Mag minister wethouder naar huis sturen?

Donderdag 7 december 2017. Uit een recent integriteitsonderzoek blijkt dat een wethouder ergens in het land een groot risico vormt voor de gemeente.  De (meerderheid binnen de) gemeenteraad heeft de wethouder twee maanden geleden benoemd. De wethouder ziet in het rapport geen aanleiding om op te stappen en hij hoeft dat van (de meerderheid binnen) de gemeenteraad ook niet te doen. De oppositie binnen de gemeenteraad heeft de minister van Binnenlandse Zaken nu gevraagd om de wethouder weg te sturen.  Mag de minister dat doen? Misschien, misschien ook niet. Zij kan ten eerste de regering vragen om het benoemingsbesluit van de gemeenteraad op grond van de Grondwet te vernietigen wegens strijd met het algemeen belang. Die vernietiging gebeurt dan in de vorm van een koninklijk besluit. Vernietiging moet op zo’n manier gebeuren dat de gemeenteraad hem niet vervolgens opnieuw kan benoemen als wethouder. In de Gemeentewet is dit uitgewerkt. Bovendien zijn hierin termijnen genoemd; ik vraag me af of die termijnen hier wel zijn gevolgd. De minister kan ten tweede het parlement vragen om op grond van de Grondwet in een aparte wet te regelen dat de wethouder wordt ontslagen en dat de gemeenteraad haar taken grovelijk heeft verwaarloosd doordat zij hem niet zelf heeft ontslaan.

Artikel 132 lid 4 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Vernietiging van besluiten kan alleen geschieden bij koninklijk besluit wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Artikel 278a lid 3 en 4 (gedeeltelijk) luidt: In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat ter zake van het vernietigde besluit geen nieuw besluit wordt genomen. In het koninklijk besluit kan het gemeentebestuur een aanwijzing worden gegeven over de uitvoering van het koninklijk besluit.

Artikel 268 lid 1 Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): Een besluit van het gemeentebestuur kan bij koninklijk besluit worden vernietigd.

Artikel 273 lid 1 Gemeentewet luidt: Indien een besluit naar het oordeel van de burgemeester voor vernietiging in aanmerking komt, doet hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van gedeputeerde staten, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast. 

Artikel 273a lid 1 Gemeentewet luidt: Indien een besluit van de raad of het college naar het oordeel van gedeputeerde staten of indien een besluit van de burgemeester naar het oordeel van de commissaris van de Koning voor vernietiging in aanmerking komt, doen zij daarvan binnen tien dagen nadat het te hunner kennis is gekomen, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Zij geven hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast en aan de geadresseerde van het besluit.

Artikel 132 lid 5 Grondwet luidt (gedeeltelijk): Bij de wet kunnen voorzieningen worden getroffen voor het geval het bestuur van een provincie of een gemeente zijn taken grovelijk verwaarloost. 

Tijdelijk nieuwe burgemeester Amsterdam

Maandag 4 december 2017. Amsterdam heeft vanaf vandaag een waarnemend burgemeester, Jozias van Aartsen (was burgemeester van Den Haag). Half september is burgemeester Eberhard van der Laan met ziekteverlof gegaan (en korte tijd daarna overleden). Wie heeft Van Aartsen benoemd? En hoe is in de afgelopen maanden voorzien in de vervulling van de burgemeesterstaken?

Op grond van de Gemeentewet is het de commissaris van de Koning van Noord-Holland die Van Aartsen tot waarnemend burgemeester heeft benoemd. Een burgemeester heeft taken binnen het college van burgemeester en wethouders en hij is voorzitter van de gemeenteraad.

In de Gemeentewet is ook geregeld hoe in de afgelopen maanden in de vervulling van de burgemeesterstaken moest worden voorzien. Wat de taken binnen het college betreft neemt een wethouder zijn taken over. Welke wethouder dat is, beslissen de wethouders samen. Zij kozen voor wethouder Kajsa Ollongren (totdat zij eind oktober minister in Rutte III werd).

Wat de taken binnen de gemeenteraad betreft, neemt een raadslid zijn taken over. In beginsel is dat het langstzittende raadslid, maar de gemeenteraad kan ook een ander raadslid kiezen. In Amsterdam is dat laatste gebeurt en werd Emre Ünver (PvdA) gekozen.

Artikel 78 lid 1 Gemeentewet luidt (gedeeltelijk): Indien de commissaris van de Koning het in het belang van de gemeente nodig oordeelt, voorziet hij in afwijking van artikel 77 in de waarneming.

