Eerste Kamerverkiezingen en die ene stem van het Zuid-Hollands Statenlid

VRIJDAG 9 JUNI 2023 Vorige week dinsdag waren de Eerste Kamer verkiezingen. Er namen ruim 600 kiezers aan deel. Bijna allemaal leden van Provinciale Staten. Een Zuid-Hollands Statenlid voor GroenLinks stemde niet op de eigen partij maar op een andere partij. Daardoor zal haar partij één zetel minder krijgen in de nieuwe Eerste Kamer en de partij waarop ze stemde één zetel meer. Hoe is dit mogelijk?

EK De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden. Er waren om precies te zijn 616 kiezers; voor bijna 95% leden van Provinciale Staten, zie artikel 55 Grondwet. Er zijn dus ruim acht keer meer kiezers dan Kamerleden. Desondanks maakte de stem van één kiezer een groot verschil. GroenLinks kreeg door deze stem zeven zetels in plaats van acht en de partij waarop ze stemde (Volt) kreeg er twee in plaats van één!

WETGEVING Is het eigenlijk belangrijk hoe de Eerste Kamer is samengesteld? Ons parlement bestaat uit twee Kamers: de Eerste en de Tweede Kamer. Het parlement wordt ook wel Staten-Generaal genoemd. Anders dan hun namen doen vermoeden is de Tweede Kamer belangrijker dan de Eerste Kamer. Maar dat betekent zeker niet dat de Eerste Kamer onbelangrijk is. De Eerste Kamer is o.a. belangrijk voor de totstandkoming van wetten. Daarvoor is zowel de medewerking van de Tweede als van de Eerste Kamer nodig, zie artikel 81 Grondwet. Geen enkele wet kan dus tot stand komen zonder medewerking (instemming) van de (meerderheid van de) Eerste Kamer. Ook de jaarlijkse begroting wordt in ons land per wet vastgesteld, zie artikel 105 Grondwet. De absolute meerderheid is bij 75 zetels (vanaf) 38. Het is dus belangrijk hoe die Kamer politiek is samengesteld, met andere woorden met hoeveel zetels een partij daarin is vertegenwoordigd. Bij 38 zetels is een zeteltje meer of minder dan ook van het hoogste belang. Helemaal nu de coalitiepartijen VVD, CDA, ChristenUnie en D66 een minderheid vormen in deze Kamer.

TK Kan het ook bij de Tweede Kamer gebeuren dat de stem van één kiezer zoveel verschil maakt? De 150 leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen, dat wil zeggen door de kiesgerechtigde burgers van ons land, zie artikel 54 Grondwet. Dat zijn er miljoenen, en elke stem telt even zwaar. Zeg nooit ‘nooit’, maar praktisch gesproken kan het bij de Tweede Kamer niet gebeuren dat de stem van één kiezer het verschil maakt tussen een zetel meer of minder.

PS Provinciale Staten zijn de parlementen van onze provincies. Elke provincie heeft een eigen Provinciale Staten. Het aantal Statenleden in een provincie hangt af van het inwonertal in die provincie. Het loopt uiteen van 39 tot en met 55, zie artikel 8 Provinciewet. Zo hebben de bijna 400.000 inwoners van Zeeland er 39 en de bijna 4 miljoen inwoners van Zuid-Holland er 55.

VRIJE STEM Elk Statenlid brengt zelf een stem uit bij de Eerste Kamerverkiezingen. Elk Statenlid mag zelf beslissen op welke partij  hij of zij stemt. Dat mag dus ook iemand van een andere partij zijn. Soms kán er niet eens op de eigen partij worden gestemd, bijvoorbeeld omdat dit een (regionale) partij is die niet meedoet aan de Eerste Kamerverkiezingen.

ZEELAND en ZUID-HOLLAND Maar hoe komt het nu dat die ene stem van een Zuid-Hollands Statenlid het verschil maakt tussen een of twee zetels en tussen acht of zeven zetels? Dat komt o.a. doordat de stem van een Zuid-Hollands Statenlid erg zwaar weegt. Het gewicht van een stem uit de ene provincie is namelijk niet gelijk aan dat uit een andere provincie. Zo weegt de stem van een Zuid-Hollands Statenlid het meest, terwijl die van een Zeeuws Statenlid het lichtst is. Een Zuid-Hollandse stem weegt bijna zeven keer zo zwaar als een Zeeuwse. Het gewicht van de stemmen uit de andere provincies liggen daartussen in, zie artikel U2 Kieswet (waarin stemgewicht ‘stemwaarde’ wordt genoemd).  

INWONERTAL Het gewicht van een stem is afhankelijk van het inwonertal van een provincie. Hoe meer inwoners, des te zwaarder de stem. Bovendien hebben grotere provincies meer Statenleden.

RESTZETEL Als het Zuid-Hollands Statenlid wél op haar eigen partij zou hebben gestemd, dan zou deze partij (GroenLinks) één zetel meer hebben gehad. Die extra zetel was weliswaar een restzetel geweest, maar restzetel of volle zetel maakt natuurlijk niets uit voor de samenstelling van de Kamer. In de Kamer is een restzetel evenveel waard als een volle zetel. Oppositiepartij GroenLinks zou dan acht in plaats van zeven Kamerzetels hebben gehad.

