Alexander Pechtold verlaat Tweede Kamer

MAANDAG 8 OKTOBER 2018 Alexander Pechtold heeft zijn leiderschap van de D66-fractie in de Tweede Kamer neergelegd. Dat gebeurde afgelopen zaterdag op het partijcongres in Den Bosch. Ik lees in de krant dat hij sinds 2006 lijsttrekker was bij de verkiezingen. Wie kiest bij D66 de fractieleider en de lijsttrekker?

Tweede Kamer fractie De fractie in de Tweede Kamer bestaat uit 19 leden. Zij zijn verkozen in 2017; de volgende Tweede Kamer verkiezingen zijn in 2021. De fractieleden kiezen uit hun midden de nieuwe voorzitter. In de krant staat dat dit morgen gaat gebeuren. Fractieleider is synoniem voor fractievoorzitter. Pechtold vertrekt niet alleen als fractievoorzitter, maar ook als Kamerlid. Er zal dus een nieuw Kamerlid aantreden. Dat moet in elk geval iemand zijn die op de kandidatenlijst stond voor de verkiezingen in 2017. Ook het nieuwe Kamerlid mag tot fractievoorzitter worden gekozen.

Congres Het congres is de landelijke ledenvergadering die steeds ergens in het land wordt gehouden. Alle leden mogen die vergadering bijwonen en er een stem uitbrengen. Als ik me niet vergis, dan geldt voor het lidmaatschap geen minimumleeftijd. Op de eerstvolgende landelijke ledenvergadering moet de morgen gekozen fractievoorzitter worden geagendeerd. Dan moeten de leden aangeven of ze die keuze ”al dan niet bevestigen”. Wat de consequentie is van niet bevestigen, kan ik nergens ontdekken in Statuten of Huishoudelijk Reglement.

Lijsttrekker De lijsttrekker is de persoon die bij verkiezingen de lijst trekt. Zij of hij moet dus kandidaat zijn bij die verkiezingen en bovendien helemaal bovenaan op de lijst staan. Noch bij de aanstaande provinciale verkiezingen noch bij die van de Eerste Kamer verkiezingen stond Pechtold op de kandidatenlijsten. Zijn vertrek heeft natuurlijk wel gevolgen voor de verkiezingscampagnes. Het komt immers steeds meer voor dat fractieleiders in de Tweede Kamer een belangrijke rol spelen in de campagnes voor de provinciale en gemeentelijke verkiezingen.

Digitale verkiezing Het zijn overigens de leden die de lijsttrekkers voor de Eerste en Tweede Kamer verkiezingen en voor de Europese verkiezingen kiezen. Dat kan gebeuren op het congres maar het kan ook digitaal gebeuren (van huis uit). Dat is ter keuze aan de partij (dus niet aan het individuele lid). De leden kiezen doordat ze op het stembiljet een of meer kandidaten noteren. Wie meer kandidaten noteert, moet ook aangeven wie zijn (eerste) voorkeur heeft. De kandidaat die bij meer dan de helft van de stemmen de eerste voorkeur heeft, is de winnaar. Als geen van de kandidaten daaraan voldoet, is er ook een winnaar.

BRONNEN

Statuten en Huishoudelijk Reglement D66 (november 2017):

artikelen 5 en 10 Statuten en 2.3, 3.1, 6.16 en 6.23 Huishoudelijk Reglement

https://d66.nl/content/uploads/sites/2/2014/11/Statuten-Huishoudelijk-Reglement-November-2017.pdf

Artikel W 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het centraal stembureau bij een met redenen omkleed besluit, uiterlijk op de veertiende dag nadat dit te zijner kennis is gekomen, benoemd de daarvoor in aanmerking komende kandidaat die het hoogst is geplaatst op de lijst waarop degene die moet worden opgevolgd, is gekozen. Indien het lid in wiens plaats moet worden voorzien, ontslag heeft genomen met ingang van een bepaald tijdstip, vangt de termijn, bedoeld in de eerste volzin, aan op dat tijdstip.

Franse Grondwet viert 60e verjaardag

VENDREDI LE 5 OCTOBRE 2018 Gisteren was het precies 60 jaar geleden dat de huidige Franse grondwet is uitgevaardigd. Op 4 oktober 1958 is de nieuwe grondwet uitgevaardigd. Die grondwet – Constitution du 4 Octobre 1958 – geldt nog steeds.

5e Republiek Deze grondwet creëerde de zogenaamde Vijfde Republiek, Cinquième République. De Vierde Republiek ontstond na de oorlog in 1946; de Derde Republiek ontstond tijdens de oorlog in 1940: dat was het Vichy regime onder Maarschalk Pétain.

Constitution du 4 Octobre 1958 De nieuwe grondwet maakte de president van de Republiek een stuk sterker en het parlement een stuk zwakker, in vergelijking met de Vierde Republiek. De Franse generaal – en latere President – Charles de Gaulle had een belangrijke rol bij de totstandkoming van de nieuwe grondwet.

Referendum De nieuwe grondwet is destijds door middel van een referendum aangenomen. 80% van de bevolking heeft toen vóór gestemd.

Enquête In opdracht van het Franse dagblad Le Figaro is onlangs een enquête gehouden. Daaruit volgt dat nu minder dan de helft (44%) van de bevolking vóór de huidige grondwet is. In Le Figaro van gisteren staat ook dat bijna alle grotere politieke partijen de huidige grondwet steunen – met uitzondering van Mélenchons La France insoumise. En datzelfde geldt voor de leden van onder andere La République En Marche, Les Républicains en Le Parti socialiste. Ik ga ervan uit dat met sympathisants in het krantenbericht wordt bedoeld de partijleden. Het (niet gebonden) electoraat wil volgens de krant een minder sterke President.

Bevoegdheden President Wat zijn de grondwettelijke bevoegdheden van de President die hem zo sterk maken? De opsomming is niet compleet.

Premier Hij benoemt de Premier ministre. President Macron heeft Philippe tot Eerste Minister benoemd. Hij kan hem ook weer ontslaan. De President benoemt en ontslaat ook de andere ministers. Echter, dat laatste moet steeds op voordracht van de Premier gebeuren. De President is voorzitter van de ministerraad.

Kamer heroverweging opdragen De President kan het parlement opdragen om een aangenomen wetsvoorstel te heroverwegen, bijvoorbeeld omdat hij het met de inhoud en strekking ervan niet eens is. Hij heeft de steun van de Premier nodig voor het geven van zo’n opdracht. Het Franse parlement bestaat uit twee Kamers: Sénat en Assemblée nationale.

Referendum De President kan het parlement passeren door een wetsvoorstel van zijn regering rechtstreeks voor te leggen aan de bevolking: dus door er een referendum over te houden. Dat is dan een bindend referendum. Hij heeft voor het houden van dat referendum de steun van de Premier nodig.

Kamerontbinding De President mag de Franse Tweede Kamer ontbinden, l’Assemblée nationale. Daarna moeten er nieuwe Kamerverkiezingen worden gehouden.

Generaals, prefecten en rector magnificus De President benoemt onder andere de generaals in het leger, de prefecten in de regio en de rector magnificus van een universiteit. Hij heeft voor deze benoemingen de steun nodig van de Premier.

Gratie verlenen De President mag gratie verlenen. Hij mag bijvoorbeeld de gevangenisstraf van een veroordeelde verlagen of helemaal kwijtschelden. Ook hiervoor heeft hij de steun nodig van de Premier.

Steun van de Premier? Hij is dus vaak aangewezen op de steun van de Premier. Daardoor lijkt de Premier net zo machtig als de President. Schijn bedriegt hier echter, want de President kan te allen tijde een onwelgevallige Premier ontslaan en vervangen door een ander die wel doet wat hij wil. Alleen bij een cohabitation kan de President dat in de praktijk niet zomaar doen. Daarvan is sprake als de parlementaire meerderheid niet samenvalt met de presidentiële meerderheid. De presidentiële meerderheid is de electorale meerderheid die de president heeft gekozen. De Premier is weliswaar benoemd door de President, maar hij (en zijn regering) kan niet functioneren zonder het vertrouwen van de parlementaire meerderheid. Bij een cohabitation kan de President in theorie weliswaar de onwelgevallige Premier ontslaan en een nieuwe Premier benoemen die wel doet wat hij wil, maar de parlementaire meerderheid moet in die nieuwe Premier wel vertrouwen (willen) hebben. Tot nu toe is van een cohabitation geen sprake bij President Macron. En Macron is tevreden over Philippe, want hij heeft hem niet ontslaan. Twee eerdere presidenten hebben wel met cohabitation moeten leven: Mitterrand en Chirac.

BRONNEN

Onderstaande Franse wetsbepalingen zijn afkomstig van DILA. Constitution Version consolidée au 8 mars 2018 https://www.legifrance.gouv.fr/Droit-francais/Constitution.

Artikel 8 Constitution du 4 Octobre 1958 luidt: Le Président de la République nomme le Premier Ministre. Il met fin à ses fonctions sur la présentation par celui-ci de la démission du Gouvernement. Sur la proposition du Premier ministre, il nomme les autres membres du Gouvernement et met fin à leurs fonctions.

Artikel 9 luidt: Le Président de la République préside le conseil des ministres.

Artikel 10 luidt: Le Président de la République promulgue les lois dans les quinze jours qui suivent la transmission au Gouvernement de la loi définitivement adoptée. Il peut, avant l’expiration de ce délai, demander au Parlement une nouvelle délibération de la loi ou de certains de ses articles. Cette nouvelle délibération ne peut être refusée.

Artikel 11 luidt (gedeeltelijk): Le Président de la République, sur proposition du Gouvernement , peut soumettre au référendum tout projet de loi portant sur l’organisation des pouvoirs publics, sur des réformes relatives à la politique économique, sociale ou environnementale de la nation et aux services publics qui y concourent, ou tendant à autoriser la ratification d’un traité qui, sans être contraire à la Constitution, aurait des incidences sur le fonctionnement des institutions.

Lorsque la proposition de loi n’est pas adoptée par le peuple français, aucune nouvelle proposition de référendum portant sur le même sujet ne peut être présentée avant l’expiration d’un délai de deux ans suivant la date du scrutin.

Lorsque le référendum a conclu à l’adoption du projet ou de la proposition de loi, le Président de la République promulgue la loi dans les quinze jours qui suivent la proclamation des résultats de la consultation.

Artikel 12 luidt (gedeeltelijk): Le Président de la République peut, après consultation du Premier ministre et des Présidents des Assemblées, prononcer la dissolution de l’Assemblée nationale. Les élections générales ont lieu vingt jours au moins et quarante jours au plus après la dissolution.

Artikel 13 luidt (gedeeltelijk): Le Président de la République (..) nomme aux emplois civils et militaires de l’Etat. Les conseillers d’Etat, le grand chancelier de la Légion d’honneur, les ambassadeurs et envoyés extraordinaires, les conseillers maîtres à la Cour des comptes, les préfets, les représentants de l’Etat dans les collectivités d’outre-mer régies par l’article 74 et en Nouvelle-Calédonie, les officiers généraux, les recteurs des académies, les directeurs des administrations centrales, sont nommés en Conseil des ministres.

Artikel 17 luidt: Le Président de la République a le droit de faire grâce à titre individuel.

Artikel 50 luidt: Lorsque l’Assemblée nationale adopte une motion de censure ou lorsqu’elle désapprouve le programme ou une déclaration de politique générale du Gouvernement, le Premier ministre doit remettre au Président de la République la démission du Gouvernement.

Werelddierendag

DONDERDAG 4 OKTOBER 2018 Vandaag is het Werelddierendag. Eergisteren was het de Internationale Dag van de Geweldloosheid. Volgende week zaterdag is het de Internationale Dag voor het Beheersen van Natuurrampen (!). Op 10 december is er de Dag van de Mensenrechten.

VN De laatste drie zijn uitgeroepen door de Verenigde Naties. De Internationale Dag van de Geweldloosheid is er sinds 1989; 2 oktober (1869) is de geboortedag van Mahatma Gandhi. De Internationale Dag voor het Beheersen van Natuurrampen is er sinds 1989. De Dag van de Mensenrechten is er sinds 1951; 10 december (1948) is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen.

Algemene Vergadering Het is de Algemene Vergadering van de VN die deze drie dagen officieel heeft uitgeroepen. De Algemene Vergadering – General Assembly – is het orgaan van de VN waarin alle lidstaten deelnemen. Ook andere VN-onderdelen hebben jaarlijks terugkerende dagen uitgeroepen. Elke maand van het jaar kent daardoor een tot enkele tientallen van dit soort dagen.

Werelddierendag Echter, werelddierendag is geen VN-dag. De uitroeping van deze dag was een particulier initiatief. Het is namelijk het initiatief van de verenigingen voor dierenbescherming die in 1931 in Italië bijeen waren op het International Congress of Animal Protection Organizations, althans zo luidt de Engelse benaming van dit congres. 4 oktober is de sterfdag van Franciscus van Assisi, heilig verklaard door de RK Kerk.

BRONNEN

Artikel 7 Handvest van de Verenigde Naties luidt (gedeeltelijk): There are established as the principal organs of the United Nations: a General Assembly, a Security Council, an Economic and Social Council, a Trusteeship Council, an International Court of Justice, and a Secretariat.

