Dinsdag 27 februari 2018. Gisteren stond in de krant dat Jesse Klaver (fractieleider GroenLinks in de Tweede Kamer) in honderd gemeenten een of meer wethouders wil gaan leveren. Wie beslist daarover? Alle wethouders vormen op grond van de Gemeentewet samen met de burgemeester het college van burgemeester en wethouders (b&w), zeg maar het dagelijks bestuur van de gemeente. De burgemeester is weliswaar voorzitter van dit college, maar hij benoemt niet de andere leden ervan. Op grond van de Gemeentewet doet dat de gemeenteraad. Aan die benoeming gaan college-onderhandelingen tussen (fracties van) gemeenteraadsleden vooraf. In elk geval moet een kleine meerderheid van gemeenteraadsleden de benoeming van de wethouder steunen. Het is ook mogelijk dat de benoeming van de wethouder op een ruime meerderheid steunt. De gemeenteraad moet minstens twee wethouders benoemen.
Artikel 34 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De burgemeester en de wethouders vormen te zamen het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester is voorzitter van het college.
Artikel 35 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): De raad benoemt de wethouders. De burgemeester wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de college-onderhandelingen.
Artikel 36 van de Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen zijn.