VRIJDAG 8 SEPTEMBER 2023 Pieter Omtzigt gaat meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen van eind november. Op de website van zijn partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) staat dat ze niet meteen de grootste wil worden. Ze wil geleidelijk groeien. Maar volgens een opiniepeiling van I&O Research van eind augustus zou ze meteen de grootste worden. Hoe kan de partij dit op een verantwoorde manier voorkomen? In massamedia worden twee opties genoemd: een korte kandidatenlijst en niet overal meedoen. Waartoe leiden deze opties?
KIESKRING Wat als de partij niet overal in Nederland zou meedoen met de Tweede Kamerverkiezingen? Dat is geoorloofd: ons land bestaat namelijk uit zogenaamde kieskringen. Een partij kan ervoor kiezen om slechts in 1 of enkele mee te doen, zie artikel H 2 Kieswet. Er zijn 20 kieskringen, zie artikel E 1. In massamedia wordt genoemd dat Nieuw Sociaal Contract er bijvoorbeeld voor zou kunnen kiezen om niet mee te doen in de kieskringen van de Randstad ligt.
RANDSTAD In beginsel brengt een kiezer in haar woonplaats haar stem uit. Kiezers kunnen hun stem alleen uitbrengen op partijen die meedoen in de kieskring waartoe hun woonplaats behoort, zie artikel J 2. De partij die in één of meer kieskringen niet meedoet, kan daar dus geen stemmen krijgen. Wie niet meedoet in de kieskringen van de Randstad, kan daar dus geen stemmen krijgen terwijl in die kieskringen heel veel (misschien zelfs de meeste) kiezers wonen. Enerzijds zou het voor een nieuwe partij die niet meteen de grootste wil worden verstandig kunnen zijn om niet overal mee te doen. Anderzijds kan de verkiezingsuitslag veel lager uitvallen dan de peilingen aangeven en kunnen peilingen heel erg veranderen, en dan is elke stem welkom.
KORTE KANDIDATENLIJST Wat als Nieuw Sociaal Contract (NSC) met een korte kandidatenlijst zou meedoen? Een partij mag daar voor kiezen, bijvoorbeeld voor een lijst met slechts 15 of 21 kandidaten. De (Kies)wet eist namelijk geen minimumaantal kandidaten. Er geldt wél een wettelijk maximumaantal kandidaten; dat is afhankelijk van de omstandigheden 50 of 80, zie artikel H 6.
LIJSTUITPUTTING Stel dat Omtzigts NSC ervoor kiest om slechts 21 kandidaten op haar lijst te plaatsen. Volgens de peiling van eind augustus – op de website van de NOS wordt die besproken – zou NSC zoveel stemmen krijgen dat het 31 Kamerzetels kan opleveren. Maar met slechts 21 kandidaten kan de partij van Omtzigt natuurlijk hooguit 21 Kamerzetels verkrijgen. In zo’n geval spreekt de Kiesraad van lijstuitputting.
OVERTOLLIGE ZETELS NSC zou dan 10 zetels ‘over’ hebben (31-21). In navolging van de Kiesraad noem ik die 10 zetels de ‘overtollige zetels’ van NSC. Wat gebeurt er met deze 10 overtollige zetels? Het zou niet betekenen dat er straks (slechts) 140 Kamerleden zijn! Nee, die 10 overtollige zetels gaan naar de andere partijen die meedoen aan de Tweede Kamerverkiezing, zie artikel P 13 (lid 2). Hoe worden ze over die andere partijen verdeeld?
RESTZETELS De verdeling over die andere partijen gaat op dezelfde manier als de verdeling van de zogenaamde restzetels, zie artikel P 10. Wat restzetels zijn, zal ik hier niet bespreken. Restzetels zijn er in de praktijk bij elke Tweede Kamerverkiezing. Zo waren er bij de laatste verkiezing in 2021 11 restzetels. Daarentegen zijn overtollige zetels tot nu toe niet of nauwelijks voorgekomen: partijen hebben (bijna) altijd meer kandidaten gehad dan ze Kamerzetels verkregen. Hoe worden restzetels en dus ook overtollige zetels verdeeld?
NIET ELKE PARTIJ Ten eerste is het zo dat bij die verdeling niet elke partij mag meedoen: partijen op wie te weinig stemmen zijn uitgebracht voor één Kamerzetel doen niet mee bij deze verdeling, zie artikel P 7. Alleen partijen die dus minstens één keer de kiesdeler hebben gehaald mogen meedoen. Bij de laatste verkiezingen in 2021 is dat bijna de helft van alle partijen niet gelukt. Ten tweede is het zo dat onder de partijen die wél de kiesdeler hebben gehaald restzetels en overtollige zetels gaan naar de partijen met ‘het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel’, zie artikel P 7.
