De visumplichtige cineast op het IFFR

WOENSDAG 23 JANUARI 2019 Vandaag is het International Film Festival Rotterdam (IFFR) begonnen. Het filmfestival dat films uit de hele wereld vertoont, is er niet alleen voor het publiek, maar ook voor de makers.Vorige week stond een groot interview in de krant met de artistiek directeur, Bero Beyer. Beyer zegt daarin dat cineasten van wie de film zijn (internationale) première beleeft op het festival, een officiële uitnodiging ontvangen om daarbij aanwezig te zijn. Sommige genodigden kunnen Nederland evenwel niet binnenkomen zonder een visum. Wat is een visum? En wat zijn de visumregels?

Visum Het visum waar het hierover gaat, geeft toegang tot Nederland en daarna recht op kort verblijf in ons land. Men komt er dus mee langs de douane en mag vervolgens korte tijd ons land bezoeken.

Sticker Het visum moet worden aangevraagd bij het consulaat in het land waar de aanvrager woont. Als daar geen Nederlands consulaat is, dan kan het meestal bij het consulaat van een ander EU-land worden aangevraagd. In uitzonderlijke gevallen kan een aanvraag ook aan de grens gebeuren. De afgifte van het visum blijkt uit een (ingevulde) sticker die in het paspoort wordt geplakt.

Doel Uiteraard kan een visum ook worden geweigerd, bijvoorbeeld als de aanvrager het doel en de omstandigheden van zijn verblijf in Nederland niet genoeg heeft aangetoond. Dat doel moet uit documenten blijken. Het doel van een filmmaker die het IFFR wil bezoeken kan bijvoorbeeld blijken uit een officiële uitnodiging van het IFFR. Men mag hier ook komen voor een heel ander doel, bijvoorbeeld een zakenreis. Of een toeristisch doel, zoals een bezoek aan de Keukenhof.

Duur Het visum wordt voor hooguit drie maanden (90 dagen) verleend, maar het kan ook voor een (veel) kortere periode worden verleend.

Paspoort Een visum is nodig maar niet voldoende voor een kort verblijf hier te lande. Men heeft daarvoor bijvoorbeeld ook een geldig paspoort nodig. Het paspoort wordt afgegeven door het land waarvan men de nationaliteit heeft.

EU Bovenstaande regels voor het visum zijn regels van de EU. De EU heeft deze regels gemaakt. Ze zijn gedeeltelijk overigens wel terug te vinden in nationale regels. Diezelfde EU-regels gelden ook in de meeste andere EU-landen. Ze gelden in alle EU-landen die deel uitmaken van de zogenaamde Schengenzone, zoals Duitsland, België en Frankrijk. Groot-Brittannië en Ierland maken geen deel uit van de Schengenzone. Zij kunnen dus hun eigen visumregels maken.

Visumplichtige landen Niet elke buitenlandse bezoeker van ons land (of een ander Schengenland) heeft een visum nodig. Uiteraard is er geen visumplicht voor mensen met de nationaliteit van een ander Schengenland en evenmin voor Britten en Ieren. Er zijn echter nog veel meer landen waarvoor geen visumplicht geldt. Zo hebben ook Amerikanen (VS), Canadezen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders geen visum nodig voor een kort verblijf aan ons land. Datzelfde geldt voor mensen met de nationaliteit van Bosnië-Herzegovina, Servië, Oekraïne, Japan of Singapore. Russen zijn wel visumplichtig. Ook Chinezen, Indonesiërs, Surinamers, (mensen met de nationaliteit van) Papoea-Nieuw-Guinea, Zuid-Afrikanen, Marokkanen en Turken zijn dat. De geïnterviewde artistiek directeur van het IFFR vertelde over een Bengaalse cineast; ook voor hem geldt een visumplicht.

Olympische Spelen Voor landen die de Olympische Spelen (of de Paralympische Spelen) organiseren, gelden andere regels. Dat zijn soepelere regels. Deelnemers aan de Spelen kunnen gemakkelijker een visum krijgen. Frankrijk zal deze soepelere regels moeten toepassen in 2024, als het de Olympische Zomerspelen organiseert. Ik weet niet welke regels Groot-Brittannië in 2012 heeft gehanteerd; de EU-visumregels golden hier in elk geval niet.

BRONNEN:

”Visum”

Artikel 1a Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): visum: elk der visa voor toegang tot Nederland met het oog op verblijf van niet langer dan 90 dagen, afgegeven door of vanwege een bevoegde autoriteit als bedoeld in een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, alsmede de onder b en c bedoelde visa.

”Sticker”

Artikel 6 van de VERORDENING (EG) Nr. 810/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) luidt (gedeeltelijk): Een aanvraag wordt onderzocht en er wordt over beslist door het consulaat van de bevoegde lidstaat in het ambtsgebied waarvan de aanvrager legaal woonachtig is.

Artikel 8 luidt (gedeeltelijk): Een lidstaat kan ermee instemmen een andere lidstaat die op grond van artikel 5 bevoegd is, te vertegenwoordigen voor het onderzoeken van aanvragen voor en de afgifte van visa namens die lidstaat.

Artikel 35 luidt (gedeeltelijk): In uitzonderlijke gevallen kan een visum aan een grensdoorlaatpost worden afgegeven indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

Artikel 20 luidt (gedeeltelijk): Indien een aanvraag ontvankelijk is, stempelt het bevoegde consulaat het reisdocument van de aanvrager af. Het stempel komt overeen met het model als omschreven in bijlage III en wordt in overeenstemming met de bepalingen van die bijlage aangebracht.

Artikel 27 luidt : Bij het invullen van de visumsticker worden de verplichte vermeldingen als omschreven in bijlage VII ingevuld en wordt tevens het machineleesbare gedeelte ingevuld dat wordt omschreven in ICAO-document 9303, deel 2.

Artikel 29 luidt (gedeeltelijk): De geprinte visumsticker met de gegevens als bedoeld in artikel 27 en bijlage VII wordt in het reisdocument aangebracht overeenkomstig de voorschriften van bijlage VIII.

”Doel”

Artikel 32 van de Visumcode luidt (gedeeltelijk): (…) wordt een visum geweigerd: a) indien de aanvrager: i) een vals, nagemaakt of vervalst reisdocument heeft overgelegd; ii) het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet heeft aangetoond; (..)

Artikel 14 luidt (gedeeltelijk): Van aanvragers van een (..) visum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:

a) documenten waaruit het doel van de reis blijkt; (..)

Bijlage II van de Visumcode luidt (gedeeltelijk): De in artikel 14 bedoelde bewijsstukken die door visumaanvragers dienen te worden verstrekt, kunnen onder meer zijn:

A. DOCUMENTEN WAARUIT HET DOEL VAN DE REIS BLIJKT

4. voor reizen met het oog op politieke, wetenschappelijke, culturele, sportieve of religieuze evenementen of om andere redenen:

uitnodigingen, toegangsbewijzen, inschrijvingen of programma’s, (zo mogelijk) met vermelding van de naam van de uitnodigende instantie en de duur van het verblijf dan wel enig ander geschikt document waaruit het doel van het bezoek blijkt;

Bijlage II luidt (gedeeltelijk): De in artikel 14 bedoelde bewijsstukken die door visumaanvragers dienen te worden verstrekt, kunnen onder meer zijn:

A. DOCUMENTEN WAARUIT HET DOEL VAN DE REIS BLIJKT

1. bij zakenreizen: (..)

3. voor reizen in het kader van toerisme of met een privékarakter: (..)

”Duur”

Artikel 1a van de Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): visum: elk der visa voor toegang tot Nederland met het oog op verblijf van niet langer dan 90 dagen, afgegeven door of vanwege een bevoegde autoriteit als bedoeld in een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, alsmede de onder b en c bedoelde visa.

”Paspoort”

Artikel 6 van de VERORDENING (EU) 2016/399 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) luidt (gedeeltelijk): Voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, waarbij voor iedere dag van het verblijf de 180 voorafgaande dagen in aanmerking worden genomen, gelden voor onderdanen van derde landen de volgende toegangsvoorwaarden:

a) in het bezit zijn van een geldig reisdocument of van een document dat de houder recht geeft op grensoverschrijding en dat aan de volgende criteria voldoet:

i) het is geldig tot minstens drie maanden na de voorgenomen datum van vertrek uit het grondgebied van de lidstaten. In gemotiveerde spoedeisende gevallen mag echter van deze verplichting worden afgezien;

ii) het is afgegeven in de voorafgaande tien jaar;

”Visumplichtige landen”

Artikel 4 van de VERORDENING (EU) 2018/1806 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld luidt (gedeeltelijk): De onderdanen van de in de lijst van bijlage II opgenomen derde landen zijn van de in artikel 3, lid 1, bedoelde visumplicht vrijgesteld voor een verblijf van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.

BIJLAGE II LIJST VAN DERDE LANDEN WAARVAN DE ONDERDANEN BIJ OVERSCHRIJDING VAN DE BUITENGRENZEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE VISUMPLICHT ZIJN VRIJGESTELD VOOR EEN VERBLIJF VAN MAXIMAAL 90 DAGEN BINNEN EEN PERIODE VAN 180 DAGEN luidt (gedeeltelijk):

Australië

Bosnië-Herzegovina

Canada

Japan

Mexico

Nieuw-Zeeland

Servië

Singapore

Oekraïne

Verenigde Staten

Heilige Stoel

Venezuela

Artikel 3 luidt (gedeeltelijk): De onderdanen van de in de lijst van bijlage I opgenomen derde landen dienen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit te zijn van een visum.

BIJLAGE I LIJST VAN DERDE LANDEN WAARVAN DE ONDERDANEN BIJ OVERSCHRIJDING VAN DE BUITENGRENZEN VAN DE LIDSTATEN IN HET BEZIT MOETEN ZIJN VAN EEN VISUM luidt (gedeeltelijk):

Bangladesh

China

Indonesië

Papoea-Nieuw-Guinea

Marokko

Rusland

Suriname

Turkije

Zuid-Afrika

”Olympische Spelen”

Artikel 49 van de Visumcode luidt: Lidstaten die optreden als gastland voor de Olympische of de Paralympische Spelen passen de bijzondere procedures en voorwaarden van bijlage XI toe, die de afgifte van visa vergemakkelijken.

BTW

WOENSDAG 2 JANUARI 2019 De btw – de belasting over de toegevoegde waarde – is sinds gisteren hoger. De btw is een omzetbelasting; de belasting bestaat uit een percentage van de omzet. Dat percentage is 21%; dat is niet veranderd. Voor sommige goederen en diensten geldt echter een lager percentage. Dat lagere percentage bedroeg tot 1 januari 6% maar bedraagt sinds gisteren 9%. Anderhalf keer zoveel dus! Wat valt er zoal onder het lage tarief? En wie heeft het verhoogd en waarom?

Inclusief De consument die goederen en diensten afneemt van een ondernemer, betaalt daarvoor een prijs inclusief btw. De ondernemer die de goederen en diensten verstrekt, draagt de btw enige tijd later af aan de belastingdienst.

Boeken Het lage percentage gold en geldt onder andere voor boeken. De prijs van een nieuw boek dat in de winkel ligt voor 43,60 euro bestaat dus voor 3,60 euro uit btw (of te wel omzetbelasting). Datzelfde boek was tot 1 januari te koop voor 42,40 euro.

Zwembad Ook de ticket voor een zwembad of het abonnement voor een sportschool viel en valt onder het lage tarief.

Kopje Dat geldt net zo goed voor het kopje koffie op een (verwarmd) terras of in het café.

Schouwburg En voor de toneelvoorstelling in de schouwburg, de dierentuin, het museum, het attractiepark en de bioscoop.

Fietsenmaker Ook het herstellen van fietsen, schoenen en kleren viel en valt onder het lage percentage. Ook hun klanten krijgen dus te maken met een prijsverhoging.

Kapper Daarmee krijgt ook de clientèle van de kapper te maken. Maar ook de btw voor de (witte) schoonmaker en de (winter)schilder is van 6 naar 9% gegaan.

Wet Voor deze verhoging van het btw-tarief was een wetswijziging nodig. Het gaat hier om de Wet op de Omzetbelasting 1968. Dat is een parlementaire wet. Voor een wijziging daarvan is de medewerking van het parlement nodig. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben dus ingestemd met de wetswijziging. Het voorstel voor de wetswijziging komt van de regering. De regering stelde deze verhoging voor ter compensatie van een belastingverlaging op inkomen uit arbeid, zo staat het in de toelichting.

Boeken De winkelprijs van een Nederlands boek dat in de afgelopen maanden op de markt is gekomen, mag niet zomaar worden verhoogd. De uitgever moet daarvoor namelijk een vaste prijs vaststellen, en die prijs mag pas na een half jaar worden veranderd. Dat is zo wettelijk geregeld, in de Wet op de vaste boekenprijs. Daarom is deze wet tegelijkertijd met de Wet op de Omzetbelasting 1968 gewijzigd. De wetswijziging laat toe dat ook de prijs van een Nederlands boek waarvoor in het afgelopen half jaar al een vaste prijs is vastgesteld wordt verhoogd, maar alleen ter compensatie van het hogere btw-tarief.

BRONNEN:

Inclusief”:

Artikel 1 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 luidt (gedeeltelijk): Onder de naam ‘omzetbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van: a. leveringen van goederen en diensten, welke in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer onder bezwarende titel worden verricht;

Artikel 3 luidt (gedeeltelijk): Leveringen van goederen zijn: a. de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken;

Artikel 4 luidt (gedeeltelijk): Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen in de zin van artikel 3.

Artikel 7 luidt (gedeeltelijk): Ondernemer is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent. Waar in deze wet wordt gesproken van bedrijf, wordt daaronder mede verstaan: a. beroep;

Artikel 8 luidt (gedeeltelijk): De (omzet)belasting wordt berekend over de vergoeding. De vergoeding is het totale bedrag dat ter zake van de levering of de dienst in rekening wordt gebracht, de omzetbelasting niet daaronder begrepen.

Artikel 12 luidt (gedeeltelijk): De belasting wordt geheven van de ondernemer die de levering of de dienst verricht.

”Boeken tot en met kapper”:

Artikel 9 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 luidt: Lid 1. De belasting bedraagt 21 percent. Lid 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting: a. 9 percent voor leveringen van goederen en diensten, genoemd in de bij deze wet behorende tabel I; b. nihil voor leveringen van goederen en diensten, genoemd in de bij deze wet behorende tabel II, mits is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen voorwaarden.

Tabel I. behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 luidt (gedeeltelijk):

a.

1. voedingsmiddelen, te weten: a. eet- en drinkwaren die plegen te worden aangewend voor menselijke consumptie;

30. boeken (..); dagbladen, weekbladen, tijdschriften en andere tenminste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven;

b.

3. het geven van gelegenheid tot sportbeoefening en baden;

4. het herstellen van fietsen;

5. het herstellen van schoeisel en lederwaren;

6. het herstellen en vermaken van kleding en huishoudlinnen;

7. de diensten die door kappers als zodanig worden verricht;

8. het schilderen en stukadoren van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming;

14. het verlenen van toegang tot: a. circussen; b. dierentuinen; c. openbare musea of verzamelingen, daaronder begrepen nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen, zoals catalogi, foto’s en fotokopieën; d. muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera’s, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen, met uitzondering van peepshows en andere optredens die primair zijn gericht op erotisch vermaak; e. bioscopen; f. sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke; g. attractieparken, speel- en siertuinen, en andere dergelijke primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen;

19. het aanbrengen van op energiebesparing gericht isolatiemateriaal aan vloeren, muren en daken van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming, met uitzondering van materialen die een deel vertegenwoordigen van de waarde van deze diensten;

20. het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden binnen woningen.

”Wet”:

Artikel 81 Grondwet luidt: De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.

Artikel 51 Grondwet luidt (gedeeltelijk): De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

Memorie van toelichting bladzijden 22 en 23 bij het wetsontwerp: Het kabinet stelt voor het verlaagde btw-tarief te verhogen van 6 naar 9 percent. Deze maatregel past in het streven dat is gericht op een schuif in de belastingmix van directe naar indirecte belastingen. De verhoging van het verlaagde btw-tarief is direct verbonden met de voorstellen die zien op de structurele verlaging van de belastingen op inkomen. Door het samenstel van fiscale maatregelen gaan alle inkomensgroepen er de komende jaren in koopkracht op vooruit. Het belasten van consumptie is economisch minder verstorend dan het belasten van inkomen.