Artikel 9 Handvest luidt (gedeeltelijk): The General Assembly shall consist of all the Members of the United Nations.

https://www.worldanimalday.org.uk/about_us

Waterschapsverkiezingen 2019: het actief kiesrecht

WOENSDAG 3 OKTOBER 2018 Over ruim een half jaar zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (20 maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks volgt hier een bijdrage over waterschap of waterschapsverkiezing. De waterschapsverkiezing gaat over het kiezen van het algemeen bestuur daarvan. Vorige week ging het onder andere over de wettelijke eisen die aan kandidaten voor het algemeen bestuur worden gesteld. Deze week gaat het over de eisen die de wet aan de kiezer stelt.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur is enigszins vergelijkbaar met de gemeenteraad. Het bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van in het waterschap gelegen landbouwgronden en natuurterreinen en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het waterschap. Er zitten dus vier categorieën vertegenwoordigers in het algemeen bestuur. De burger kiest alleen de vertegenwoordigers van de ingezetenen; deze categorie heeft de absolute meerderheid in het algemeen bestuur. Mijn bijdrage van deze week gaat alleen over die verkiezingen. Deze alinea is op 4 oktober toegevoegd.

Actief kiesrecht Het recht om bij verkiezingen te stemmen heet het actief kiesrecht. Daar tegenover staat het passief kiesrecht: het recht van kandidaten om bij verkiezingen gekozen te worden.

Wonen in het waterschap De kiezer moet op maandag 4 februari 2019 in het waterschap wonen. Wie op die dag in de gemeentelijke basisregistratie is ingeschreven met een adres, wordt vermoed daar te wonen. Wie woont in het waterschap, is ingezetene van dat waterschap. Deze dag – die enkele weken voorafgaat aan de verkiezingsdag – is de peildatum.

18 jaar De kiezer moet op de dag dat er gestemd wordt (verkiezingsdag: 20 maart) 18 jaar of ouder zijn.

Nederlander? De kiezer die de Nederlandse nationaliteit heeft, mag uiteraard gaan stemmen. Echter, het Nederlanderschap is geen vereiste. Sommige vreemdelingen – dat is al wie een andere nationaliteit heeft of zonder enige nationaliteit is – mogen ook stemmen.

EU-burgers Alle vreemdelingen met de nationaliteit van een land van de Europese Unie mogen zonder meer stemmen. Duitsers, Belgen, Fransen, Britten (!) enzovoorts mogen dus stemmen.

Vluchtelingen Ook vluchtelingen met een verblijfsvergunning en hun gezinsleden mogen stemmen. Datzelfde geldt ook bijvoorbeeld voor degenen die hier met de benodigde vergunningen werken of studeren (zoals aan een universiteit). Asielzoekers die nog ”in de procedure” zijn, mogen echter niet stemmen.

Gemeenteraadsverkiezingen Het maakt voor het actief kiesrecht bij de waterschapsverkiezingen niet uit hoelang een vreemdeling hier te lande heeft gewoond, gewerkt of gestudeerd. Dat is een verschil met het actief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen: vreemdelingen hebben bij die verkiezingen alleen stemrecht als ze al vijf jaar over een verblijfsvergunning beschikken. Echter, ook voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt die eis weer niet gesteld aan EU-burgers.

BRONNEN

Artikel 10 Waterschapswet luidt: Lid 1. Het bestuur van een waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter, onverminderd hetgeen het reglement bepaalt over de benaming van die onderscheidene bestuursorganen. Lid 2. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Artikel 12 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel B 2a Kieswet luidt (gedeeltelijk): De leden van het algemeen bestuur worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van het waterschap en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Artikel B 3, tweede lid, aanhef en onderdeel a is van toepassing.

Artikel F 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats op de maandag in de periode van 30 januari tot en met 5 februari.

Artikel B 4 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Onder ingezetenen van het waterschap en van de gemeente verstaat deze wet hen die onderscheidenlijk in het waterschap en in de gemeente werkelijke woonplaats hebben. Zij die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente. Zij die als ingezetene met een adres zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in het waterschap waaronder dat adres valt.

Artikel B 3 Kieswet, tweede lid, aanhef en onderdeel a luidt (gedeeltelijk): Zij die geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn, dienen om kiesgerechtigd te zijn op de dag van de kandidaatstelling tevens te voldoen aan de vereisten dat zij rechtmatig in Nederland verblijven op grond van artikel 8, onder a, b, c, d, e of l van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een verdrag tussen een internationale organisatie en de Staat der Nederlanden.

Artikel B 3 Kieswet, tweede lid, aanhef en onderdeel b luidt (gedeeltelijk): Zij die geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn, dienen om kiesgerechtigd te zijn op de dag van de kandidaatstelling tevens te voldoen aan de vereisten dat zij onmiddellijk voorafgaand aan de dag van de kandidaatstelling gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren ingezetene van Nederland waren en beschikten over een verblijfsrecht als bedoeld onder a.

 

Belgische gemeenteraadsverkiezingen: no afternoon calls

DINSDAG 2 OKTOBER 2018 Volgende week zondag 14 oktober zijn er in België in het hele land gemeenteraadsverkiezingen.

589 België heeft 589 gemeenten verdeeld over drie gewesten: Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De meeste gemeenten liggen in Vlaanderen, zoals Aalst, Antwerpen, Brugge, Dendermonde en Gent. De wet- en regelgeving voor de gemeenteraadsverkiezingen in de drie gewesten is niet helemaal dezelfde. Voor zover de regels uiteenlopen, schrijf ik hieronder alleen over de Vlaamse regels.

Wie mag stemmen Vanaf 18 jaar mag in beginsel iedereen die in de gemeente woont gaan stemmen. Wie niet de Belgische nationaliteit heeft, maar wel EU-burger is, mag na een officieel verzoek ook gaan stemmen. Andere vreemdelingen mogen dat pas nadat ze vijf jaar rechtmatig in België hebben gewoond én bovendien verklaren dat ze de Grondwet en het Europees Mensenrechtenverdrag naleven.

Stemmen moet In België is het uitbrengen van je stem niet alleen een recht, maar is de kiesgerechtigde in beginsel ook verplicht om naar het stembureau te gaan. Er geldt een wettelijke opkomstplicht. Wie daaraan niet voldoet, kan gestraft worden met een (weliswaar lage) boete. En wie vier gemeenteraadsverkiezingen niet naar het stembureau gaat, kan soms gedurende een bepaalde periode geen ambtenaar meer worden of als ambtenaar promotie maken.

Openingstijden De stembureaus zijn in Nederland in het algemeen open van half 8 ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds. Maar zo ruim zijn de openingstijden in België niet: de kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 uur ’s morgens tot 1 uur ’s middags.