GROTE PARTIJEN Volgens Wikipedia pakt deze verdeling meestal in het voordeel uit van de grotere partijen. Hoe meer stemmen op een partij zijn uitgebracht, des te groter die partij is. Ik ga er hier van uit dat volgens Wikipedia grotere partijen ook een grotere kans hebben om de 10 overtollige zetels van Omtzigts Nieuw Sociaal Contract te verkrijgen. Volgens de peiling van eind augustus zijn de drie grootste partijen na NSC GroenLinks-PvdA, VVD en PVV. Zij zouden dus de grootste kans maken op de 10 overtollige zetels van NSC. Dat zijn echter niet de partijen waarvan het stemgedrag het dichtste bij Pieter Omtzigt ligt! Dit blijkt tenminste uit een krantenartikel in NRC van 18 augustus waarin Omtzigts stemgedrag in de Tweede Kamer sinds 2021 is geanalyseerd en vergeleken met dat van andere partijen. Volgens deze analyse komt zijn stemgedrag het meest overeen met dat van BoerBurgerBeweging (BBB) en SGP, omdat hij het vaakst stemde zoals die partijen doen. Zou NSC niet liever zien dat de overtollige zetels naar deze twee partijen gaan in plaats van naar bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA, omdat die partijen politiek dichterbij NSC staan?
POLITIEK DICHTBIJ? Enerzijds zou je kunnen beweren dat de partijen die het vaakst overeenkomend stemgedrag hebben politiek het dichtste bij elkaar staan. Zo beschouwd staan BBB en SGP inderdaad het dichtste bij NSC, en zou NSC waarschijnlijk het liefst zien dat haar overtollige zetels naar deze twee partijen gaan. Anderzijds zou je ook kunnen beweren dat als voor de politieke nabijheid van een andere partij wordt afgegaan op het stemgedrag daarin ook moet worden meegenomen waarover overeenkomend of verschillend is gestemd. Zo kan er met partij A overeenkomend zijn gestemd over wetsvoorstel 1 en met partij B over wetsvoorstellen 2, 3, 4 en 5. Dan is het aantal overeenkomende stemmen met B vier zo groot als met A. Toch kan partij A politiek dichterbij staan dan partij B, omdat inhoud en strekking van wetsvoorstel 1 daarover veel meer zegt dan de andere wetsvoorstellen. Zo beschouwd is het nog maar de vraag of NSC waarschijnlijk het liefst zou zien dat haar overtollige zetels naar BBB en SGP gaan in plaats van naar (bijvoorbeeld) GroenLinks-PvdA.
LIJSTVERBINDING Helaas voor NSC kan een partij geen enkele invloed uitoefenen naar welke partijen haar overtollige Kamerzetels gaan. Dat was vroeger anders! Tot en met de voorlaatste Tweede Kamerverkiezingen (die van 2017) kon een partij daarop namelijk wel invloed uitoefenen. Ze kon dat doen door een lijstverbinding aan te gaan. Een partij kon met een of meer andere partijen een lijstverbinding aangaan. Op het stembiljet van de kiezer stond of een partij dat had gedaan, zodat hij bij het uitbrengen van zijn stem daarmee rekening kon houden.
LIJSTENCOMBINATIE Gevolg van zo’n lijstverbinding was namelijk dat alle overtollige Kamerzetels van een partij gaan naar de andere partijen van de lijstverbinding, zie artikel P 11 zoals dat nog in 2017 gold. Alle andere partijen – groot of klein – grepen er dus naast. Volgens Wikipedia gingen ChristenUnie en SGP geregeld zo’n lijstverbinding met elkaar aan. De laatste lijstverbindingen werden bij de verkiezingen van 2012 aangegaan. In dat jaar was er ook een lijstverbinding op links, namelijk tussen PvdA, SP en GroenLinks. Een lijstverbinding heet ook wel lijstencombinatie.
BBB Stel dat een lijstverbinding bij Tweede Kamerverkiezingen nog steeds mogelijk zou zijn, dan kon Omtzigts NSC dus vóór de verkiezingen bepalen naar welke partijen haar overtollige Kamerzetels zouden gaan, en naar welke andere partijen niet.
PvdA/GL Terug naar de realiteit van nu. Zonder lijstverbinding – want dat is nu de realiteit – kan NSC dat niet zelf bepalen en gaan de Kamerzetels naar de partijen met het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel. Zoals gezegd leidt deze wettelijke regel ertoe dat grotere partijen een (veel) grotere kans maken op overtollige Kamerzetels. Groot worden volgens de peilingen van eind augustus GroenLinks-PvdA, VVD en PVV (op enige afstand gevolgd door BBB).
LIJSTENGROEP Stel dat NSC inderdaad besluit om slechts 21 kandidaten op haar kandidatenlijst te plaatsen. Dan hoeft dat trouwens nog niet per se te betekenen dat de partij ‘slechts’ 21 Kamerzetels kan verkrijgen. Dat hoeft namelijk niet het geval te zijn als in de ene kieskring andere kandidaten op de lijst staan dan in de andere kieskring. Zoals gezegd is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Stel dat NSC ervoor zou kiezen om in elke kieskring een lijst te hebben met 10 kandidaten die overal dezelfde zijn (met Omtzigt op 1) en met daarnaast 11 andere kandidaten die per kieskring verschillen (dat zijn dan bijvoorbeeld kandidaten uit de regio). Dan zou de partij toch voor 31 kandidaten (of zelfs meer) een Kamerzetel kunnen verkrijgen. In de Kieswet worden zulke kandidatenlijsten lijstengroep genoemd, zie artikel H 11.
NSC Tot zover enkele opties en hun (rechts)gevolgen. De keuze is natuurlijk aan Nieuw Sociaal Contract zelf. Die keuze is nog niet bekend. Dat gebeurt volgens de website over enkele weken.
Mr. Leon
Volgend blog: op of voor vrijdag 6 oktober