”Boeken”:

Artikel 5: Lid 1. De uitgever en de importeur kunnen de vaste prijs telkens na verloop van een half jaar aanpassen met ingang van een daarbij te bepalen tijdstip. Lid 3. In afwijking van het eerste lid kunnen de uitgever en de importeur de vaste prijs eerder dan na verloop van een half jaar aanpassen met ingang van een daarbij te bepalen tijdstip ter verdiscontering van een wijziging van het belastingpercentage, genoemd in artikel 9, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. (De toevoeging van lid 3 is de wijziging van deze wet.)

Havens gesloten voor schip met drenkelingen

VRIJDAG 28 DECEMBER 2018 Gisteren stond in de Frankfurter Allgemeine Zeitung het bericht dat een schip vorige week zaterdag enkele tientallen drenkelingen heeft gered uit de Middellandse Zee, en sindsdien op zoek is naar een haven waar ze aan land mogen gaan. Italië en Malta lagen het meest voor de hand, maar de autoriteiten van deze landen hebben het verzoek afgewezen. De drenkelingen zijn migranten die ergens voor de Libische kust op volle zee aan boord zijn gekomen. Hierbij enige staatsrechtelijke helderheid bij deze problematiek.

Duitse vlag Het schip heet Sea-Watch. Het is een in Enkhuizen gebouwd schip dat sinds enkele jaren wordt gebruikt door een ngo, Mare Liberum. Het vaart tegenwoordig onder Duitse vlag. Over de betekenis van de vlag: zie https://staatsrechtpraktijk.nl/?p=535.

Territoriale wateren Het schip moet om een haven van een land aan te doen de territoriale wateren van dat land in. Territoriale wateren worden ook wel territoriale zee genoemd. De territoriale wateren strekken zich uit over een strook van ongeveer 20 km langs de kust. Deze wateren vallen onder de soevereiniteit van de kuststaat. Italië en Malta hebben territoriale wateren, net als bijvoorbeeld Nederland.

Onschuldige doorvaart Die soevereiniteit moet echter wijken voor schepen die de territoriale wateren gebruiken voor een onschuldige doorvaart. Daarvan is sprake als het schip – eenvoudig gezegd – alleen maar gebruik maakt van de territoriale wateren om er doorheen te varen op weg naar een verder gelegen bestemming. De kuststaat mag die doorvaart niet verbieden, omdat het recht op onschuldige doorvaart in verdragen is geregeld.

Haven aandoen Bij een schip dat van plan is om een haven van de kuststaat aan te doen, bijvoorbeeld om daar drenkelingen aan land te brengen, is geen sprake van onschuldige doorvaart. De kuststaat mag die doorvaart dan ook wel verbieden en er handhavend tegen optreden.

Ontschepening op zee Ook bij een schip dat midden op zee – ver van een haven maar wel ergens in de territoriale wateren – voor anker gaat om de drenkelingen over te brengen naar een ander schip, is geen sprake van onschuldige doorvaart. De kuststaat mag haar de doorvaart verbieden en er handhavend tegen optreden.

Veilige plaats Dat is echter niet het hele verhaal. Volgens een ander verdrag kan een land namelijk verplicht zijn om een schip te helpen met drenkelingen aan boord. Die hulp bestaat er dan uit dat dit land de drenkelingen overneemt en naar een veilige plaats brengt. Die verplichting is er voor het land dat verantwoordelijk is voor de opsporing en redding van drenkelingen in het gebied waar zij aan boord van het reddende schip zijn gekomen. Wat de Middellandse Zee betreft, is er altijd wel een land dat zo’n verantwoordelijkheid op zich heeft genomen, ook in gebieden die deel uitmaken van de volle zee (high seas).

Plaats versus haven Het verdrag is er niet duidelijk over of onder een veilige plaats altijd moet worden verstaan dat dit ergens aan land is. Een veilige plaats zou dus ook kunnen zijn een ander schip, maar dan wel een met meer faciliteiten, zoals ziekenboeg en genoeg eten en drinken. Ik weet niet welk land verantwoordelijk is voor de opsporing en redding van de drenkelingen die zich aan boord van de Sea-Watch bevinden.

Nederland Italië en Malta willen hun havens in elk geval niet open stellen voor de Sea-Watch. In de Frankfurter Allgemeine Zeitung stond dat Mare Liberum ook aan de Duitse, Franse, Spaanse en Nederlandse autoriteiten toestemming heeft gevraagd om een haven aan te doen zodat de drenkelingen daar aan land kunnen. In het krantenbericht stond dat nog geen enkele autoriteit heeft gereageerd!

BRONNEN:

Territoriale wateren:

Artikel 2 van United Nations Convention on the Law of the Sea – UNCLOS- luidt (gedeeltelijk): The sovereignty of a coastal State extends, beyond its land territory and internal waters and, in the case of an archipelagic State, its archipelagic waters, to an adjacent belt of sea, described as the territorial sea.

Artikel 3 luidt (gedeeltelijk): Every State has the right to establish the breadth of its territorial sea up to a limit not exceeding 12 nautical miles, measured from baselines determined in accordance with this Convention.

Artikel 11 luidt (gedeeltelijk): For the purpose of delimiting the territorial sea, the outermost permanent harbour works which form an integral part of the harbour system are regarded as forming part of the coast. Off-shore installations and artificial islands shall not be considered as permanent harbour works.

Onschuldige doorvaart:

Artikel 17 van United Nations Convention on the Law of the Sea luidt (gedeeltelijk): Subject to this Convention, ships of all States, whether coastal or land-locked, enjoy the right of innocent passage through the territorial sea.

Haven aandoen:

Artikel 18 United Nations Convention on the Law of the Sea luidt (gedeeltelijk): Passage means navigation through the territorial sea for the purpose of: (a) traversing that sea without entering internal waters or calling at a roadstead or port facility outside internal waters; or (b) proceeding to or from internal waters or a call at such roadstead or port facility. Passage shall be continuous and expeditious. However, passage includes stopping and anchoring, but only in so far as the same are incidental to ordinary navigation or are rendered necessary by force majeure or distress or for the purpose of rendering assistance to persons, ships or aircraft in danger or distress.

Ontschepening op zee:

Artikel 19 van United Nations Convention on the Law of the Sea luidt (gedeeltelijk): Passage is innocent so long as it is not prejudicial to the peace, good order or security of the coastal State. Such passage shall take place in conformity with this Convention and with other rules of international law. Passage of a foreign ship shall be considered to be prejudicial to the peace, good order or security of the coastal State if in the territorial sea it engages in any of the following activities: (g) the loading or unloading of any commodity, currency or person contrary to the customs, fiscal, immigration or sanitary laws and regulations of the coastal State; (l) any other activity not having a direct bearing on passage.

Artikel 25: The coastal State may take the necessary steps in its territorial sea to prevent passage which is not innocent.

Artikel 21: The coastal State may adopt laws and regulations, in conformity with the provisions of this Convention and other rules of international law, relating to innocent passage through the territorial sea, in respect of all or any of the following: (h) the prevention of infringement of the customs, fiscal, immigration or sanitary laws and regulations of the coastal State. The coastal State shall give due publicity to all such laws and regulations. Foreign ships exercising the right of innocent passage through the territorial sea shall comply with all such laws and regulations and all generally accepted international regulations relating to the prevention of collisions at sea.

Veilige plaats en plaats versus haven:

Artikel 98 van United Nations Convention on the Law of the Sea luidt (gedeeltelijk): Every State shall require the master of a ship flying its flag, in so far as he can do so without serious danger to the ship, the crew or the passengers: (a) to render assistance to any person found at sea in danger of being lost; (b) to proceed with all possible speed to the rescue of persons in distress, if informed of their need of assistance, in so far as such action may reasonably be expected of him.