Artikel 77 lid 1 Gemeentewet luidt: Bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt zijn ambt waargenomen door een door het college aan te wijzen wethouder. Het voorzitterschap van de raad wordt in dat geval waargenomen door het langstzittende lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen. De raad kan een ander lid van de raad met de waarneming belasten.

Handhavers

Donderdag 23 november 2017. Een medewerker van een massagesalon in de gemeente Amsterdam verricht seksuele handelingen bij een klant. De massagesalon heeft daar geen vergunning voor. Prostitutie is geen strafbaar feit (meer), maar volgens de Amsterdamse Algemene Plaatselijke Verordening is wel voor exploitatie van een prostitutiebedrijf een vergunning nodig. De klant was een mystery guest, een gemeentelijke handhaver in functie. Dat is een toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De bevoegdheden die een toezichthouder heeft, staan onder andere in deze wet.

Artikel 3.1 lid 2 sub j en k van de Amsterdamse Algemene Plaatselijke Verordening  luidt: prostitutie: het zich beschikbaar stellen om tegen vergoeding seksuele handelingen met een ander te verrichten; prostitutiebedrijf: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, gelegenheid wordt gegeven tot prostitutie.

Artikel 3.27 lid 1 van deze APV luidt: Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een prostitutiebedrijf te exploiteren.

Artikel 6.2 APV luidt: Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aangewezen personen of categorieën van personen. 

Artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht luidt: Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

Artikel 5:16 van deze wet luidt: Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.

Motie afbouw kolenafslag

Donderdag 16 november 2017. De gemeenteraad van Rotterdam heeft motie aangenomen voor snelle beëindiging van de kolenoverslag in de haven. De motie was ingediend door een raadslid van GroenLinks. De wethouder gaat onderzoeken hoe hij de motie zal uitvoeren maar dat dit niet betekent dat de kolenoverslag op korte termijn zal zijn beëindigd. In de Gemeentewet is niets expliciet geregeld over moties, wel is daarin geregeld dat de gemeenteraad een reglement van orde voor zijn vergaderingen moet vaststellen. In het Rotterdamse Reglement van orde voor vergaderingen van de raad staat ook een regeling over moties.

Artikel 16 Gemeentewet luidt: De raad stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 42 lid 1 Rotterdamse Reglement van orde voor vergaderingen van de raad luidt: Ieder ter vergadering aanwezig lid heeft het recht naar aanleiding van het in behandeling zijnde onderwerp schriftelijk moties in te dienen bij de voorzitter. 

De officiële toelichting bij dit artikel 42 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Moties worden getypt op niet-geïllustreerd en niet-gedessineerd papier. Het gebruik van de door de partij vastgestelde logo’s is wel toegestaan. De ondertekenaar(s) van de motie moet(en) duidelijk herkenbaar zijn; daarom dient een ondertekenaar zelf zijn naam duidelijk leesbaar bij zijn handtekening te vermelden. In geval een motie door de raad wordt aangenomen zijn er drie mogelijkheden: a. Het college heeft aangegeven de motie uit te zullen voeren. b. Het college heeft aangegeven de motie naast zich neer te leggen. c. Het college heeft aangegeven de motie mee te nemen voor nader intern beraad.

Artikel 9 Gemeentewet luidt: De burgemeester is voorzitter van de raad.

Honden en wetten

Donderdag 2 november 2017. Rotterdamse wethouder wil dat in de gemeentelijke verordening wordt geregeld dat alle Rottweilers, Pitbull achtige honden en de andere zogenaamde hoog-risicohonden altijd een muilkorf moeten dragen als zij verblijven of lopen op een openbare plaats of op het terrein van een ander.  Op dit moment is dat nog onmogelijk, omdat landelijke regelgeving zich daartegen verzet. Ik vermoed dat de landelijke regelgeving waarvan hier sprake is het Besluit houders van dieren is. In de Gemeentewet staat dat een gemeentelijke verordening niet in strijd mag zijn met hogere regelgeving. Een gemeentelijke verordening staat onderaan in deze hiërachie.  Het Besluit houders van dieren is een door de regering uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur, en dus een hogere regeling.

Artikel 2:59 lid 1 algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Rotterdam luidt op dit moment: Indien de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.

Artikel 121 Gemeentewet luidt: De bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen blijft ten aanzien van het onderwerp waarin door wetten, algemene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen is voorzien, gehandhaafd, voor zover de verordeningen met die wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen niet in strijd zijn.

Artikel 1.6 lid 1 en 2 Besluit houders van dieren luidt: De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht. Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften.