12 oktober 2017 Op 24 september waren er niet alleen verkiezingen in Duitsland (Bundestag) maar ook in Frankrijk. In Frankrijk betrof het de helft van de senaat. Het werd de eerste tegenvaller voor de partij van Emmanuel Macron, La république en marche (LREM). Steun voor zijn grondwetsherzieningsplannen is daardoor ingewikkelder geworden.
Nieuwkomer LREM heeft in juni een ruime meerderheid in de Assemblée nationale behaald, zeg maar de Tweede Kamer. Na dit succes hebben 29 senatoren afkomstig van andere partijen een eigen LREM fractie opgericht, in afwachting van de senaatsverkiezingen. Niemand in LREM voorspelde voor de senaat een absolute meerderheid. De senaat wordt namelijk niet door de burgers maar door (vooral) gemeenteraadsleden gekozen. LREM bestond nog niet ten tijde van de laatste raadsverkiezingen, terwijl oppositiepartij Les Républicains (LR) toen juist veel raadszetels won.
Fractieleider François Patriat voorspelde 60 senaatszetels. Het werden er 24, en uiteindelijk slechts 21 omdat drie senatoren inmiddels naar een andere fractie zijn overgestapt.
Voor een grondwetswijziging via de parlementaire weg is een meerderheid nodig in elk van beide kamers, plus 3/5 in de verenigde vergadering. De senaat bestaat uit 348 leden. Het overgrote deel van hen maakt nu deel uit van fracties die zich officieel tot oppositiepartij hebben verklaard. LR is met 144 leden met stip de grootste partij. De tweede partij is Parti socialiste met 78 leden, ook oppositiepartij. Natuurlijk is niet uitgesloten dat een oppositiepartij de grondwetswijziging steunt. Die kans is erg klein bij LR. Zonder steun van (een aantal) LR-senatoren zal het echter moeilijk worden. LR is een partij rechts van het midden, waaraan bekende namen zijn verbonden als Fillon, Sarkozy, Chirac en Juppé. De partij heeft altijd een rechtse vleugel en een centrumrechtse vleugel gehad. In de senaatsfractie domineert de rechtse vleugel; die wil Macron niet steunen. Fractiediscipline doet de rest. Toch kan het allemaal nog heel anders gaan lopen. Eind dit jaar wordt namelijk een nieuwe partijvoorzitter gekozen. De kandidaat van de rechtse vleugel, Laurent Wauquiez, lijkt het te gaan worden. In dat geval zal een deel van de centrumrechtse vleugel waarschijnlijk een nieuwe partij oprichten, waar de centrumrechtse senatoren zich bij aansluiten. Dan is de kans groot dat zij ook samen een eigen fractie gaan vormen en is de weg toch nog vrij gemaakt voor hun steun aan de grondwetsherziening. Journalisten zien in Wauquiez dan ook Macron’s grootste vriend.
Als de parlementaire weg toch niet lukt, kan Macron ook kiezen voor grondwetsherziening via referendum (artikel 11 Constitution). Alleen De Gaulle heeft dat in de jaren ’60 eerder geprobeerd. Macron wil deze weg uitdrukkelijk niet uitsluiten, omdat hij de herziening nog in 2018 wil realiseren. Hij wil niet wachten tot na de volgende senaatsverkiezingen, in september 2020. In maart van datzelfde jaar worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. LREM neemt daaraan deel.
Macron wil dat in de grondwet het aantal leden van de Assemblée nationale met 1/3 wordt teruggebracht. In de huidige Grondwet staat slechts een maximumaantal. Grondwetsherziening en instemming van de Senaat is daarom niet per sé nodig, maar wel duurzaam. Hij wil ook het kiesstelsel veranderen. Nu is er een meerderheidsstelsel: in elk van de 577 kiesdistricten wordt een Kamerlid gekozen. Dat is zeer nadelig voor kleinere partijen, zoals Front national (Le Pen) dat met 10 à 15% van de stemmen geen of hooguit een zetel behaalde in de afgelopen decennia. Daarom wil Macron ”une dose de proportionnelle” toevoegen. Wat hij daarmee precies bedoelt, is niet duidelijk. Een minister sprak over twee stemmen voor de burger, een op een kandidaat in het kiesdistrict en een op een landelijke lijst, waarbij de laatste stemmen 25% van de zetels vormen. De huidige Grondwet zegt niets over het kiesstelsel, zodat ook hiervoor geldt: grondwetsherziening is niet nodig, maar wel duurzaam. In Nederland is zowel het aantal Kamerleden als het kiesstelsel (van evenredige vertegenwoordiging) duurzaam vastgelegd, in de artikelen 51 en 53 Grondwet.