Artikel 1.3 van de Annex van de International Convention on maritime search and rescue, 1979 – SAR – luidt (gedeeltelijk): The terms listed below are used in the Annex with the following meanings: .1 ‘Search’. An operation, normally co-ordinated by a rescue co-ordination centre or rescue sub-centre, using available personnel and facilities to locate persons in distress; .2 ‘Rescue’. An operation to retrieve persons in distress, provide for their initial medical or other needs, and deliver them to a place of safety;

Artikel 3.1.9 luidt (gedeeltelijk): Parties shall co-ordinate and co-operate to ensure that masters of ships providing assistance by embarking persons in distress at sea are released from their obligations with minimum further deviation from the ships’ intended voyage, provided that releasing the master of the ship from these obligations does not further endanger the safety of life at sea. The Party responsible for the search and rescue region in which such assistance is rendered shall exercise primary responsibility for ensuring such co-ordination and co-operation occurs, so that survivors assisted are disembarked from the assisting ship and delivered to a place of safety, taking into account the particular circumstances of the case and guidelines developed by the Organization. In these cases, the relevant Parties shall arrange for such disembarkation to be effected as soon as reasonably practicable.

25-kilometerscooter zit op Amsterdams fietspad niet meer snor

WOENSDAG 19 DECEMBER 2018 De gemeente Amsterdam gaat het 25-kilometerscooters verbieden om nog langer van de fietspaden gebruik te maken. Het verbod gaat niet gelden voor alle fietspaden, maar wel voor heel veel fietspaden. De motivering is divers, zoals: het is al zo druk op de Amsterdamse fietspaden; deze scooters hebben moeite met het inhalen van fietsers omdat ze nogal breed zijn; veel fietsers schrikken ervan; de maximumsnelheid van deze scooters is veel hoger dan die van fietsers en bovendien houden ze zich zelfs niet aan die maximumsnelheid.

Snorfiets = bromfiets De wettelijke term voor de 25-kilometerscooter is snorfiets. De wet ziet de snorfiets als een bijzondere bromfiets.

Snorfiets = fiets Desondanks zijn de wettelijke regels voor fietsen en fietsers van toepassing op snorfietsen en snorfietsers, en dus niet de wettelijke regels voor bromfietsen en bromfietsers. Snorfietsers mogen (en moeten) dus net als fietsers zowel het verplichte fietspad als het fiets/bromfietspad gebruiken;bromfietsers mogen (en moeten) alleen het fiets/bromfietspad gebruiken.

VerkeersbesluiGemeenten mogen snorfietsers weren van de verplichte fietspaden, tenminste als ze daarvoor goede redenen hebben. Dat is anders met fietsers: zij mogen daarvan niet geweerd worden. Amsterdam gaat de snorfietsers weren van veel verplichte fietspaden. Dat kon echter niet zonder meer gebeuren: de gemeente moest er een verkeersbesluitover nemen.

B&W Het is binnen het gemeentebestuur het college van burgemeester en wethouders dat bevoegd is om zo’n verkeersbesluit te nemen. Het is dus geen bevoegdheid van de gemeenteraad of van de burgemeester(alleen). Natuurlijk kan er wel over worden gesproken in de gemeenteraad.

Ontwerpbesluit Het Amsterdams college van B&W heeft in juli van dit jaar het ontwerpbesluit genomen. Dat was nog geen definitief besluit. In augustus en september kon iedereen de officiële stukken inzien en bezwaren (zienswijzen) indienen over dit ontwerp besluit. Uit de krant begrijp ik dat daarvan veel gebruik is gemaakt.

Definitief besluiDesondanks heeft het Amsterdams college het ontwerpbesluit onlangs omgezet in een definitief besluit, zo begrijp ik uit de krant. Tal van verplichte fietspaden in Amsterdam zijn door dit verkeersbesluit straks verboden voor de 25-kilometerscooters; in plaats daarvan zullen ze gebruik moeten maken van de rijbaan. Op de rijbaan rijden ook auto’s.

Helmplicht Aan het gebruik van de rijbaan verbindt de wet voor 25-kilometerscooters de verplichting om een helm te dragen. Op fietspaden is er voor hun geen helmplicht.

1 juli 2018 Gemeentebesturen kunnen pas sinds kort zo’n verkeersbesluit nemen. Tot 1 juli van dit jaar was er voor hen geen wettelijke mogelijkheid om zo’n verkeersbesluit te nemen. Tegelijkertijd is een nieuw verkeersbord ingevoerd: een verbodsbord dat 25-kilometerscootersverbiedt om van het verplichte fietspad gebruik te maken.

BRONNEN:

Kop:

Uit het ontwerp-besluit van 17 juli 2018 van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam: De snorfiets is op veelplaatsen een specifieke hinderlijke factor voor het volledig kunnen benutten van de capaciteit van het fietspad, door de grotere breedte van het voertuig en het snelheidsverschil met fietsen. Andere weggebruikers ondervinden veel overlast: stank, hinder en gevaarzetting door snorfietsers. De drukte op de fietspaden leidt ook tot verkeersonveilige situaties, bijvoorbeeld doordat er te weinig ruimte is voor inhalende snorfietsen of door schrikreacties die ontstaan doordat gebruikers van het fietspad onvoldoende afstand kunnen houden. De groeiende drukte en de grote diversiteit aan voertuigen op de relatief smalle fietspaden vormen een steeds groter probleem voor de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van de stad per fiets. (..) Uit onderzoek is gebleken dat het aantal snorfietsers in Amsterdam de afgelopen jaren is gegroeid van 11.000 in 2008 naar35.000 in 2016 (groei van 223%). Ondanks het feit dat al jaren minimaal 20% van de handhavingscapaciteit van het team Verkeershandhaving van de nationale politie eenheid Amsterdam gericht is op snelheidsovertredingen van snor- en bromfietsen, moet worden geconstateerd dat anno 2016 nog altijd 87% van de snorfietsen te hard rijdt. Meer inzet van de politiecapaciteit is disproportioneel en gaat ten koste van andere verkeersveiligheidsprioriteiten zoals alcoholgebruik in het verkeer, roodlichtnegatie, te hoge snelheid van auto’s, afleiding door de smartphone en de aanpak van veelplegers.

Snorfiets = bromfiets:

Artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV): In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

snorfiets: bromfiets die blijkens de gegevens in het kentekenregister is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km per uur, met uitzondering van de speed-pedelec, of bromfiets als bedoeld in (..);

rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden;

wet: Wegenverkeerswet 1994;

Snorfiets = fiets:

Artikel 2b Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV): De regels van dit besluit betreffende fietsen en fietsers zijn, in plaats van de regels betreffende bromfietsen en bromfietsers, mede van toepassing op snorfietsen en snorfietsers, tenzij anders is bepaald.

Artikel 5 RVV luidt (gedeeltelijk): Fietsers gebruiken het verplichte fietspad of het fiets/bromfietspad. Zij gebruiken de rijbaan indien een verplicht fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt.

Artikel 6 RVV luidt: Bromfietsers gebruiken het fiets/bromfietspad. Zij gebruiken de rijbaan indien een fiets/bromfietspad ontbreekt.

Verkeersbesluit:

Artikel 5 lid 8 RVV luidt (per 1 juli 2018): Bestuurders van snorfietsengebruiken de rijbaan indien dit bij verkeersbesluit, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet is bepaald en bij het verkeersteken dat het verplichte fietspad aangeeft een onderbord dit aanduidt.

(Het RVV is een algemene maatregel van bestuur.)

Artikel 15 Wegenverkeerswet 1994: De plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit.

B&W:

Artikel 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) luidt (gedeeltelijk): Verkeersbesluiten worden genomen: voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen door burgemeester en wethouders, of krachtens besluit van hen, door een door hen ingestelde bestuurscommissie.

Artikel20 WVW luidt (gedeeltelijk): Een belanghebbende kan tegen een verkeersbesluit tot plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en onderborden of tot het treffen van maatregelen op of aan de weg ter regeling van het verkeer beroep instellen bij de rechtbank.

Ontwerp besluit:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2018-45691.html

Helmplicht en 1 juli 2018:

Artikel 60 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) luidt (gedeeltelijk): Lid 1. De bestuurder en de passagiers van bromfietsen, brommobielen zonder gesloten carrosserie, motorfietsen en driewielige motorvoertuigen zonder gesloten carrosserie moeten een goed passende helm dragen, die door middel van een sluiting op deugdelijke wijze op het hoofd is bevestigd en die is voorzien vaneen goedkeuringsmerk als bedoeld in artikel 22, zesde lid van de wet.Lid 2. Het eerste lid geldt niet voor: a. de bestuurder en de passagiers van een snorfiets, behoudens wanneer artikel 5, achtste lid, van toepassing is;

Artikel 5 achtste lid RVV luidt (per 1 juli 2018): Bestuurders van snorfietsen gebruiken de rijbaan indien dit bij verkeersbesluit, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet is bepaald en bij het verkeersteken dat het verplichte fietspad aangeeft een onderbord dit aanduidt.

Artikel 8 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) luidt (gedeeltelijk) (per 1 juli 2018): Onder verkeersborden kunnen onderborden worden geplaatst. Deze onderborden kunnen: (…) bij het verkeersbord G11 van bijlage 1, behorende bij het RVV 1990, een aanduiding inhoudende dat het gebruik van het fietspad niet is toegestaan voor snorfietsen, waaronder hier niet begrepen worden bromfietsen die zijn aangewezen op grond van artikel 20b, eerste lid, van de wet.

Verkeersborden

MAANDAG 10 DECEMBER 2018 Vorige week stond in de krant een groot artikel over de verkeersborden en dat op sommige plaatsen langs de weg zoveel verkeersborden bij elkaar staan dat automobilist en andere weggebruikers niet genoeg tijd hebben om ze allemaal te lezen. Wie gaat er in Nederland over de borden? Hoe verhouden die borden zich tot andere vormen van verkeersregulering?

Borden versus regels Verkeersborden hangen bijvoorbeeld boven de weg of zijn bevestigd aan een paal naast de weg. Verkeersborden regelen het verkeer maar het zijn geen verkeersregels. Die zijn er ook,verkeersregels. Bijvoorbeeld voor fietsers, voetgangers en ruiters. Zo mogen fietsers met tweeën naast elkaar rijden, andere fietsers alleen maar links inhalen en niet zo hardrijden dat ze niet meer op tijd kunnen stoppen voor iets of iemand die zichtbaar is op de weg voor hun. Voetgangers mogen op het fietspad lopen áls er geen trottoir of voetpad is. Dat is ruiters verboden: als er geen ruiterpad is, mogen zij (alleen) van de rijbaan of berm gebruik maken.

Borden boven regels Verkeersborden gaan boven verkeersregels: als een verkeersbord onverenigbaar is met een verkeersbord, dient de weggebruiker zich aan het verkeersbord te houden.

Borden door wegbeheerder De wegbeheerder gaat over de plaatsing (en verwijdering) van verkeersborden. Wegbeheerder is meestal een overheidsorgaan. De minister van Verkeer is de wegbeheerder voor de rijkswegen; gedeputeerde staten is het voor de provinciale wegen; het algemeen bestuur van een waterschap is het voor de waterschapswegen; het college van burgemeester en wethouders is het voor de gemeentelijke wegen.

Regels door regering Verkeersregels staan onder andere in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, officieel afgekort tot het RVV 1990. Het RVV 1990 is een wet; weliswaar is deze wet niet aangenomen door het parlement maar hij is wel aangenomen door de regering. Zo’n wet heet algemene maatregel van bestuur. Verkeersborden gaan bovenverkeersregels. Een verkeersbord dat is geplaatst door het college van burgemeester en wethouders gaat dus boven een verkeersregel die de regering heeft uitgevaardigd! De hierboven gegeven voorbeelden van verkeersregels zullen overigens niet snel onverenigbaar zijn met een verkeersbord, maar dat terzijde.

Straf Weggebruikers die geen gevolg geven aan een verkeersbord, maken zich schuldig aan een strafbaar feit. Zij kunnen worden veroordeeld tot een gevangenisstraf of tot een boete van meer dan 4000 euro. Het moet daarbij wel gaan om verkeersborden die een verbod of gebod inhouden.

Andere verkeerstekens Verkeersborden zijn niet de enige verkeerstekens.Andere verkeerstekens zijn verkeerslichten – zoals stoplichten,overweglichten en bruglichten – en verkeerstekens op het wegdek,zoals strepen en haaientanden. Wegbeheerders gaan ook over het aanbrengen van deze andere verkeerstekens; en ook deze verkeerstekens gaan boven de verkeersregels. De weggebruiker die zich er niet aanhoudt, maakt zich ook hier schuldig aan een strafbare feit en kan dezelfde straffen tegemoet zien. Ik denk niet – maar weet het niet zeker – dat wegbeheerders zelf verkeersborden en andere verkeerstekens mogen maken. Ik denk dat zij een keuze moeten maken uit de verkeersborden en andere verkeerstekens die in het RVV 1990 zijn opgenomen; alle verkeersborden staan in een bijlage van het RVV. Ze zijn dus allemaal door de regering uitgevaardigd.

BRONNEN:

Borden versus regels:

Artikel 3 RVV luidt (gedeeltelijk): Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden. Dit geldt niet voor snorfietsers.

Artikel 4 RVV luidt (gedeeltelijk): Voetgangers gebruiken het trottoir of het voetpad. Zij gebruiken het fietspad of het fiets/bromfietspad indien trottoir en voetpad ontbreken.

Artikel 8 RVV luidt: Ruiters gebruiken het ruiterpad. Zij gebruiken de berm of de rijbaan indien een ruiterpad ontbreekt.

Artikel11 RVV luidt (gedeeltelijk): Fietsers dienen elkaar links in te halen; zij mogen andere bestuurders rechts inhalen.

Artikel1 RVV luidt (gedeeltelijk): In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: bestuurders:alle weggebruikers behalve voetgangers; voertuigen:fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens;

Artikel 19 RVV luidt: De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.

Borden boven regels

Artikel 63 RVV luidt: Verkeerstekens gaan bovenverkeersregels, voor zover deze regels onverenigbaar zijn met deze tekens.

Artikel 64 RVV luidt: Verkeerslichten gaan boven verkeerstekens die de voorrang regelen.

Borden door wegbeheerder

Artikel 15 RVV luidt (gedeeltelijk): De plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit.

Artikel 16 luidt (gedeeltelijk): De in artikel 15 bedoelde verkeerstekens en onderborden worden geplaatst of verwijderd, en de daar bedoelde maatregelen worden getroffen, door de zorg van het gezag dat het verkeersbesluit heeft genomen.

Artikel 18 Wegenverkeerswet (gedeeltelijk): Verkeersbesluiten worden genomen: a. voor zover zij betreffen het verkeer op wegen onder beheer van het Rijk door Onze Minister; b. voor zover zij betreffen het verkeer op wegen onder beheer van een provincie door gedeputeerde staten; c. voor zover zij betreffen het verkeer op wegen onder beheer van een waterschap door het algemeen bestuur of, krachtens besluit van het algemeen bestuur, door het dagelijks bestuur; d. voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen door burgemeester en wethouders, of krachtens besluit van hen,door een door hen ingestelde bestuurscommissie.

Regels door regering

Artikel 47 Grondwet luidt: Alle wetten en koninklijke besluiten worden door de Koning en door een of meer ministers of staatssecretarissen ondertekend.

Artikel 89 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Algemene maatregelen van bestuur worden bij koninklijk besluit vastgesteld.

Dit besluit kan worden aangehaald als “Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990” of als “RVV 1990”. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Tavarnelle, 26 juli 1990

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

Uitgegeven de elfde oktober 1990

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Straf

Artikel 62 RVV luidt: Weggebruikers zijn verplichtgevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden.

Artikel 92 RVV luidt (gedeeltelijk): Overtreding van de artikelen (..) 62,met uitzondering van verkeersbord C22 van bijlage 1 is een strafbaar feit.

Artikel 177 Wegenverkeerswet luidt (gedeeltelijk): Overtreding van het bepaalde krachtens deze wet, voor zover die overtreding uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 23 Wetboek van Strafrecht luidt (gedeeltelijk): Hij die tot een geldboete is veroordeeld is verplicht tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de staat binnen de termijn door het openbaar ministerie dat met de tenuitvoerlegging vande strafbeschikking of het vonnis of arrest is belast, te stellen.Het bedrag van de geldboete is ten minste € 3. De geldboete die voor een strafbaar feit ten hoogste kan worden opgelegd, is gelijk aan het bedrag van de categorie die voor dat feit is bepaald. Er zijn zes categorieën: (..) de tweede categorie, € 3 350 [Red: Per 1januari 2018: € 4.150.].

“Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990” of als “RVV 1990”

Bijlage 1. Verkeersborden

Het belang van een vlag voor een schip: de Aquarius van Artsen Zonder Grenzen

DINSDAG 27 NOVEMBER 2018 De Aquarius is een schip van (onder andere) Artsen Zonder Grenzen. Het schip heeft in de afgelopen jaren veel bootmigranten afkomstig uit Syrie en andere Afrikaanse landen gered in de Middellandse Zee. Velen van hen zijn vervolgens in Griekenland, Malta en Italie aan land gebracht, zodat zij in die landen asiel konden aanvragen. De huidige Italiaanse regering was daar – een understatement – niet blij mee. Trouwens, vorige week heeft de Italiaanse justitie opdracht gegeven om beslag te leggen op het schip vanwege het (gestelde) dumpen van illegaal (ziekenhuis) afval in Italiaanse havens. Uitvoering van die beslaglegging kan bijvoorbeeld gebeuren zodra het schip weer een Italiaanse haven aandoet. Die kans is niet zo groot: het ligt sinds bijna twee maanden aangemeerd in Marseille, een Franse havenstad. Het kan daar niet weg omdat het niet langer een vlag heeft waaronder het mag varen.

Hoe zit dat precies met de vlag waaronder een schip vaart?

Vlaggenstaat Een schip vaart onder de vlag van een staat; het kan ook onder de vlaggen van verschillende staten varen. Die staat moet daarvoor toestemming hebben gegeven. Een schip dat vaart onder de vlag van een staat is gebonden aan recht en regelgeving van die staat. Er worden (nog) geen eisen gesteld aan de feitelijke band tussen (belanghebbenden bij het) schip en de keuze van de vlaggenstaat. Een staat mag dus elk schip toestemming geven om onder haar vlag te varen.

Vlag De vlag geeft het schip het recht om te varen op de volle zee (High Seas).

Middellandse Zee Aquarius heeft (boot)migranten gered op de Middellandse Zee. De Middellandse Zee is de zee gelegen tussen Europa en Afrika. EU-landen als Spanje, Frankrijk, Italie en Griekenland grenzen eraan net als de Noord-Afrikaanse landen Marokko, Tunesie en Libie. Malta is een eiland in de Middellandse Zee, en tevens EU-land.

Volle zee De Aquarius voerde reddingsacties uit op volle zee. De Middellandse Zee bestaat uit territoriale wateren en internationale wateren. Internationale wateren kunnen meer of minder dicht bij land liggen. De volle zee in de Middellandse Zee maakt deel uit van de verder weg gelegen internationale wateren.

Gibraltar Als ik het goed begrepen heb, was Duitsland de eerste vlaggenstaat van de Aquarius. Later is dat Gibraltar geworden. De laatste vlaggenstaat was Panama (Midden-Amerika). Panama is het nog niet zo lang geleden geworden, namelijk eind augustus (2018). Gibraltar is een schiereiland in de Middellandse Zee, het zit vast aan Spanje. Gibraltar is een gebied dat valt onder de soevereiniteit van Groot-Brittanie. Dat laatste wordt door Spanje overigens betwist, zoals in de afgelopen dagen weer eens duidelijk werd bij de brexit-onderhandelingen. Gibraltar valt onder de souvereiniteit van Groot-Brittannie, maar zonder deel uit te maken van dat land. De Britse betrokkenheid voor de overzeese gebiedsdelen mag echter niet worden onderschat, zoals in 1992 bleek bij een ander overzees gebiedsdeel: de Falklandeilanden (bij Argentinie). Hoe dan ook: een schip kan varen onder de vlag van Gibraltar (een rood kasteel met gele sleutel).

Panama heeft haar toestemming na een maand al weer ingetrokken, namelijk in september van dit jaar. Sinds die tijd kan de Aquarius geen reddingsacties meer uitvoeren; ze ligt nu in de haven van het Franse Marseille. Het schip zal eerst een nieuwe vlaggenstaat moeten vinden. Tot op heden is er nog geen land gevonden dat daartoe bereid is.

BRONNEN:

Artikel 86 van de United Nations Convention On The Law Of The Seas (UNCLOS) of Zeerechtverdrag luidt: The provisions of this Part apply to all parts of the sea that are not included in the exclusive economic zone, in the territorial sea or in the internal waters of a State, or in the archipelagic waters of an archipelagic State. This article does not entail any abridgement of the freedoms enjoyed by all States in the exclusive economic zone in accordance with article 58.

Article 90 luidt: Every State, whether coastal or land-locked, has the right to sail ships flying its flag on the high seas.

Article 91 luidt: Every State shall fix the conditions for the grant of its nationality to ships, for the registration of ships in its territory, and for the right to fly its flag. Ships have the nationality of the State whose flag they are entitled to fly. There must exist a genuine link between the State and the ship. Every State shall issue to ships to which it has granted the right to fly its flag documents to that effect.

Article 92 luidt: Ships shall sail under the flag of one State only and, save in exceptional cases expressly provided for in international treaties or in this Convention, shall be subject to its exclusive jurisdiction on the high seas. A ship may not change its flag during a voyage or while in a port of call, save in the case of a real transfer of ownership or change of registry. A ship which sails under the flags of two or more States, using them according to convenience, may not claim any of the nationalities in question with respect to any other State, and may be assimilated to a ship without nationality.

Article 98 luidt (gedeeltelijk): Duty to render assistance. Every State shall require the master of a ship flying its flag, in so far as he can do so without serious danger to the ship, the crew or the passengers:(a) to render assistance to any person found at sea in danger of being lost;(b) to proceed with all possible speed to the rescue of persons in distress, if informed of their need of assistance, in so far as such action may reasonably be expected of him;

Onderonsje over de kilogram?

MAANDAG 26 NOVEMBER 2018 Het wereldwijde standaardgewicht voor de kilogram – Le Grand K – gaat zijn functie verliezen. Dit standaardgewicht is een voorwerp dat je kunt aanraken en dat sinds de negentiende eeuw in Parijs wordt bewaard, omgeven met veiligheids- en onderhoudsmaatregelen. Het mág dan ook beslist niet worden aangeraakt. Wie het sinds eind negentiende eeuw had over een kilogram (1000 gram), werd geacht daarmee te bedoelen een gewicht dat overeenkwam met Le Grand K in Parijs. Dat gaat veranderen. Wie het straks heeft over een kilogram, wordt geacht daarmee het volgende te bedoelen: The kilogram is defined by taking the fixed numerical value of the Planck constant h to be 6.626070 x 0,00000000000000000000000000000000001 when expressed in the unit J s (..). De standaard kilogram is straks dus niet meer een fysiek voorwerp maar een natuurconstante. Wie heeft daartoe besloten?

BIPM Zeventien landen hebben in 1875 het Bureau international des poids et mesures (BIPM) in het leven geroepen door daarover een verdrag te sluiten: het Convention du mètre. België, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Verenigde Staten behoren tot de oprichters. BIPM is een (internationale) publieke organisatie die is gevestigd in Parijs. Elk land mag zich erbij aansluiten. Inmiddels zijn er zestig landen lid van geworden. Daartoe behoren China, Japan, Montenegro, Indonesië en – niet te vergeten – Nederland. Elke lidstaat moet contributie betalen. De hoogte van contributie kan per land verschillen, omdat daarvoor de bevolkingsomvang een belangrijke factor is.

CPGM Het BIPM heeft de nieuwe definitie van een kilogram voorbereid. Het besluit tot de invoering van een nieuwe definitie voor een kilogram is genomen door de Conférence générale des poids et mesures (CPGM). De CPGM is een soort van baas van het BIPM en is ook in het verdrag geregeld geregeld. Het bestaat (hoofdzakelijk) uit afgevaardigden van de regeringen van de aangesloten landen. Elk land stuurt één afgevaardigde. Elke afgevaardigde heeft één stem. Half november hebben zij een week lang met elkaar vergaderd.

Paris Zo’n vergadering moet minstens tienjaarlijks worden gehouden. Onlangs is de 26e bijeenkomst gehouden; de voorlaatste was in 2014. Voorzitter van een CPGM vergadering is altijd de Président de l’Académie des Sciences de Paris. Vergaderingen moeten altijd in Parijs worden gehouden.

Résolution Het besluit voor een andere definitie van de kilogram is genomen in de vorm van een Résolution. Het is mij niet bekend of het een anoniem besluit was. In dezelfde vergaderweek zijn trouwens ook de definities van andere grootheden veranderd, zoals de ampère, de mol en de kelvin. Ook daartoe is door de CPGM besloten in de vorm van een Résolution.

Frankrijk heeft enkele bijzondere verantwoordelijkheden op zich genomen. Het moet bijvoorbeeld zorgen voor de huisvesting van het BIPM en de vergaderlocatie van de CPGM. Het erkent de (privaatrechtelijke) rechtspersoonlijkheid van het BIPM. En het moet de afgevaardigden – ongeacht hun land van herkomst – gedurende de CPGM conferenties toegang tot Frankrijk geven.

20 mei Voor wie wil kunnen wennen aan het idee van een andere definitie voor de kilogram, geen nood: de nieuwe definitie gaat pas over een half jaar in.

BRONNEN:

Artikel 1 van de Convention du mètre luidt: Les Hautes Parties contractantes s’engagent à fonder et entretenir, à frais communs, un Bureau international des poids et mesures, scientifique et permanent, dont le siège est à Paris.

Artikel 2 luidt: Le Gouvernement français prendra les dispositions nécessaires pour faciliter l’acquisition ou, s’il y a lieu, la construction d’un bâtiment spécialement affecté à cette destination, dans les conditions déterminées par le Règlement annexé à la présente Convention.

Artikel 3 luidt: Le Bureau international fonctionnera sous la direction et la surveillance exclusives d’un Comité international des poids et mesures, placé lui-même sous l’autorité d’une Conférence générale des poids et mesures, formée de délégués de tous les Gouvernements contractants.

Artikel 4 luidt: La présidence de la Conférence générale des poids et mesures est attribuée au président en exercice de l’Académie des Sciences de Paris.

Artikel 9 luidt: Tous les frais d’établissement et d’installation du Bureau international des poids et mesures, ainsi que les dépenses annuelles d’entretien et celles du Comité, seront couverts par des contributions des États contractants, établies d’après une échelle basée sur leur population actuelle.

Artikel III (later toegevoegd): Tout État pourra adhérer à la présente Convention en notifiant son adhésion au Gouvernement français, qui en donnera avis à tous les États participants et au président du Comité international des poids et mesures.

Artikel 1 van het Règlement luidt: Le Bureau international des poids et mesures sera établi dans un bâtiment spécial présentant toutes les garanties nécessaires de tranquillité et de stabilité.

Il comprendra, outre le local approprié au dépôt des prototypes, des salles pour l’installation des comparateurs et des balances, un laboratoire, une bibliothèque, une salle d’archives, des cabinets de travail pour les fonctionnaires et des logements pour le personnel de garde et de service.

Artikel 7 daarvan luidt: La Conférence générale, mentionnée à l’article 3 de la Convention, se réunira à Paris, sur la convocation du Comité international, au moins une fois tous les six ans.

Elle a pour mission de discuter et de provoquer les mesures nécessaires pour la propagation et le perfectionnement du Système métrique, ainsi que de sanctionner les nouvelles déterminations métrologiques fondamentales qui auraient été faites dans l’intervalle de ses réunions. Elle reçoit le Rapport du Comité international sur les travaux accomplis, et procède, au scrutin secret, au renouvellement par moitié du Comité international. Les votes, au sein de la Conférence générale, ont l eu par États ; chaque État a droit à une voix.

Artikel 20 daarvan luidt: L’échelle des contributions, dont il est question à l’article 9 de la Convention, est établie, pour la partie fixe, sur la base de la dotation indiquée par l’article 6 du présent Règlement, et sur celle de la population ; la contribution normale de chaque État ne peut être inférieure à 5 pour 1 000, ni supérieure à 15 pour 100 de la dotation totale, quel que soit le chiffre de la population.

Artikel 1 van het Accord de Sièges (1969) luidt (gedeeltelijk): Le gouvernement de la République francaise reconnait la personalité civile du Bureau international des poids et mesures (..) et sa capacité de contracter, d`acquérir et d`aliniér les biens mobiliers et immobiliers nécessaires à son activité, et d`ester en justice.

Artikel 10 luidt (gedeeltelijk): Le Gouvernement français s’engage à autoriser, sauf si un motif d’ordre public si oppose, sans frais de visa ni delai, l’entrée et le séjour en France pendant la durée de leur fonctions ou missions aupres du Bureau:

a) Des représentants des Etats Parties à la Convention du mètre aux sessions des Conférences générales des poids et mesures;

b) Des membres du Comité international des poids et mesures;

Sinterklaas is in ons land

MAANDAG 19 NOVEMBER 2018 Sinterklaas is weer in ons land. De Goedheiligman is afgelopen zaterdag met zijn Pieten aan land gekomen in Zaanstad, Noord-Holland. Ze blijven zoals elk jaar tot 6 december. Sint maar vooral de Pieten gaan in de komende weken hard aan het werk. Ze gaan bijvoorbeeld scholen en winkelcentra bezoeken en pakjes bezorgen bij de mensen thuis. Dat betekent hard werken en veel reizen. De Pieten doen dit in opdracht van Sint. Mogen ze dat wel allemaal doen? Ok, ze willen alleen maar goed doen. Maar dan nog: mogen zij hier zomaar enkele weken verblijven en (hard) werken?

Een vreemdeling zeker Hun verblijf en werkzaamheden hier te lande zou problematisch kunnen zijn. Sint en de Pieten zijn namelijk vreemdelingen. Want ze hebben niet de Nederlandse nationaliteit en wonen evenmin in ons land. Alles wijst er namelijk op – maar zeker is het niet – dat ze uit Spanje komen.

Spanje Stel dat (Sint en) de Pieten inderdaad uit Spanje komen. In dat geval is er geen vuiltje aan de lucht. Want dan mogen de Pieten hier zomaar enkele weken verblijven om hard te werken. Spanje is namelijk net als Nederland een EU-land, een lidstaat van de Europese Unie. Daardoor zijn Spaanse Pieten gemeenschapsonderdanen of te wel ”burgers van de EU”. Iedere EU burger mag in andere lidstaten verblijven en aldaar werken; dat mag dus ook in ons land.

Stoomboot Het is evenwel niet zeker dat ze uit Spanje komen. Ze komen elk jaar per stoomboot (dat geeft wel de nodige vuiltjes in de lucht). Waarom de reis van Spanje naar Nederland per boot afgelegd? Kan die reis niet beter over land worden afgelegd? Is die boot daarom geen aanwijzing dat ze over water wel móeten reizen? Zo ja: ligt het dan niet meer voor de hand dat (Sint en) de Pieten uit Engeland komen?

Engeland Stel dat (Sint en) de Pieten inderdaad uit Engeland komen. Ook dat zou vreemdelingrechtelijk in de afgelopen jaren geen enkele probleem zijn geweest. Want Engeland (Groot-Brittannië) is net als Spanje een EU-land. De Pieten mogen daardoor zomaar enkele weken in ons land verblijven om er hard te werken. Maar, let wel: dat gaat veranderen!

Brexit Eind maart 2019 verlaat Groot-Brittannië de Europese Unie. Wat daarvan de gevolgen zijn, is nog erg onduidelijk. Daarover is een jaar of nog langer onderhandeld met de EU. Dat heeft weliswaar recentelijk geleid tot een akkoord, maar het is allerminst zeker dat het Britse parlement daarmee zal instemmen. Dat geldt zowel de oppositie als de regeringspartij.

Brexi(n)t? Stel nu dat het akkoord wordt afgewezen en er geen nieuw akkoord tot stand komt, zelfs geen tijdelijk akkoord tot eind 2020. Britten zijn dan geen burgers van de EU meer. Zij mogen dan niet meer automatisch in ons land verblijven en werken. Wat betekent dat voor (Sint en) de Pieten als ze volgend jaar rond deze tijd weer aan land willen komen in ons land? Zijn ze dan niet meer welkom? Daarover zal dan de Nederlandse overheid gaan, in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Vergunning (Werkgever) Sint zal dan bij de IND voor zijn (werknemers) Pieten een vergunning moeten aanvragen. Een vergunning om hier enkele weken te mogen verblijven en in die tijd te werken. Dat werk is seizoensgebonden en dus seizoensarbeid. Sint zal bij de autoriteiten (IND) moeten opgeven wat het doel is van het verblijf, waaruit het werk precies bestaat (pakjes bezorgen bij de mensen thuis, scholen en winkelcentra bezoeken enzovoorts). Als Sint de vergunning krijgt, mogen de Pieten slechts de opgegeven werkzaamheden verrichten. Het is echter nog maar de vraag of hij de gevraagde vergunning krijgt. Vaak worden zulke vergunningen namelijk geweigerd, bijvoorbeeld als er in ons land of in een ander land van de EU werknemers zijn die dat werk kunnen en willen doen.