CDA Als GroenLinks aldus een restzetel zou hebben gewonnen, dan zou een andere partij (die vorige week dinsdag een restzetel hééft gekregen) geen restzetel hebben gekregen. Welke partij was dat? Dat zou het CDA zijn geweest. Het CDA zou dan vijf in plaats van zes Kamerzetels hebben gekregen. Het CDA is een coalitiepartij. Daardoor had de coalitie één zetel minder gehad en de gezamenlijke Eerste Kamerfractie GroenLinks-Partij van de Arbeid één zetel meer. Dat is een verschil van twee zetels tussen de fracties van de coalitiepartijen – die toch al een minderheid vormen in de Eerste Kamer) – en deze belangrijke (linkse) oppositiefractie.

LINKS Hierbij wil ik wel een relativerende opmerking plaatsen. Enerzijds is ook Volt een (linkse) oppositiepartij. Volt heeft dankzij de stem van het Zuid-Hollands Statenlid twee zetels gekregen die deze fractie zonder die stem niet had gekregen, ook geen restzetel. Anderzijds is Volt weliswaar net als GroenLinks/PvdA een (linkse) oppositiefractie, maar de Volt Kamerleden hebben niet voor niks een eigen fractie. Daar komt bij dat PvdA en GroenLinks in hun gezamenlijke Eerste Kamerfractie van veertien leden nu even groot zijn, beide leveren zeven Kamerleden. Voor de ontwikkeling van hun eerste gezamenlijke fractie lijkt me dat gunstig.     

ARITHMÉTIQUE HOLLANDAISE? Wat ik hierboven schrijf over wat er zou zijn gebeurd als het Zuid-Hollands Statenlid op GroenLinks had gestemd, leid ik af uit het proces-verbaal van het centraal stembureau. De stem van een Zuid-Hollands Statenlid weegt 692. Als een Zuid-Hollands Statenlid stemt, dan worden in één keer 692 stemmen uitgebracht. Voor een volle zetel in de Eerste Kamer waren 2386 stemmen nodig (=kiesdeler). Volt hééft 4826 stemmen gekregen. Dat is goed voor twee volle zetels. GroenLinks hééft 17313 stemmen gekregen. Dat is goed voor zeven volle zetels. Het CDA hééft 13136 stemmen gekregen. Dat is goed voor vijf volle zetels. Er waren zeven restzetels te vergeven. Een restzetel gaat naar de partijen die ‘met een zetel erbij het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel hebben’, zie artikel U2 van de Kieswet. Het CDA is de partij die de laatste restzetel kreeg, omdat zij de zevende plek innam van partijen die met een zetel erbij het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel heeft. De andere partijen die een restzetel hebben gekregen, hadden een groter gemiddelde. Het gemiddeld aantal stemmen per zetel bij het CDA was namelijk 13136/6=2189. Dat was groter dan bij GroenLinks (2164) en Volt (1608), zodat deze partijen geen restzetel hebben gekregen. Maar wat als? Wat zou er zijn gebeurd als het Zuid-Hollands Statenlid voor GroenLinks op haar eigen partij had gestemd? Als je de 692 stemmen die zij aan Volt heeft gegeven aftrekt van Volt en geeft aan GroenLinks, dan heeft GroenLinks niet genoeg stemmen voor een achtste volle zetel, maar wel genoeg voor een restzetel omdat het gemiddeld aantal stemmen per zetel bij GroenLinks dan 2250 wordt. Dat is meer dan de 2189 bij het CDA, en dus zou GroenLinks een restzetel krijgen en het CDA zijn restzetel verliezen. De partij met de zevende restzetel zou dan de ChristenUnie zijn geweest, met een gemiddeld aantal stemmen van 2198. Bij Volt zou het gemiddelde aantal stemmen per zetel dan 2067 worden. Dat is niet genoeg voor een restzetel voor deze partij, want minder dan de 2198 bij CU. Als het Zuid-Hollands Statenlid op GroenLinks zou hebben gestemd, dan zou GroenLinks een achtste zetel hebben gekregen en zouden Volt en CDA slechts één respectievelijk vijf zetels in de wacht hebben gesleept.

BES-EILANDEN Bijna 95% van de 616 kiezers zijn leden van Provinciale Staten. Wie zijn de anderen? Dat zijn de leden van het kiescollege voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en de kieskring voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Het gewicht van hun stem is (veel) lager dan dat van een Zeeuws Statenlid (100). Zo’n lichte stem zet in het algemeen weinig zoden aan de dijk voor een volle zetel, maar voor een restzetel ligt dat anders. Immers, uit de hierboven genoemde ‘gemiddeld aantal stemmen’ bij de laatste Eerste Kamerverkiezingen blijkt dat het verschil tussen wél en niet een van de laatste restzetels krijgen soms heel klein is: CU (wel met 2198), CDA (wel met 2189) of GroenLinks (niet met 2164). 

(Mr. Leon)

Volgend blog: op of voor 7 juli

Of: lees een blog op http://privaatrechtpraktijk.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *