Maandag 18 december 2017. De politieke partijen Denk en Leefbaar Rotterdam doen allebei mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Vertegenwoordigers van beide partijen discussieerden afgelopen zondag met elkaar in een televisieprogramma. Het ging er verbaal af en toe hard aan toe. Het is aannemelijk dat het er in de vergaderingen van de nieuwe gemeenteraad nog harder aan toe zal gaan. Men zou daarin bijvoorbeeld beledigende of ongepaste termen kunnen gebruiken; belediging is een misdrijf uit het Wetboek van Strafrecht. Kan het strafbaar zijn wat gemeenteraadsleden en wethouders in zo’n vergadering zeggen? Nee, want in de Gemeentewet is uitgesloten dat raadsleden en wethouders kunnen worden vervolgd voor wat zij in de raadsvergadering hebben gezegd. Wel mag de voorzitter van de Rotterdamse raadsvergadering een raadslid of wethouder die beledigende of ongepaste uitdrukkingen gebruikt tot de orde roepen en zo nodig het woord ontnemen. Dat is geregeld in het reglement van orde van de gemeenteraad.
Artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht luidt: Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 22 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De leden van het gemeentebestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van de raad hebben gezegd of aan de raad schriftelijk hebben overgelegd.
Artikel 39 lid 1 en 2 van het Reglement van Orde voor vergaderingen van de raad (2016) van Rotterdam luidt (gedeeltelijk): Indien een spreker zich beledigende of ongepaste uitdrukkingen veroorlooft of op welke wijze dan ook de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen, het storen van de orde of het afwijken van het onderwerp in beraadslaging, ontneemt de voorzitter hem het woord. In de vergadering waarin dit plaats heeft mag het lid van wie het woord is ontnomen, aan de beraadslagingen over het onderwerp in behandeling niet meer deelnemen