Hulp in stemhokje Alleen iemand met een lichamelijke beperking mag zich in het stemhokje laten bijstaan, net als in Nederland.

Meer dan één stem De kiezer mag op het stembiljet meer dan één bolletje rood kleuren. Op het stembiljet staan net als in Nederland de kandidatenlijsten (met de naam van de politieke partijen erboven). De kiezer mag zijn stem geven aan één van de kandidatenlijsten: lijststem geheten. De kiezer mag bovendien een voorkeursstem uitbrengen op één kandidaat of zelfs op meer kandidaten: naamstem geheten. Lijststem en alle naamstemmen moeten op dezelfde kandidatenlijst worden uitgebracht. De kiezer mag ook alleen een lijststem uitbrengen.

Verdelen van de stemmen Meestal zal het aantal stemmen dat op een kandidatenlijst is uitgebracht onvoldoende zijn om alle kandidaten op die lijst gemeenteraadslid te maken. Dan moeten de stemmen worden verdeeld over de kandidaten. Hoe gaat dat in zijn werk? Uh ja, hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Ik begrijp het – in grote lijnen – als volgt, maar weet niet helemaal zeker of ik het bij het juiste eind heb. Alle lijststemmen gaan eerst naar de kandidaten met de hoogste plaatsen op de lijst. Lijststemmen worden toegevoegd aan de naamstemmen van de kandidaat; de lijststemmen die hij niet nodig heeft, gaan naar de volgende kandidaat op de lijst. Naamstemmen ”blijven” bij de kandidaat die ze gekregen heeft. De volgorde van de kandidatenlijst – vastgesteld door de politieke partij – is dus wel degelijk van belang. En het maakt dus verschil of een kiezer alleen naamstemmen uitbrengt of ook een lijststem. En als ik me niet vergis, werkt het zo dat hoe meer naamstemmen een individuele kiezer uitbrengt, des te minder de lijstvolgorde wordt doorbroken zoals die is vastgesteld door de politieke partij.

BRONNEN

Artikel 140 Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 luidt (gedeeltelijk): De kiezer kan geldig stemmen door het uitbrengen van: 1° een lijststem, als hij akkoord gaat met de volgorde waarin de kandidaten op de lijst voorkomen; 2° een naamstem, meerdere naamstemmen op eenzelfde lijst of een lijststem in combinatie met een of meer naamstemmen binnen dezelfde lijst, als hij de volgorde waarin de kandidaten op die lijst voorkomen, wil wijzigen.

Artikel 8 luidt (gedeeltelijk) : Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men 1° Belg zijn; 2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt; 3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn; 4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing.

Artikel 11 luidt (gedeeltelijk): (..) kunnen onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8 en als zij voor 1 augustus van het jaar waarin de gewone verkiezing van de gemeenteraden plaats heeft hun wil te kennen hebben gegeven om dat stemrecht in België uit te oefenen.

Artikel 13 luidt (gedeeltelijk): (..) kunnen onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de andere kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8.

Artikel 14 luidt (gedeeltelijk): Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst moeten de personen, vermeld in artikel 13, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, een schriftelijke aanvraag indienen met vermelding van: 3° een verklaring waarin de indiener van de aanvraag zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden na te leven. De personen, vermeld in artikel 13, moeten kunnen bewijzen dat ze op het ogenblik van de indiening van de aanvraag vijf jaar ononderbroken hun hoofdverblijfplaats in België hebben, gedekt door een wettelijk verblijf.

Artikel 250 luidt: Deelneming aan de stemming is verplicht.

Artikel 253 luidt (gedeeltelijk): Een eerste, niet gewettigde onthouding wordt naargelang van de omstandigheden gestraft met een berisping of met een geldboete van vijf euro tot tien euro. Bij herhaling is de geldboete tien euro tot vijfentwintig euro. Een vervangende gevangenisstraf wordt niet uitgesproken. Met behoud van de toepassing van de voormelde strafbepalingen wordt de kiezer, als de niet-gewettigde onthouding ten minste viermaal voorkomt binnen vijftien jaar, voor tien jaar van de kiezerslijsten geschrapt en kan hij gedurende die tijd geen benoeming, bevordering of onderscheiding krijgen van een openbare overheid.

Artikel 254 luidt: Hij die zijn stemplicht verzuimt bij een gemeenteraadsverkiezing na een zelfde verzuim te hebben begaan bij een andere verkiezing, en omgekeerd, is niet in staat van herhaling. De bepalingen van dit artikel, als ze de herhaling van een niet-gewettigd verzuim van de stemplicht betreffen, vinden alleen toepassing als de verkiezingen van dezelfde aard zijn.

Artikel 143 luidt (gedeeltelijk): De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 13 uur.

Artikel 138 luidt (gedeeltelijk): Een kiezer die wegens lichamelijke beperkingen niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn stem uit te brengen, mag zich met toestemming van de voorzitter door iemand laten geleiden of bijstaan

Artikel 165: Het stemcijfer van iedere lijst wordt bepaald door alle stembiljetten op te tellen waarop een geldige stem is uitgebracht bovenaan op de lijst of op een of meer kandidaten van die lijst.

Artikel 169: Als het aantal kandidaten van een lijst groter is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, worden de verkozenen door het gemeentelijk hoofdbureau aangewezen op basis van de naamstemmen en een overdracht van de lijststemmen.

De aanwijzing van de verkozenen en hun opvolgers gebeurt op de volgende manier:

1° per lijst wordt het verkiesbaarheidscijfer op de volgende manier berekend: ((stemcijfer van de lijst) X (aantal zetels aan die lijst toegekend)) / (aantal zetels aan die lijst toegekend +1)
2° het aantal over te dragen stemmen wordt op de volgende manier berekend :
((aantal stembiljetten met een lijststem, vermeld in artikel 155, § 3, eerste lid, 1°) X (aantal zetels aan die lijst toegekend)) / 3
3° het aantal stemmen vermeld in 2° wordt als volgt overgedragen : de toe te kennen stembiljetten worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat van de lijst heeft behaald, om het verkiesbaarheidscijfer van die lijst vermeld in 1°, te bereiken. Als er een overschot is, wordt dat op vergelijkbare wijze toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde enzovoort, tot het aantal over te dragen stemmen, vermeld in 2°, uitgeput is;
4° de zetels worden toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald, na de overdracht van de stemmen, vermeld in 3°. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend;

Groningen wel verplicht tot handhaven bij overtreding rookverbod

MAANDAG 1 OKTOBER 2018 Vorige week stond een artikel in de krant over de gemeente Groningen. De gemeenteraad heeft geregeld dat het college van burgemeester en wethouders roken kan gaan verbieden op openbare plaatsen, zoals straten en pleinen. Dat kan gebeuren op verzoek van instellingen zoals scholen en ziekenhuizen. Het gemeentebestuur is echter niet van plan om het verbod op die plaatsen te gaan handhaven door tegen overtredingen van het verbod op te treden. Het wordt aan de scholen, ziekenhuizen en dergelijke overgelaten om het verbod zelf uit te voeren. Kan de gemeente zich wel aan handhaving onttrekken?

APV Het rookverbod is geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Elke gemeente heeft zo’n verordening. Daarin zijn zeer uiteenlopende onderwerpen geregeld, gerangschikt in hoofdstukken. Er zijn in Groningen hoofdstukken over bijvoorbeeld openbare orde, regulering prostitutie en natuur- en milieubescherming.

Artikel 2:47a Het rookverbod is geregeld in artikel 2:47a; dat is in het hoofdstuk over openbare orde. Het staat tussen een verbod op openbare plaatsen voor drankgebruik en een verbod voor hinderlijk gedrag. In de toelichting op het rookverbod wordt vooral de stank- en rookoverlast van het roken benadrukt. Het rookverbod had volgens mij daarom ook opgenomen kunnen worden in het hoofdstuk over milieubescherming, als een van de maatregelen tegen stankoverlast.

Handhaven APV Politie en gemeentelijke boa’s houden toezicht op naleving van de APV. Er staat onder andere een boete op overtreding van een verbod maar handhaving kan ook met andere bestuurlijke sancties gebeuren.

Geen plicht tot handhaven? Kan de gemeente zich onttrekken aan handhaving doordat politie en boa’s geen toezicht houden op het rookverbod en er geen boetes of andere bestuurlijke sancties worden opgelegd bij overtreding van dit verbod? Met andere woorden: heeft de gemeente geen handhavingsplicht? Groningen gaat er van uit dat ze geen handhavingsplicht heeft. Ik wil bij dat uitgangspunt een kritische opmerking maken.

Wel plicht tot handhaven! Weliswaar mag en moet de gemeente volgens de wet (ook) bij handhavend optreden steeds een belangenafweging maken, maar de hoogste bestuursrechter heeft in 2004 overwogen dat overheden in beginsel verplicht zijn om handhavend op te treden bij overtreding van een wettelijk voorschrift. Ook APV-verboden zijn wettelijke voorschriften. Dit wordt de beginselplicht tot handhaving genoemd. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden is die plicht er niet. Daarvan lijkt mij in de Groningse situatie geen sprake. Als het college van burgemeester en wethouders bij een school een verbod heeft ingesteld, en de school (of een andere belanghebbende) vraagt de gemeente vervolgens om handhavend op te treden tegen overtredingen, dan zou de rechter de gemeente daartoe best wel eens kunnen dwingen.

BRONNEN

Artikel 2:47A van de Algemene Plaatselijke Veordening Groningen 2009 luidt als volgt: Verbod verspreiding hinderlijke rookgassen. Het is verboden om op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, hinderlijke rookgassen te verspreiden. Een rechthebbende van een gebouw met een publieke/openbare functie kan een verzoek indienen bij het college tot het opnemen van een bepaald gebied in een aanwijzingsbesluit. Bij toewijzing van het verzoek, als bedoeld in lid 2, draagt de rechthebbende zorg voor een juiste uitvoering daarvan.

HOOFDSTUK 2 van deze APV luidt: OPENBARE ORDE

HOOFDSTUK 3 van deze APV luidt: REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE ONDERWERPEN

HOOFDSTUK 4 van deze APV luidt: BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE

Afdeling 4 daarvan luidt: Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast

Artikel 6:1 van deze APV luidt (gedeeltelijk): Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, en van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de op grond van deze verordening verleende vergunningen of ontheffing

Artikel 6:3 van deze APV luidt (gedeeltelijk): Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 3:4 Algemene wet bestuursrecht luidt: Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit. De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

Uitspraak 200306199/1. Datum uitspraak: 7 juli 2004. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK (Raad van State) 2.4. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

Voor de hele uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2004:AP8242

Het ene overleg van fractievoorzitters is niet het andere

VRIJDAG 28 SEPTEMBER 2018. Op 27 mei 2019 worden de verkiezingen gehouden voor de Eerste Kamer. In de komende maanden zal over de staatsrechtelijke achtergronden van deze verkiezingen en van de Eerste Kamer worden bericht. Afgelopen dinsdag stond er een groot artikel in de krant over Eerste Kamerleden die over wetsvoorstellen hebben meegestemd hoewel ze ”betrokken” zijn geweest bij de voorbereiding ervan. Een fractievoorzitter stelt voor om dit onderwerp binnenkort te bespreken in het Seniorenberaad. Wat is het Seniorenberaad? En – ter vergelijking – hebben ook Provinciale Staten een Seniorenberaad?

75 Senatoren De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden, ook wel senatoren geheten. Hun vergaderingen zijn op het Binnenhof.

12 Fracties Elke senator maakt deel uit van een fractie. Er zijn twaalf fracties, In volgorde van grootte (grootste voorop): VVD, CDA, D66, PVV, SP, PvdA, GroenLinks, Christen-Unie, Partij voor de Dieren, SGP, 50PLUS en de Onafhankelijke Senaatsfractie. De laatste fractie is een samenwerkingsverband van enkele regionale partijen.

Staten-Generaal De Eerste Kamer en de Tweede Kamer vormen samen de Staten-Generaal. De Staten-Generaal is het parlement van Nederland.

Reglement van Orde Eerste Kamer De Eerste Kamer heeft een reglement van orde. De Kamer bepaalt zelf wat erin wordt geregeld.

College van Senioren Het Seniorenberaad waarvan in de krant sprake is, heet in het reglement College van Senioren. Het bestaat uit alle (twaalf) fractievoorzitters ; een fractievoorzitter mag in haar plaats een vervanger sturen. Ook de (twee) ondervoorzitters van de Kamer zijn altijd uitgenodigd.

Advies aan Kamervoorzitter Het College van Senioren adviseert de Kamervoorzitter bij haar werkzaamheden. Kamervoorzitter is mevrouw Ankie Broekers-Knol. De werkzaamheden van de Kamervoorzitter zijn divers en bestaan onder andere uit het nemen van allerhande besluiten. Ter illustratie: de Eerste Kamer heeft voor elk ministerie een Kamercommissie ingesteld. De Kamervoorzitter besluit uit hoeveel leden zo’n commissie bestaat en wie daarvan de voorzitters en ondervoorzitters worden.

Vergaderen Het College van Senioren vergadert op verzoek van de Kamervoorzitter of op verzoek van vier collegeleden. De Kamervoorzitter zit de vergaderingen voor.

”Betrokkene” stemt mee Kan het meestemmen over een wetsvoorstel in geval van betrokkenheid bij de voorbereiding ervan een agendapunt zijn voor het College van Senioren? Afgaande op het reglement, hangt het er vanaf – zou ik zeggen – of het tot de werkzaamheden van de Kamervoorzitter behoort om er op toe te zien dat dit niet gebeurt. Ik denk niet dat het tot haar werkzaamheden behoort, want meestemmen is in zo’n geval immers niet verboden. Het reglement geeft wel het individuele Kamerlid een opdracht mee in artikel 156a.

Tot zover de Eerste Kamer Hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland en Gelderland in hun reglementen van orde ook een College van Senioren/Seniorenberaad?

Provinciale Staten Provinciale Staten zijn als het ware het parlement van een provincie. Het aantal volksvertegenwoordigers kan per provincie verschillen. Gelderland en Zuid-Holland hebben 55 Statenleden, verdeeld over respectievelijk 11 en 12 fracties.

Commissaris Voorzitter van Provinciale Staten is de commissaris van de Koning.

Reglement van orde Provinciale Staten stelt op grond van de Provinciewet een reglement van orde vast voor haar plenaire vergaderingen.

Overleg van fractievoorzitters Wat er in beide provincies nog het meest op het Seniorenberaad lijkt, is het (Zuid-Hollandse) Fractievoorzittersoverleg en het (Gelderse) Presidium. Ze bestaan hoofdzakelijk uit alle fractievoorzitters en worden voorgezeten door de voorzitter van Provinciale Staten. Tot zover de overeenkomsten. Echter, ze geven geen adviezen aan de voorzitter maar nemen zelf bij meerderheid besluiten. Bovendien gaan die besluiten over heel andere zaken dan de adviezen van het College van Senioren in de Eerste Kamer.

 

BRONNEN

Artikel 51 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden.

Artikel 72 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De kamers stellen elk afzonderlijk een reglement van orde vast.

Artikel 17 Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (hieronder afgekort tot RvO EK): luidt (gedeeltelijk): Er is een College van Senioren. Het College van Senioren bestaat uit de voorzitters van de (..) fracties. Zij kunnen zich doen vervangen. De Ondervoorzitters van de Kamer worden uitgenodigd tot de vergaderingen van het College.

Artikel 18 RvO EK luidt: De Voorzitter roept het College samen zo dikwijls hij het nodig oordeelt. Op verzoek van ten minste vier leden van het College roept hij het eveneens samen.

Artikel 19 RvO EK luidt (gedeeltelijk): Het College van Senioren staat de Voorzitter bij in het leiden van de werkzaamheden van de Kamer. De Voorzitter raadpleegt daartoe het College inzake de besluiten en voorstellen, die hij krachtens dit reglement neemt of doet.

Artikel 11 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter zit de bijeenkomsten van het College van Senioren voor.

Artikel 34 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Kamer stelt voor elk ministerie ten minste één vaste commissie in.

Artikel 36 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter bepaalt het aantal leden van een commissie.

Artikel 37 RvO EK luidt (gedeeltelijk): De Voorzitter benoemt een voorzitter en een ondervoorzitter van de commissie.

Artikel 156a RvO EK luidt (gedeeltelijk): Ieder lid geeft zich rekenschap van de belangen die hij anders dan als lid van de Kamer heeft en waakt ervoor dat deze belangen niet leiden tot het op oneigenlijke wijze uitoefenen van zijn functie.

Artikel 9 Provinciewet luidt: De commissaris van de Koning is voorzitter van provinciale staten.

Artikel 16 Provinciewet luidt: Provinciale staten stellen een reglement van orde voor hun vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 90 Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (2017) luidt (gedeeltelijk): Er is een Fractievoorzittersoverleg, waarin de fractievoorzitters (..) of hun plaatsvervangers zitting hebben. De voorzitter van Provinciale Staten is voorzitter van het Fractievoorzittersoverleg.

Artikel 91 van dit reglement luidt (gedeeltelijk): Het Fractievoorzittersoverleg heeft tot taak het bespreken van vertrouwelijke aangelegenheden, en voorts: a. het doen van voorstellen of voordrachten aan Provinciale Staten omtrent noodzakelijke besluitvorming van personele, organieke en procedurele aard; b. het adviseren over en bewaken van bestuurlijke procedures; j. het vanuit zijn midden voeren van functioneringsgesprekken met de commissaris van de Koning; k. het bespreken van onderwerpen betreffende de gedragscode.

Artikel 3 Rectificatie Besluit van Provinciale Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent het reglement van orde Reglement van Orde provinciale Staten van Gelderland 2017 luidt (gedeeltelijk): Provinciale Staten hebben een Presidium. Lid van het Presidium zijn de voorzitters van de fracties als bedoeld in artikel 5, derde lid en de eerste plaatsvervangend voorzitter. Het Presidium wordt voorgezeten door de voorzitter of een op grond van artikel 2, eerste lid be-noemde plaatsvervangend voorzitter. Het Presidium heeft tot taak: het regelen van de werkzaamheden van Provinciale Staten; het adviseren van de commissies van Provinciale Staten over hun werkzaamheden; het doen van voorstellen aan Provinciale Staten over regelingen die het functioneren van Provinciale Staten dan wel de griffie aangaan; het doen van voorstellen aan Provinciale Staten in het kader van de Kieswet. Het Presidium beslist bij meerderheid van stemmen.

Duitse voetbalbond gaat voor mensenrechten

DONDERDAG 27 SEPTEMBER 2018 In de Südddeutsche Zeitung van afgelopen dinsdag staat een kort maar interessant bericht: De Deutsche Fussball-Bund – zeg maar de Duitse KNVB – wil gaan voor een mensenrechtenstrategie.

Satzung Het bestuur van de Duitse voetbalbond wil een mensenrechtenstrategie opnemen in de statuten van de bond, in het Duits Satzung. De Duitse voetbalbond zal daarmee één van de eerste zijn. Daardoor zijn er straks bijna 25.000 voetbalverenigingen (!) en meer dan 7 miljoen spelende leden aan gebonden. Van voetbalverenigingen die op het laatste niveau spelen tot en met de Nationalmanschaft. Zover is het overigens nog niet: de ledenraad moet er nog mee instemmen.

Mensenrechten Aan welke mensenrechten denkt het bondsbestuur? Een dag eerder schrijft het bestuur op de website van de voetbalbond dat het gaat om ”eine eigene Menschenrechtsstrategie, die sich an den Leitprinzipien der Vereinten Nationen für Wirtschaft und Menschenrechte ausrichtet”. Ik denk dat hier met de Leitprinzipien wordt bedoeld de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die in 1948 is aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het is op basis van die VN-verklaring dat de voetbalbond een eigen mensenrechtenstrategie in haar statuten wil opnemen. Hoe die eigen strategie eruit ziet, wordt pas over enkele maanden bekend.

Horizontaal De Duitse voetbalbond is geen overheid. Het is een private instelling, preciezer: een privaatrechtelijke vereniging. De burger – zoals een lid van een voetbalclub – kan in beginsel alleen tegenover de overheid een beroep doen op mensenrechten. Hij kan er niet tegenover een andere burger of een private instelling beroep op doen, althans in beginsel niet. Indien en voor zover dat in uitzonderingsgevallen toch wel kan, is er sprake van horizontale werking van grondrechten. Iets anders is als burgers of private instelling zich uit eigen beweging aan grondrechten hebben gecommitteerd, zoals de Duitse voetbalbond wil (en daardoor al haar aangesloten verenigingen en leden). Dat is weliswaar geen horizontale werking, maar betekent voor al die leden, verenigingen en voetbalbond wel gebondenheid aan grondrechten.

EK 2024 Vanwaar deze stap? In het krantenbericht wordt gesuggereerd dat het te maken heeft met de organisatie van het Europees Kampioenschap Voetbal in 2024. Duitsland en Turkije zijn daarvoor de overgebleven kandidaten. En de beslissing valt …. vanmiddag! De UEFA hakt vanmiddag de knoop door. En de UEFA heeft al eerder gezegd dat ze daarbij ook het belang dat de organisator aan mensenrechten hecht meeneemt.

Bouw van stadions en zo Als Duitsland de gelukkige winnaar wordt: zou de mensenrechtenstrategie van de voetbalbond dan ook gaan gelden voor de nieuwbouw van voetbalstadions nodig voor het EK? En wel zo dat de voetbalbond als opdrachtgever van die stadions van aannemers eist dat ze tegenover hun werknemers de mensenrechtenstrategie van de bond naleven? Zodat wantoestanden als die in Quatar (WK 2022) – waarop bijvoorbeeld door de vakbeweging is gewezen – niet kunnen voorkomen? We zullen zien.

BRONNEN

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):

www.amnesty.nl/encyclopedie/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-uvrm-volledige-tekst

Waterschapsverkiezingen 2019: eisen voor de kandidaten

WOENSDAG 26 SEPTEMBER 2018 Over ruim een half jaar zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks volgt hier een bijdrage over waterschap of verkiezing. De waterschapsverkiezing gaat over het kiezen van het algemeen bestuur. Vorige week ging de bijdrage over de wijze waarop in (het Zuid-Hollandse waterschap) Delfland de kandidatenlijst tot stand komt van een partij die geen landelijke politieke partij is zoals VVD en GroenLinks. Deze week gaat het over de eisen die wet en partij aan de kandidaten op een lijst stellen.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur is enigszins vergelijkbaar met de gemeenteraad. Het bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van in het waterschap gelegen landbouwgronden en natuurterreinen en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het waterschap. Er zitten dus vier categorieën vertegenwoordigers in het algemeen bestuur. De burger kiest alleen de vertegenwoordigers van de ingezetenen; deze categorie heeft de absolute meerderheid in het algemeen bestuur. Mijn bijdrage van deze week gaat alleen over die verkiezingen.

Delfland Het algemene besturen bestaan uit 30 leden. Daarvan zijn er 21 gekozen door de burger. In Delfland hebben bij die verkiezingen in 2015 acht partijen meegedaan aan de verkiezingen; ze hebben allemaal een of meer zetels gehaald.

Kieswet De Kieswet eist van een kandidaat dat zij woont of gaat wonen in het gebied van het waterschap. Een andere eis is bijvoorbeeld dat ze slechts op de kandidatenlijst van één partij voorkomt.

Waterschapswet De Waterschapswet eist dat de kandidaat minstens 18 jaar oud is. Ze mag geen ambtenaar zijn bij het waterschap. Verder mag ze bijvoorbeeld geen lid zijn van provinciale staten of zich als provincieambtenaar bezighouden met waterschappen.

Schrappen Wie niet aan een van de drie eerste eisen voldoet, wordt van de kandidatenlijst geschrapt. De overheid – het Centraal Stembureau – onderzoekt die lijsten voordat ze ze publiceert.

Algemene Waterschapspartij Delfland De Algemene Waterschapspartij Delfland is een afdeling van de Algemene Waterschapspartij. In haar Reglement ten aanzien van de vaststelling van de kandidatenlijst voor de waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 heb ik als enige echt harde eis gevonden dat een kandidaat lid moet zijn van de Algemene Waterschapspartij én zijn contributie moet hebben betaald (artikel 13).

BRONNEN

Artikel 10 Waterschapswet luidt: Lid 1. Het bestuur van een waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter, onverminderd hetgeen het reglement bepaalt over de benaming van die onderscheidene bestuursorganen. Lid 2. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Artikel 12 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel A 1 Kieswet luidt (gedeeltelijk): In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: algemeen bestuur: vertegenwoordigend orgaan van een waterschap voor zover het leden betreft van de categorie, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, van de Waterschapswet.

Artikel H 7 Kieswet luidt: Lid 1. De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken. Lid 2. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten welke voor eenzelfde kieskring zijn ingeleverd. Lid 3. Indien voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, de leden van het algemeen bestuur of de gemeenteraad op een lijst de naam voorkomt van een kandidaat die geen ingezetene is van de provincie, het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente, dient bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring, waaruit blijkt, dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente.

Artikel B 4 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Onder ingezetenen van Nederland, van de provincie, van het waterschap en van de gemeente verstaat deze wet hen die onderscheidenlijk in Nederland, in de provincie, in het waterschap en in de gemeente werkelijke woonplaats hebben.

Artikel I 6 Kieswet luidt (gedeeltelijk): Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat: d. die tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd bereikt; e. die bij een verkiezing van de leden van het algemeen bestuur geen ingezetene is van het waterschap (..); g. die voorkomt op meer dan één van de lijsten; h. van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd.

Artikel 31 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur is vereist dat men ingezetene is, de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt. Een lid van het algemeen bestuur is niet tevens h. lid van provinciale staten; o. ambtenaar, door of vanwege het waterschapsbestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt; p. ambtenaar, door of vanwege de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op het waterschap; q. lid van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur van een ander waterschap.