Kom maar binnen! Zullen er volgend jaar EU burgers zijn die het werk van de Pieten kunnen en willen doen? Het Pietenwerk is gevaarlijk (lopen over gladde daken) en vereist de nodige deskundigheid (?) en je moet er maar zin in hebben. Het zou daarom zomaar eens kunnen gebeuren dat de IND die vergunning verleent. Het kost Sint natuurlijk wel geld (leges!). En hij moet er ook aan denken om hem tijdig aan te vragen.

Iets van vinden Trouwens, de IND neemt haar beslissingen namens de minister. Daardoor zal de minister – en daarmee de regering – toch iets moeten gaan vinden van de Pieten!

BRONNEN:

Artikel 8 Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): De vreemdeling heeft in Nederland uitsluitend rechtmatig verblijf (onder andere) als gemeenschapsonderdaan zolang deze onderdaan verblijf houdt op grond van een regeling krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 21 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie luidt (gedeeltelijk): Iedere burger van de Unie heeft het recht vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.

Artikel 45 luidt (gedeeltelijk): Het verkeer van werknemers binnen de Unie is vrij. Het houdt het recht in om a. in te gaan op een feitelijk aanbod tot tewerkstelling; b. zich te dien einde vrij te verplaatsen binnen het grondgebied der lidstaten; c. in een der lidstaten te verblijven teneinde daar een beroep uit te oefenen.

Artikel 8 Vreemdelingenwet luidt (gedeeltelijk): De vreemdeling heeft in Nederland uitsluitend rechtmatig verblijf (onder andere) op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14;

Artikel 14 luidt (gedeeltelijk): Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend onder beperkingen, verband houdende met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 3.4 Vreemdelingenbesluit luidt (gedeeltelijk): De in artikel 14 van de Wet bedoelde beperkingen houden (onder andere) verband met seizoenarbeid.

Artikel 8 Wet arbeid vreemdelingen luidt (gedeeltelijk): (De IND namens) de minister weigert een vergunning (onder andere) indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is.

Eerste Wereldoorlog en het Wapenstilstandsverdrag van 11 november 1918

DONDERDAG 8 NOVEMBER 2018 Aanstaande zondag is het 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog feitelijk eindigde. Op 11 november 1918 – volgens mijn computer was dat een maandag – werd het (achteraf gezien) definitieve wapenstilstandsverdrag getekend tussen enerzijds Frankrijk, België, Groot-Brittannië, Verenigde Staten en vele andere landen en anderzijds Duitsland. Nederland was neutraal in die oorlog.

Ondertekenaars Aan geallieerde zijde waren de ondertekenaars militairen. Aan Duitse zijde ministers en militairen.

Rusland Tussen enerzijds Rusland en anderzijds Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en andere landen was de oorlog al begin maart van dat jaar afgelopen, met de ondertekening van het verdrag van Brest-Litovsk.

Convention d’Armistice Ik neem aan dat Frans de officiële taal was van het verdrag van 11 november.

XXXIV Het verdrag bestaat uit 34 artikelen en twee bijlagen. De verdragsartikelen zijn genummerd met Romeinse cijfers (I, V, X enzovoorts).

Meerdere fronten De meeste artikelen gaan over Europa, een enkele gaat over Oost-Afrika. In Europa waren er twee frontlinies: de westelijke en de oostelijke. Het westelijke front raakte België, Frankrijk en Luxemburg. Ik beperk me verder tot (enkele artikelen over) dit front.

I Uiteraard begint het verdrag met de eis dat alle vijandelijkheden worden gestopt, zowel op land als in de lucht. Zes uur na ondertekening moest aan deze eis zijn voldaan. Het verdrag is om vijf uur ondertekend en dus moesten alle vijandelijkheden om 11 uur beëindigd zijn.

II Vervolgens gaat het over de terugtrekking van de Duitse troepen. Dat moest in twee weken zijn voltooid, dus vóór 27 november. Duitse soldaten die zich dan nog in België, Frankrijk of Luxemburg bevinden worden automatisch krijgsgevangenen. De Duitse troepen moesten zich ook uit Elzas-Lotharingen (wat toen nog deel was van Duitsland) terugtrekken.

36 dagen Het Wapenstilstandsverdrag was voor een bepaalde tijd aangegaan, namelijk 36 dagen. Het zou dus in de tweede helft van december komen te vervallen. Gelukkig is het verlengd. Dat gebeurde op 13 december 1918 met één maand en opnieuw half januari 1919, ook weer met één maand. Half februari 1919 is het voor onbepaalde tijd verlengd.

Verdrag van Versailles Uiteindelijk wordt op 28 juni 1920 het (vredes) Verdrag van Versailles getekend. Hiermee kwam er ook formeel een einde aan de oorlog met Duitsland.

BRONNEN:

C O N V E N T I O N

entre Le Maréchal (..) assisté de l’Amiral (…)

et

le Secrétaire d’Etat, le Général Major (..) et le Capitaine (..)

CONDITIONS DE L’ARMISTICE CONCLU AVEC L’ALLEMAGNE

A. Sur le front d’Occident

I . Cessation des hostilités, sur terre et les airs six heures après la signature de l’armistice.

II Évacuation immédiate des pays envahis : Belgique, France, Luxembourg, ainsi que l’Alsace-Lorraine, réglée de manière à être réalisée dans un délai de 15 jours à dater de la signature de l’armistice. Les troupes allemandes, qui n’auront pas évacué les territoires prévus dans les délais fixés, seront faites prisonnières de guerre. (..)

G. Durée de l’armistice

XXXIV. La durée de l’armistice est fixée à 36 jours avec faculté de prolongation. (..)

Le présent Armistice a été signé le 11 novembre 1918 à 5 heures

Werelddierendag

DONDERDAG 4 OKTOBER 2018 Vandaag is het Werelddierendag. Eergisteren was het de Internationale Dag van de Geweldloosheid. Volgende week zaterdag is het de Internationale Dag voor het Beheersen van Natuurrampen (!). Op 10 december is er de Dag van de Mensenrechten.

VN De laatste drie zijn uitgeroepen door de Verenigde Naties. De Internationale Dag van de Geweldloosheid is er sinds 1989; 2 oktober (1869) is de geboortedag van Mahatma Gandhi. De Internationale Dag voor het Beheersen van Natuurrampen is er sinds 1989. De Dag van de Mensenrechten is er sinds 1951; 10 december (1948) is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen.

Algemene Vergadering Het is de Algemene Vergadering van de VN die deze drie dagen officieel heeft uitgeroepen. De Algemene Vergadering – General Assembly – is het orgaan van de VN waarin alle lidstaten deelnemen. Ook andere VN-onderdelen hebben jaarlijks terugkerende dagen uitgeroepen. Elke maand van het jaar kent daardoor een tot enkele tientallen van dit soort dagen.

Werelddierendag Echter, werelddierendag is geen VN-dag. De uitroeping van deze dag was een particulier initiatief. Het is namelijk het initiatief van de verenigingen voor dierenbescherming die in 1931 in Italië bijeen waren op het International Congress of Animal Protection Organizations, althans zo luidt de Engelse benaming van dit congres. 4 oktober is de sterfdag van Franciscus van Assisi, heilig verklaard door de RK Kerk.

BRONNEN

Artikel 7 Handvest van de Verenigde Naties luidt (gedeeltelijk): There are established as the principal organs of the United Nations: a General Assembly, a Security Council, an Economic and Social Council, a Trusteeship Council, an International Court of Justice, and a Secretariat.

Artikel 9 Handvest luidt (gedeeltelijk): The General Assembly shall consist of all the Members of the United Nations.

https://www.worldanimalday.org.uk/about_us