Résolution.

Frankrijk heeft enkele bijzondere verantwoordelijkheden op zich genomen. Het moet bijvoorbeeld zorgen voor de huisvesting van het BIPM en de vergaderlocatie van de CPGM. Het erkent de (privaatrechtelijke) rechtspersoonlijkheid van het BIPM. En het moet de afgevaardigden – ongeacht hun land van herkomst – gedurende de CPGM conferenties toegang tot Frankrijk geven.

20 mei Voor wie wil kunnen wennen aan het idee van een andere definitie voor de kilogram, geen nood: de nieuwe definitie gaat pas over een half jaar in.

BRONNEN:

Artikel 1 van de Convention du mètre luidt: Les Hautes Parties contractantes s’engagent à fonder et entretenir, à frais communs, un Bureau international des poids et mesures, scientifique et permanent, dont le siège est à Paris.

Artikel 2 luidt: Le Gouvernement français prendra les dispositions nécessaires pour faciliter l’acquisition ou, s’il y a lieu, la construction d’un bâtiment spécialement affecté à cette destination, dans les conditions déterminées par le Règlement annexé à la présente Convention.

Artikel 3 luidt: Le Bureau international fonctionnera sous la direction et la surveillance exclusives d’un Comité international des poids et mesures, placé lui-même sous l’autorité d’une Conférence générale des poids et mesures, formée de délégués de tous les Gouvernements contractants.

Artikel 4 luidt: La présidence de la Conférence générale des poids et mesures est attribuée au président en exercice de l’Académie des Sciences de Paris.

Artikel 9 luidt: Tous les frais d’établissement et d’installation du Bureau international des poids et mesures, ainsi que les dépenses annuelles d’entretien et celles du Comité, seront couverts par des contributions des États contractants, établies d’après une échelle basée sur leur population actuelle.

Artikel III (later toegevoegd): Tout État pourra adhérer à la présente Convention en notifiant son adhésion au Gouvernement français, qui en donnera avis à tous les États participants et au président du Comité international des poids et mesures.

Artikel 1 van het Règlement luidt: Le Bureau international des poids et mesures sera établi dans un bâtiment spécial présentant toutes les garanties nécessaires de tranquillité et de stabilité.

Il comprendra, outre le local approprié au dépôt des prototypes, des salles pour l’installation des comparateurs et des balances, un laboratoire, une bibliothèque, une salle d’archives, des cabinets de travail pour les fonctionnaires et des logements pour le personnel de garde et de service.

Artikel 7 daarvan luidt: La Conférence générale, mentionnée à l’article 3 de la Convention, se réunira à Paris, sur la convocation du Comité international, au moins une fois tous les six ans.

Elle a pour mission de discuter et de provoquer les mesures nécessaires pour la propagation et le perfectionnement du Système métrique, ainsi que de sanctionner les nouvelles déterminations métrologiques fondamentales qui auraient été faites dans l’intervalle de ses réunions. Elle reçoit le Rapport du Comité international sur les travaux accomplis, et procède, au scrutin secret, au renouvellement par moitié du Comité international. Les votes, au sein de la Conférence générale, ont l eu par États ; chaque État a droit à une voix.

Artikel 20 daarvan luidt: L’échelle des contributions, dont il est question à l’article 9 de la Convention, est établie, pour la partie fixe, sur la base de la dotation indiquée par l’article 6 du présent Règlement, et sur celle de la population ; la contribution normale de chaque État ne peut être inférieure à 5 pour 1 000, ni supérieure à 15 pour 100 de la dotation totale, quel que soit le chiffre de la population.

Artikel 1 van het Accord de Sièges (1969) luidt (gedeeltelijk): Le gouvernement de la République francaise reconnait la personalité civile du Bureau international des poids et mesures (..) et sa capacité de contracter, d`acquérir et d`aliniér les biens mobiliers et immobiliers nécessaires à son activité, et d`ester en justice.

Artikel 10 luidt (gedeeltelijk): Le Gouvernement français s’engage à autoriser, sauf si un motif d’ordre public si oppose, sans frais de visa ni delai, l’entrée et le séjour en France pendant la durée de leur fonctions ou missions aupres du Bureau:

a) Des représentants des Etats Parties à la Convention du mètre aux sessions des Conférences générales des poids et mesures;

b) Des membres du Comité international des poids et mesures;

Twee Zwitserse volksinitiatieven op 25 november: over verdrag vs grondwet en over koeien

VRIJDAG 23 NOVEMBER 2018 Zwitserland houdt aanstaande zondag een volksinitiatief over de verhouding tussen verdragen en de grondwet: Volksinitiative Schweizer Recht statt fremder Richter (Selbstbestimmungsinitiative). Welke willen de initiatiefnemers hiermee bereiken? Wat zijn de regels bij Zwitserse volksinitiatieven? Hopelijk heb ik alles goed begrepen.

Volksinitiative Het volksinitiatief is geregeld in de grondwet; er zijn ook nog referenda. Ze kunnen worden gehouden over grondwetswijzigingen, gewone wetten en overheidsbesluiten, maar ook over verdragen en toetreding tot een internationale organisatie. Een referendum gaat in tegenstelling tot een volksinitiatief over een besluit of wet die door regering en volksvertegenwoordiging is aangenomen. Aanstaande zondag gaat het over een volksinitiatief.

Bundesverfassung De initiatiefnemers willen dat de Zwitserse grondwet – Bundesverfassung – boven verdragen komt te staan, zodat bij strijd tussen verdrag en grondwet die laatste voorrang krijgt. Er mogen geen nieuwe verdragen worden gesloten die strijdig zijn met de grondwet. Bestaande verdragen moeten worden aangepast of – als andere verdragspartijen daaraan niet willen meewerken – opgezegd. Overheid en rechters zijn alleen gebonden aan de verdragen waarmee in een referendum is ingestemd. Een uitzondering wordt gemaakt voor fundamentele mensenrechten zoals het folterverbod, het slavernijverbod en het verbod om iemand twee keer te straffen voor dezelfde daad (ne bis in idem). Dergelijke verdragsbepalingen blijven wel voorrang houden op de grondwet.

Teilrevision Het volksinitiatief van aanstaande zondag gaat over een wijziging van enkele grondwettelijke bepalingen, een zogenaamde Teilrevision. De Zwitserse regering en volksvertegenwoordiging ontraden deze grondwetswijziging. De initiatiefnemers kunnen de precieze tekst van de te wijzigen bepalingen voorstellen. Dat is dan een volksinitiatief met ausgearbeitetes Entwurf. Dat is het geval met het volksinitiatief van aanstaande zondag.

100.000 Er zijn honderdduizend steunbetuigingen nodig voor het houden van een volksinitiatief zoals dat van komende zondag. Ze moeten worden verkregen in een periode van anderhalf jaar. Het volksinitiatief van aanstaande zondag heeft ongeveer 116.000 steunbetuigingen verkregen.

Bindend Het Zwitsers volksinitiatief en referendum zijn bindend. De uitslag dat het voorstel is aangenomen, is juridisch bindend. Wetgever en regering mogen die uitslag niet naast zich neerleggen.

Twee meerderheden Voor het aannemen van een voorstel is in elk geval de meerderheid van de uitgebrachte stemmen nodig. Elke Zwitser van 18 jaar of ouder is stemgerechtigd, ook als hij of zij in het buitenland woont. Voor het aannemen van het voorstel van aanstaande zondag is echter meer nodig. Daarvoor is namelijk ook van belang hoe de stemmen zijn verdeeld over de ongeveer 25 kantons die samen Zwitserland vormen. Dat zit als volgt in elkaar. In de meerderheid van de kantons moet een meerderheid van de stemmen voor het voorstel hebben gestemd. Er zijn zes kantons die wat dit betreft slechts elk voor de helft meetellen, zoals kanton Basel-Stadt. De overige kantons tellen elk voor heel mee, zoals St. Gallen. Kantons worden Kantone of Stände genoemd.

Koe bij de hoornen Het is zondag niet het enige voorstel waarover zondag in Zwitserland gestemd wordt. Er zijn nog twee andere. De ene is ook weer een volksinitiatief en ook weer voor een grondwetswijziging. Het gaat over de introductie van overheidssubsidie die het onthoornen van kalveren moet tegengaan, Hornkuh-Initiative. Ook dit initiatief wordt door regering en volksvertegenwoordiging ontraden. De andere is geen volksinitiatief maar een referendum.

BRONNEN:

Over volksinitiatieven en referendum van zondag 25 november 2018: https://www.admin.ch/gov/de/start/dokumentation/abstimmungen/20181125.html

Artikel 139 van de Bundesverfassung der Schweizerischen Eidgenossenschaft luidt (gedeeltelijk): 100 000 Stimmberechtigte können innert 18 Monaten seit der amtlichen Veröffentlichung ihrer Initiative eine Teilrevision der Bundesverfassung verlangen. Die Volksinitiative auf Teilrevision der Bundesverfassung kann die Form der allgemeinen Anregung oder des ausgearbeiteten Entwurfs haben. Eine Initiative in der Form des ausgearbeiteten Entwurfs wird Volk und Ständen zur Abstimmung unterbreitet. Die Bundesversammlung empfiehlt die Initiative zur Annahme oder zur Ablehnung. Sie kann der Initiative einen Gegenentwurf gegenüberstellen.

Artikel 140 luidt (gedeeltelijk): Volk und Ständen werden zur Abstimmung unterbreitet: a. die Änderungen der Bundesverfassung.

Artikel 142 luidt (gedeeltelijk): Die Vorlagen, die dem Volk zur Abstimmung unterbreitet werden, sind angenommen, wenn die Mehrheit der Stimmenden sich dafür ausspricht. Die Vorlagen, die Volk und Ständen zur Abstimmung unterbreitet werden, sind angenommen, wenn die Mehrheit der Stimmenden und die Mehrheit der Stände sich dafür aussprechen. Das Ergebnis der Volksabstimmung im Kanton gilt als dessen Standesstimme. Die Kantone Obwalden, Nidwalden, Basel-Stadt, Basel-Landschaft,

Artikel 136 luidt (gedeeltelijk): Die politischen Rechte in Bundessachen stehen allen Schweizerinnen und Schweizern zu, die das 18. Altersjahr zurückgelegt haben und die nicht wegen Geisteskrankheit oder Geistesschwäche entmündigt sind. Alle haben die gleichen politischen Rechte und Pflichten. Sie können an den Nationalratswahlen und an den Abstimmungen des Bundes teilnehmen sowie Volksinitiativen und Referenden in Bundesangelegenheiten ergreifen und unterzeichnen.