Reglement ten aanzien van de vaststelling van de kandidatenlijst voor de waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 van de Algemene Waterschapspartij is te vinden op:

https://www.algemenewaterschapspartij.nl/uploads/20171028-03%20Kiesreglement%20AWP%202019%20ALV%2028_10_2017.pdf

Hoe kandidatenlijst in Algemene Waterschapspartij Delfland tot stand komt

WOENSDAG 19 SEPTEMBER 2018 Over ruim een half jaar zijn er weer verkiezingen voor de waterschappen (maart 2019). Waterschappen worden ook wel hoogheemraadschappen genoemd. Wekelijks schrijf ik hierover een bijdrage. Vorige week over de eisen die aan de partijen worden gesteld die aan de waterschapsverkiezingen voor het algemeen bestuur meedoen. Vandaag volgt een bespreking van de wijze waarop in (het Zuid-Hollandse) Delfland en (het grotendeels Gelderse) Rivierenland de kandidatenlijst tot stand komt van een partij die geen politieke partij is. Onbesproken blijven dus de politieke partijen zoals VVD, CDA en PvdA die overigens wel meedoen aan deze verkiezingen.

Algemeen bestuur Het algemeen bestuur is enigszins vergelijkbaar met de gemeenteraad. Het bestaat niet alleen uit vertegenwoordigers van de mensen die in het waterschap wonen (de ingezetenen), maar ook uit vertegenwoordigers van de bezitters van in het waterschap gelegen landbouwgronden en natuurterreinen en uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het waterschap. Er zitten dus vier categorieën vertegenwoordigers in het algemeen bestuur. De burger kiest alleen de vertegenwoordigers van de ingezetenen; deze categorie heeft de absolute meerderheid in het algemeen bestuur.

Delfland en Rivierenland Hun algemene besturen bestaan uit 30 leden. Daarvan zijn er respectievelijk 21 en 22 gekozen door de burger. In Delfland hebben acht partijen meegedaan aan de verkiezingen in 2015; ze hebben allemaal een of meer zetels gehaald. In Rivierenland hebben twaalf partijen meegedaan; daarvan hebben er tien een of meer zetels gehaald.

Kieswet De eisen die aan de partijen bij de verkiezingen worden gesteld, zijn geregeld in de Kieswet. Een van de eisen is dat de partij een via de notaris opgerichte vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is of een stichting is. Een partij die aan de eisen voldoet, ziet haar naam of een andere door haar gekozen naam terug boven de kandidatenlijst op het stembiljet. Het is onder die naam dat een partij campagne heeft gevoerd en daardoor bij de kiezer bekend kan zijn.

Partijen Ik bespreek hieronder alleen de Algemene Waterschapspartij Delfland, omdat op Internet over Water Natuurlijk en Lokale Regiobelangen Rivierenland niet genoeg informatie staat.

Algemene Waterschapspartij Delfland Deze partij is geen vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of stichting. Het is een afdeling van de Algemene Waterschapspartij. De Algemene Waterschapspartij is wél een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. Het is een landelijke vereniging. De partij is niet alleen vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van het waterschap Delfland maar bijvoorbeeld ook in dat van het (Brabantse) De Dommel en het (Gelderse) Aa en Maas. In Delfland heeft de vereniging in 2015 gekozen voor de naam Algemene Waterschapspartij Delfland op het stembiljet, terwijl zij toen in De Dommel en Aa en Maas voor slechts Algemene Waterschapspartij heeft gekozen.

Op de site van de Algemene Waterschapspartij heb ik uitsluitend het huishoudelijk reglement en het Reglement ten aanzien van de vaststelling van de kandidatenlijst voor de waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 van de vereniging Algemene Waterschapspartij (hieronder afgekort tot het Reglement) gevonden.

Landelijk Bestuur Het landelijk bestuur heeft het Reglement vastgesteld. Dat is in overeenstemming met het huishoudelijk reglement. Het landelijk bestuur is gekozen door de leden. Elk lid had één stem bij die verkiezing.

Het afdelingsbestuur In waterschappen waarin de partij met veel leden actief is, is er een afdeling en een afdelingsbestuur. Een voorbeeld daarvan is Delfland. Het afdelingsbestuur moet door de leden van die afdeling gekozen worden; dat is een wettelijke verplichting, althans in beginsel.

Kandidatencommissie Het afdelingsbestuur kiest de kandidatencommissie. Die commissieleden mogen op grond van het Reglement geen privérelatie hebben met een kandidaat of zelf kandidaat zijn. De commissie adviseert over de geschiktheid van de kandidaten. Een kandidaat moet in elk geval partijlid zijn.

De afdelingsleden Het zijn de leden van de afdeling die daarna in een algemene ledenvergadering de definitieve kandidatenlijst vaststellen. Het is die kandidatenlijst die bij bij de verkiezingen op het stembiljet komt te staan.

Landelijk Bestuur revisited? Het landelijk bestuur mag op grond van de Statuten (zo staat het ten minste in het huishoudelijk reglement) besluiten van partijorganen buiten werking stellen. Zou dit ook gelden voor de definitieve vaststelling van de kandidatenlijst door de afdelingsvergadering?

BRONNEN

Artikel 10 Waterschapswet luidt: Lid 1. Het bestuur van een waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter, onverminderd hetgeen het reglement bepaalt over de benaming van die onderscheidene bestuursorganen. Lid 2. De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Artikel 12 Waterschapswet luidt (gedeeltelijk): Lid 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Lid 2. In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd: a. de ingezetenen; b. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; c. degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c; d. degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel G2a Kieswet luidt (gedeeltelijk): Een politieke groepering die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een stichting is kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur, schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.

Artikel 37 Burgerlijk Wetboek (Tweede Boek) luidt (gedeeltelijk): Het bestuur wordt uit de leden benoemd, De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd.. De benoeming geschiedt door de algemene vergadering. De statuten kunnen de wijze van benoeming echter ook anders regelen, mits elk lid middellijk of onmiddellijk aan de stemming over de benoeming der bestuurders kan deelnemen. De statuten kunnen bepalen, dat een of meer der bestuursleden, mits minder dan de helft, door andere personen dan de leden worden benoemd.

Artikel 41a Burgerlijk Wetboek luidt: De artikel 37-41 zijn van overeenkomstige toepassing op de afdelingen van een vereniging die geen rechtspersonen zijn en die een algemene vergadering en een bestuur hebben; hetgeen in die artikelen omtrent de statuten is bepaald, kan in een afdelingsreglement worden neergelegd.

Algemene Waterschapspartij: huishoudelijk reglement is te vinden op: https://www.algemenewaterschapspartij.nl/uploads/Huishoudelijk%20Reglement%20AWP%2028_10_17.pdf

Algemene Waterschapspartij: Reglement ten aanzien van de vaststelling van de kandidatenlijst voor de waterschapsverkiezingen op 20 maart 2019 van de Algemene Waterschapspartij is te vinden op: https://www.algemenewaterschapspartij.nl/uploads/20171028-03%20Kiesreglement%20AWP%202019%20ALV%2028_10_2017.pdf