Dinsdag 28 november 2017. Minister Slob wil dat NPO de tegenvallende inkomsten van de Ster-reclames zelf opvangt. Wat is de NPO? NPO is de afkorting voor de stichting Nederlandse Publieke Omroep. Deze stichting is geregeld in de Mediawet 2008. In deze wet is geregeld dat NPO sturing geeft aan de publieke omroeporganisaties. Publieke omroeporganisaties moeten een vergunning hebben van de minister. Er zijn er nu 11: NOS, VPRO, AVROTROS, HUMAN, EO, NTR, BNNVARA, KRONCRV, PowNed, MAX en – als jongste – Wij Nederland (WNL). Deze omroeporganisaties verzorgen voor een breed en divers publiek onder andere televisie- en/of radio-uitzendingen waarvan de inhoud in elk geval in overeenstemming moet zijn met publieke waarden, onafhankelijk van commerciële invloeden moet zijn en van hoge journalistieke kwaliteit moet zijn. De ontvangst van deze uitzendingen is gratis. Televisie-uitzendingen gaan via de zenders NPO1, 2 en 3.
Artikel 2.2 lid 1 van de Mediawet 2008 luidt: De Stichting Nederlandse Publieke Omroep is het sturings- en samenwerkingsorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau, bedoeld in artikel 2.1.
Artikel 1.1 lid 1 luidt (gedeeltelijk): In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder media-aanbod: één of meer elektronische producten met beeld- of geluidsinhoud die bestemd zijn voor afname door het algemene publiek of een deel daarvan.
Artikel 2.1 lid 1 sub a luidt: Er is een publieke mediaopdracht die bestaat uit het op landelijk, regionaal en lokaal niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod dat tot doel heeft een breed en divers publiek te voorzien van informatie, cultuur en educatie, via alle beschikbare aanbodkanalen.
Artikel 2.1 lid 2 luidt (gedeeltelijk): Publieke mediadiensten zijn in overeenstemming met publieke waarden, waarbij zij voorzien in democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving. Zij verzorgen daartoe media-aanbod dat (onder andere) onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden en dat voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen.
Artikel 2.1 lid 3 luidt (gedeeltelijk): Het programma-aanbod van de publieke mediadiensten wordt via omroepzenders verspreid naar alle huishoudens zonder dat zij voor de ontvangst andere kosten moeten betalen dan de kosten van aanschaf en gebruik van technische voorzieningen die de ontvangst mogelijk maken.
Artikel 2.23 lid 1 luidt (gedeeltelijk): Onze Minister kan eens in de vijf jaar aan ten hoogste zes omroeporganisaties erkenningen verlenen voor de verzorging van media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst.